Klimaatakkoord Parijs dank zij China?

Toen de klimaattop in Kopenhagen mislukte, werd de schuld door sommigen gegeven aan  de ontwikkelingslanden met China voorop. Is het dan nu aan China toe te schrijven dat de klimaattop in Parijs gelukt is? Het heeft er inderdaad alle schijn van dat het Parijse voorzitterschap beter de centrale financiële bezorgdheid van de ontwikkelingslanden in de onderhandelingen en in het uiteindelijke akkoord heeft meegenomen.

Niet onterecht wijst de directeur van de Academia Sinica Europaea en de stichter van het Euro-China Forum David Gosset op de bemiddelende rol die China sinds lang speelt in de klimaatonderhandelingen. “China verzoent echt de posities van de ontwikkelingslanden en de ontwikkelde landen. Het bewerkt een toenadering tussen de bezorgdheden van het Zuiden en de problemen van het Noorden waardoor het land zich in een aparte situatie bevindt in de onderhandelingen over de klimaatverandering.” aldus Gosset. Wat is deze unieke positie precies? China is met 25 % de grootste uitstoter van broeikasgassen in absolute cijfers en dus is een klimaatakkoord zonder China onmogelijk. China staat echter ook langs de kant van de ontwikkelingslanden die beklemtonen dat de opwarming in hoofdzaak een verantwoordelijkheid is van de geïndustrialiseerde landen en om die reden dienen de rijke landen financiële middelen en technologie ter beschikking te stellen aan de ontwikkelingslanden opdat ze de strijd tegen de klimaatverandering zouden aankunnen.
Opdat de klimaattop een succes zou worden, reisde president Hollande speciaal naar Beijing op 2 en 3 november. De toen in Beijing net afgelopen twaalfde vergadering van de BRICS-landen had duidelijk gemaakt dat om het algemeen principe van ‘gemeenschappelijke maar verscheiden verantwoordelijkheden’ tussen rijke en arme landen te concretiseren, financiën in de overeenkomst een doorslaggevende rol zouden gaan spelen. De ontwikkelingslanden met de BRICS-groeilanden op kop dringen er immers op aan dat de ontwikkelde landen vanaf 2020 jaarlijks meer dan 100 miljard zouden bijdragen opdat de ontwikkelingslanden de toezeggingen in de strijd tegen de klimaatverandering zouden kunnen financieren. Maar China staat zelf evenmin aan de zijlijn, hoewel het niet tot de historische vervuilers behoort.

Positie China

In zijn toespraak bij de opening van de klimaattop herinnerde president Xi Jinping aan de Chinese doelstellingen om de uitstoot van CO2 per eenheid bnp tegen 2030 met 60 tot 65% te verminderen vergeleken met 2005, het aandeel van hernieuwbare bronnen in de energievoorziening op te trekken tot 20 % om zo de uitstoot van broeikasgassen in absolute cijfers ten laatste te doen pieken in 2030. Ter ondersteuning van de ontwikkelingslanden herbevestigde Xi het opzetten van een Chinees Zuid-Zuid samenwerkingsfonds voor het klimaat dat 20 miljard yuan ($3,1 miljard) voorziet om de ontwikkelingslanden te steunen. De Chinese president beloofde in dezelfde lijn dat China volgend jaar 10 samenwerkingsprojecten zal lanceren voor het scheppen van industriezones met lage CO2-uitstoot, 100 programma’s en ook duizend vormingsprojecten zal lanceren om de klimaatverandering zoveel mogelijk af te remmen en om te zorgen voor een aanpassing aan effecten die nog niet konden worden voorkomen.

Beoordeling

De ontwikkelingslanden zijn vol lof voor de Chinese verbintenissen. Zowel de Peruaanse minister van Milieu Manuel Pulgar-Vidal als de kwetsbare eilandengroepen in de Stille Oceaan via onderhandelaar Mahendra Kumar verwelkomen de geste van China met het Zuid-Zuid Fonds tegen de klimaatverandering waardoor het nu aan de ontwikkelde landen is om de ontwikkelingslanden te helpen. Overigens had China  vanaf 2011 een paar honderden miljoen yuan vrijgemaakt voor een samenwerkingsproject over 3 jaar om de ontwikkelingslanden te steunen in hun strijd tegen de klimaatverandering.
Onderdirecteur Ibrahim Thiaw van het VN-programma voor het Milieu die het Chinese Zuid-Zuid Fonds eveneens verwelkomde zei hierop dat indien China als ontwikkelingsland bij machte is om financieel bij te dragen, er geen reden meer is voor de ontwikkelde landen om hun toezeggingen niet na te komen. Ook hij herinnerde dat tegenover de vertragingsmanoeuvres van de rijke landen het voorbeeld van China staat dat sinds 2011 al 410 miljoen yuan heeft geschonken voor de Zuid-Zuid samenwerking op het klimaatvlak. Directeur Barbara Smith (WWF) verklaarde dat de acties van China om de andere ontwikkelingslanden te helpen des te betekenisvoller zijn omdat het zelf nog een ontwikkelingsland is. Zij hoopte dat het voorbeeld van China de ontwikkelde landen tot navolging zou aansporen.
Gezien China het goede voorbeeld gaf, werd duidelijk dat zij die financieel niet wilden bijdragen, zich niet meer konden verschuilen achter het argument “dat China niets doet op dit vlak”. Frankrijk heeft met zijn voorzitterschap geprobeerd om met COP21 een doorbraak te forceren. Namens de 77 armste landen vond ook onderhandelaar Tosi Mpanu-Mpanu van DR Congo dat de 100 miljard die de rijke landen toezegden, verankerd ligt in het akkoord. Uiteindelijk moest er nog een compromis worden gevonden om te voorkomen dat het Amerikaans congres de klimaatverbintenis nog diende goed te keuren. Er wordt dus niet gesproken van een Verdrag maar over een Akkoord. China en de ontwikkelingslanden namen echter genoegen met dit  compromis waarbij de verhoging van het reële bedrag dat jaarlijks ter financiering naar de ontwikkelingslanden gaat en minimaal 100 miljard bedraagt, door follow-up bijeenkomsten zal worden bepaald om het akkoord niet op een verdrag te doen lijken.
Bronnen: Xinhua, China Daily, SCMP, Le Monde, NYT, Libe, Le Point

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *