Tipje van sluier over nieuw vijfjarenplan opgelicht

Professor Hu Angang, directeur van het Centrum voor Chinastudies aan de Qinghua-universiteit, heeft in ‘Beijing Review’ een tipje opgelicht van de sluier over het komende twaalfde vijfjarenplan, dat binnenkort aan de partij en in maart aan het Volkscongres wordt voorgelegd ter goedkeuring.

Het twaalfde vijfjarenplan loopt van 2011 tot 2015 en wordt binnenkort aan het Centraal Comitée van de CPC voorgelegd. Ter voorbereiding van de discussie daarover bezochten heel wat topleiders de afgelopen weken verschillende provincies. Hu Angang vertrekt van de vaststelling dat 5 motoren de snelle ontwikkeling van China zullen blijven voortstuwen: industrialisering, verstedelijking, kennisinformatisering, modernisering van infrastructuur en economische infrastructuur. Deze vijf zijn overigens onderling aan elkaar gelinkt. De periode van het twaalfde vijfjarenplan is een sleutelperiode om het ontwikkelingsmodel meer wetenschappelijk te maken. Hij stelt vast dat China de gevolgen van de financiële crisis kon beperken en hoopt dat de groei min of meer op het huidige tempo blijft. Hij waarschuwt enerzijds voor de frequentere natuurrampen, die het grootste obstakel dreigen te worden in de toekomst, maar ook voor een wijder wordende kloof tussen rijk en arm. China zal het tijdperk binnentreden van gemiddelde inkomens en de overheid zal meer openbare diensten en sociale zekerheid verschaffen.
Op de vraag wat de internationale context zal zijn van het twaalfde vijfjarenplan antwoordt professor Hu met “vrede, onwikkeling, meer bepaald groene, samenwerking, ook inzake groene materies en wetenschappelijk en technologische vooruitgang, nogmaals toegespitst op milieu”. Verwacht wordt dat China zijn rol van motor zal blijven spelen van groei in handel, economie en investeringen. Nu reeds vertegenwoordigt China 30 % van de globale BNP-groei op basis van koopkracht. Het belang van de OESO-landen zal afnemen ten voordele van de niet-OESO-landen als India en China. Professor Hu Angang verwacht dat China de tweede grootste wetenschappelijke en technologische macht wordt, naast de grootste gebruiker van energie. Toch blijven er vele factoren van onzekerheid en instabiliteit.
Doelstellingen
Verwacht wordt dat de BNP-groei rond 7,5% blijft en de stedelijke werkloosheidsgraad onder de 7 % gehouden wordt. Zo’n 40 miljoen nieuwe jobs voor stedelingen zullen worden geschapen en 40 miljoen voor de boeren-migranten. De toegevoegde waarde van de dienstensector in het BNP zal met 3 % stijgen, de dienstenjobs met 4 %. Hightech zou ook met 4 % groeien in het BNP. Energieverbruik per BNP-eenheid zou dan weer met 20 % moeten dalen. Veel aandacht zal gaan naar het verbeteren van het milieu in al zijn facetten en naar de verbetering van de sociale diensten: zo zal de helft van de rurale bevolking gedekt worden door een nieuw type van pensioen. Jaarlijks zal het inkomen stijgen met 7 %, de globale levensverwachting wordt 74 jaar en de ‘Human Development Index’ zal boven de 0,84 uitstijgen. De directe verkiezingen in stedelijke buurtcomités zou boven de 75 % moeten uitstijgen.

Onderzoek naar genomen in Shenzhen

Onderzoek naar genen in Shenzhen

Welke middelen zullen aangewend om deze doelstellingen te bereiken? Fundamenteel probeert China zijn groei minder op export te baseren, maar meer op consumptie en investeringen. De primare, secundaire en tertiaire sectoren zullen samen de economie trekken. Industriële optimalisering is de topprioriteit. De waarde van de kennisintensieve diensten in het BNP moet stijgen van 10,6 % in 2007 naar 13 % in 2015.  China hoopt vooral in zijn hightechnijverheid een switch te maken van buitenlandse dominantie naar eigen onderzoek en ontwikkeling. Bij de optimalisering behoren ook enerzijds integratie van informatisering en industrialisering en anderzijds de milieuvriendelijke en energiebesparende productiemethoden. Ook de aanleg van aangepaste infrastructuur, zoals intelligente netwerken, wordt tot de optimalisering gerekend. Naast de optimalisering zal China ernaar streven om een innoverend land te worden en daarvoor zullen diverse middelen worden aangewend, zoals researchfondsen. Voorts worden nieuwe stappen gezet in de opendeurpolitiek. China zal vooraan staan inzake regionale economische integratie. Ook binnen het land zelf zullen de diverse regio’s beter op elkaar worden afgestemd. Dit is eveneens het geval met de integratie tussen stad en platteland.
Op sociaal vlak zal China de landen vervoegen met een gemiddeld inkomen, zoals de West-Europese landen in de jaren ’60 en ’70. Inzake de Human Development Index, waar China op de 81e plaats stond op 177 landen, wordt verwacht dat het tegen 2015 opklimt tot de top-70. De Engelcoëfficiënt (aandeel voeding in bestedingen) zal in rurale gebieden dalen van 43 % in 2008 naar 37 % in 2015 en in de steden van 38 % naar 31 %. In 2015 zal de arbeidsbevolking een maximum bereiken van 1 miljard personen. Waar nu 9,1 personen één senior ondersteunen, zal het cijfer tegen 2015 oplopen tot  7,6.
Bron: Beijing Review

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *