Technologie moet brug slaan naar economie

 Hoewel het China niet ontbreekt aan plannen om het technologisch niveau op te tillen, blijken deze nog onvoldoende vruchten af te werpen omdat de scheiding tussen het onderzoek en de toepassing ervan in de ondernemingen nog te groot is. Momenteel wordt zowel gewerkt opdat de ondernemingen meer aan research zouden doen evenals aan onderzoeksinstituten meer als autonome ondernemingen te laten functioneren.

Niemand minder dan premier Zhu Rongji verklaart dat hoewel China’s economie niet klein is, de structuur ervan irrationeel, de kwaliteit van de producten pover en de consumptie van grondstoffen hoog en de efficiency laag is. Hij ziet de redenen van dit alles in een achterlijke productietechnologie en in een zwakke innovatiekracht. Het heeft nochtans China niet aan technologieplannen ontbroken de laatste vijftien jaar. Deng Xiaoping bestempelde wetenschap en technologie als een eersteklas productiekracht.  In 1985 werd een systeem afgekondigd om het wetenschapsbeleid op een nieuwe leest te schoeien. In 1986 volgde de formulering van een “High-tech onderzoeks-en ontwikkelingsprogramma” dat een doorbraak beoogde op zeven vlakken: biologie, ruimtevaart, informatie, laser, automatisering, energie en nieuwe materialen. Een jaar later volgde het Toortsplan dat de industrialisatie van onderzoeksresultaten in wetenschap en techniek beoogde. Dat slaagde er deels in om een brug te leggen tussen van wetenschap en technologie enerzijds en de economie anderzijds. In maart 96 pakte het Volkscongres uit met de lange-termijn strategie om de high-tech te promoten in een aantal sectoren de komende vijftien jaar. Hierbij behoren biologie, ruimtevaart informatie, laser, automatisering, energie en nieuwe materialen. Volgens een blauwdruk van een innovatiesysteem naar de 21ste eeuw toe wil China 100 researchacademies uitbouwen die aan geavanceerde internationale standaarden beantwoorden, 10 wereldgerenommeerde universiteiten en 20 transdisciplinaire en transregionale research centra.
Toch kunnen de hooggegrepen doelstellingen niet verhullen dat het bedrag wat China aan wetenschappelijk onderzoek besteedt klein is vergeleken met andere naties: China spendeert 0,5 % van het BNP waar dat in Japan 3% bedraagt, in de USA 2,9 % en 2,8 in Duitsland.Van de 0,5 pct wordt dan nog maar 6,1 pct gespendeerd aan fundamenteel onderzoek. China’s wetenschaps en technologische competitiviteitsindex viel op enkele jaren tijd van de 23ste naar de 28-ste plaats in 1994. Eind 1997 waren er 5819 onafhankelijke instituties in het land die een klein miljoen onderzoekers hadden waarvan de helft wetenschappers en ingenieurs.

Vijfjarenplannen

China is reeds een aantal vijfjarenplannen aan het proberen het technologisch niveau op te trekken.  Gedurende het zevende vijfjarenplan werd 6,7 miljoen yuan geïnvesteerd en 10.000 resultaten behaald. Gedurende het achtste vijfjarenplan kreeg het Wetenschapsbeleid 9 miljard yuan wat 60.000 resultaten opleverde. Minister Deng Nan stelde in 1996 vast dat van de 60.000 resultaten er 35 pct waren van geavanceerd technologisch niveau en 36 pct van geavanceerd nationaal niveau. 5000 hadden te maken met nieuwe producten en technologie en 3000 met nieuwe materialen. Toch is de toepassingsgraad in de nijverheid te laag. Slechts 20 pct van de resultaten vinden een praktische toepassing en naar patenten gerekend maar 10 pct.
Gedurende het negende vijfjarenplan werden 150.000 resultaten behaald en bedroeg het aandeel van high-tech in de export reeds 10 pct. Qua technologische innovatie wou China gedurende het negende vijfjarenplan het technologisch systeem vernieuwen “met de ondernemingen aan de basis, de regering als de macro-gids, en sociale diensten actief participerend” zodat een mechanisme onstond “met de markt als oriëntatie, de producten als kop van de draak, efficiency als het centrum” zodat markt, ontwikkeling, productie en marketing nauw op elkaar aansluiten.
Het is de bedoeling dat in het tiende vijfjarenplan zowel wordt gestreefd naar een 20 % aandeel van hoogtechnologische producten in het totaal als naar een high-tech-export van 20 pct. Het  tiende vijfjarenplan wil qua wetenschap en technologie het niveau van de ontwikkelde landen halen uit de negentiger jaren. Van 1993 tot 1998 groeiden de high-tech nijverheden in China met 22 pct per jaar. Het recentste vijfjarenplan wil de technologische innovatie versterken zodat ze een sterke kracht uitmaakt in de economische herstructurering en daarbij vooral een innovatiesysteem promoot. Concreet zou tegen het jaar 2005 1,5 pct van het BNP aan wetenschap- of technologie besteed moeten worden zodat het aantal wetenschappers en ingenieurs 900.000 bedraagt. Tegen 2010 wil het land opklimmen naar de top 10 op wetenschappelijk en technologisch gebied.

Faling

Hoewel China’s high-tech nijverheden de jongste 10 jaar snel groeiden maken deze slechts 5 pct uit van het BNP. In ontwikkelde landen bedraagt dit reeds 20 pct. Van de high-tech parken produceren van de 20.000 ondernemingen er officieel 1252 meer dan 100 miljoen yuan. Van 1991 to 1998, bedroeg jaarlijks het gemiddeld groeiritme van de nijverheidsproductie 80 pct. De productiviteit van het personeel groeide drie maal de laatste vier jaren, en de winsten en taksen dertien keer. Ze worden aangemoedigd een doorbraak te maken in elektronische informatie, software, bioengineering, foto-elektro-mechanise integratie, nieuwe materialen, nieuwe energiebronnen en leefmilieunijverheden.
Toch is ook geweten dat de zone in Peking met haar 232 onderzoeksinstituten een tiende van de waarde van de 52 andere zones bijeen produceert. Tien percent van de ondernemingen in die zones presteert beneden de verwachting tot op het punt van een nominaal bestaan. Aangenomen wordt dat China vooral nog geen uitvindingensysteem heeft ontwikkeld met de ondernemingen als voornaamste orgaan.
Het falen van het systeem komt tot uiting in de onvoldoende samenwerking tussen ondernemingen en wetenschappelijke organen; in het falen van het door de staat gespijsde fundamenteel onderzoek; in het onvermogen van de universiteiten om getalenteerde jongeren te trainen voor de ondernemingen met een sterke innovatiegeest; in het falen van de financiële organismen die risico’s terzake vermijden en tenslotte in het falen van intermediaire organen die niet de technologische transfer verrichten…Ten  tijde van de planeconomie was het de regering die een voortrekkersrol werd verondersteld te verrichten. Nu overgeschakeld werd op een markteconomie wordt geprobeerd de markt de centrale rol te laten vervullen. Hierbij wordt nagestreefd dat de ondernemingen in hoofdzaak de technische innovatie verrichten en dit zodat productie, het aanleren en het onderzoek geïntegreerd wordt.

Staatsondernemingen

De staatsondernemingen zijn in hetzelfde bedje ziek. De meeste researchcentra staan enerzijds los van de productie, markt en economie. De ondernemingen van hun kant (in de research vertegenwoordigen de ondernemingen 50 à 70 pct qua kapitaal en personeel  en de onderzoeks- en hoge instituten 10 tot 20 pct) zijn anderzijds weinig ingesteld op technologische vernieuwing en twee derden ervan heeft geen orgaan ingesteld op research. Vooral bij de KMO’s is dit het geval.  Er is nog geen mechanisme dat de ondernemingen helpt om vernieuwend te zijn. Overigens is de technische uitrusting in de ondernemingen maar voor 15 pct van een internationaal geavanceerd niveau. Twee derden is van een ordinair of achterlijk niveau. In de provincie Hunan is de situatie nog erger: slechts 8,6 pct van de 300 grote ondernemingen bereiken internationale standaarden, 17 pct haalt binnenlands geavanceerd niveau en 74 pct is achterlijk. De ondernemingen met buitenlandse kapitaalinbreng van hun kant zijn vaak actief bijvoorbeeld bij het maken van schoenen, speelgoed, kleding, drank of andere sectoren waar spitstechnologie eveneens  beperkt is in omvang. Als dit toch het geval is, blijft de spitstechnologie onder buitenlandse controle.
Om het euvel tegen te gaan, beijvert China tegen eind dit jaar om in 500 sleutelondernemingen technologiecentra op te richten. Ten tweede zal de bouw gestimuleerd worden van technologische centra die nauw aansluiten bij de nijverheden. Ook zullen op stedelijk niveau technologische ondersteuningscentra opgericht die vooral de KMO’s zullen ten dienste staan.  Ten vierde zal de samenwerking gestimuleerd worden tussen productie, academische instellingen en de research. De ondernemingen zullen aangepord worden om technologische uitvindingen te doen. Fiscale stimuli zullen daarbij dienst doen als financieringsmiddel. Vooral jong talent zal aangetrokken worden. Bij de onderzoekscentra is het zo, dat in de negentiger jaren een flinke vereenvoudiging werd doorgevoerd van de administratieve mallemolen zodat deze researchcentra nu 90 pct van hun ontvangsten halen uit de markt en dus op de markt aangewezen zijn voor verdere ontwikkeling. De 242 betrokken onderzoekscentra hangen niet meer direct af van een overheidsmechanisme, maar dat betekent niet dat de overheid geen onrechtstreeks beleid voert dat bijvoorbeeld de high-tech stimuleert of het algemeen klimaat bevordert.

Innovatie

China wil nu tegen 2010 opklimmen tot de Top-10 op wetenschappelijk gebied. Daartoe wordt gestreefd naar een nieuw innovatiesysteem. Qua innovatie onderscheiden de Chinese beleidsmakers vier takken: er is het intellectueel uitvindingsysteem, het technologisch uitvindingsysteem, het kennisverspreidingsysteem en het systeem om de kennis toe te passen.  Hierin staan de researchinstituties van nationaal niveau hoofdzakelijk in voor intellectuele innovatie terwijl ze ook kennis overdragen. Ondernemingen zullen verantwoordelijk zijn voor technologische innovatie en toepassing. Hogere instituten zullen in hoofdzaak verantwoordelijk zijn voor het onderwijs van de kennis en het trainen van gekwalificeerd personeel terwijl ze ook aan intellectuele innovatie doen. De regering en de departementen staan in voor macroscopische regulering en controle in de plaats van het besturen van de instituties zelf. Ze verwacht bijvoorbeeld dat er een onderzoeksraad is per institutie en dat aan het hoofd een directeur staat die ter verantwoording kan geroepen.
Qua financiering zullen de financiële middelen die de overheid voor onderzoek uittrok,  worden opgetrokken tot 1,5 % van het BNP en zullen de kanalen worden gediversifieerd. Momenteel is de verhouding regeringsmiddelen, bankleningen en eigen fondsen 26%, 13%, 43%. In de toekomst zal de kapitaalmarkt meer worden aangeboord en de overheid wil er alles aan doen om een efficiënte venture-kapitaalmarkt op te zetten. Vooral intermediaire investeringsmaatschappijen op dit gebied moeten nog gecreëerd en gereguleerd.

Landbouw

Een sector die met de toetreding tot de WTO zwaar onder druk zal komen te staan is de landbouw. Een meer kwalitatief hoogstaande landbouw is absoluut vereist om zich in de concurrentie staande te houden. Daartoe moet de landbouwtechnologie vier transformaties ondergaan. De eerste is de transformatie van het streven naar kwantiteit naar het meer benadrukken van kwaliteit. De tweede is het verleggen van de klemtoon op de productie tot het harmoniseren van productie en verwerking met het leefmilieu. De derde is de omvorming van technologie om de natuurlijke bronnen uit te baten tot de wederzijdse integratie van die technologie met de technologie voor de ontwikkeling van de markt. De vierde noodzakelijke omvorming beklemtoont van het verleggen van de focus op de binnenlandse markt naar het kijken zowel naar de binnenlandse als de buitenlandse markt. Om het technologisch niveau van de landbouwwetenschap op te krikken worden 25 sleutellaboratoria van nationaal niveau opgericht of versterkt; gestreefd wordt naar 40 landbouwresearchcentra van de staat , 8 tot 10 regionale markten voor landbouwtechnologie en 8 tot 10 regionale landbouw research- en ontwikkelingscentra.
Tijdens het van kracht zijnde tiende vijfjarenplan wordt er concreet naar gestreefd om de kwaliteit van de gewassen op een hoger peil te brengen. Speciale aandacht gaat uit naar de verbetering van de kwaliteit bij de aquacultuur. Ook nieuwe types van voeder zullen worden uitgetest. Zowel de veeteelt als visserij worden eveneens opgekrikt. Meer ecologische landbouw staat eveneens in het credo voor de toekomst Volgens het landbouwtechnologieplan dat van kracht is tot in 2010, zullen zowel een watertoewijzingsplan als zandkontrole uitgewerkt. Kortom in de storm die de concurrentie met de toetreding tot de WTO zal losbarsten zal een meer technologische landbouw zeker niet verwaarloosd, wel integendeel.

Selecte bibliografie

Intensified Enterprise Transformation Urged, FBIS‑CHI‑96‑082, Jingji Ribao, 18 Mar 96
Deng Nan on Achievements of Plan for Science, Technology, FBIS‑96‑229, Renmin Ribao
Nov 96
Wen Jiabao Interviewed on High‑Tech Development, FBIS‑96‑243, Liaowang, 25 Nov 96
Ways To Finance High‑Tech Industries, FBIS‑CHI‑99‑019, Jinrong Shibao, 4 Dec 98
China’s S&T Minister Xu Guanhua Views 10 Years of High‑Tech Development Zones, FBIS‑2001‑0521, Xinhua , 21 Mei 01
Article on Need for Innovation System, FBIS‑98‑140, Liaowang No 16, 20 Apr 98
S&T Innovation System for 21st Century, Qiushi, FBIS‑1999‑0615, 16 Mei 99
Li Lanqing on Research Institute Reform, FBIS‑1999‑0531, Xinhua, 27 Mei 99
Zhu Rongji on Technological Innovation, FBIS‑1999‑0913, Xinhua, 26 Aug 99
Accelerated Technology Innovation Urged, FBIS‑1999‑1120, Renmin Ribao, 15 Oct 99
Research Bodies To Run as Enterprises, FBIS‑1999‑0618, Xinhua,  26 May 99
Text of ‘Outline’ of PRC Agricultural S&T Development Plan for 2001‑2010, FBIS‑2001‑0523, Xinhua, 23 Mei 01
OESO, Technological Change in China, Richard Conroy, Paris 1992

Jan Jonckheere           China Vandaag   1/11/2001

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *