
Een archeologische vindplaats in de provincie Shandong heeft bewijs opgeleverd van een matrilineaire samenleving die dateert uit 2750 tot 2500 voor onze tijdrekening, waardoor eerdere hypothesen achterhaald zijn.
Chinese wetenschappers hebben voor het eerst in de geschiedenis uitgebreid genetisch bewijs van een prehistorische matrilineaire samenleving blootgelegd. Dit geeft een nieuw inzicht in het lopende debat over de vraag of vaders of moeders de leiding hadden in vroege menselijke beschavingen.
Het onderzoek, dat op 4 juni in het prestigieuze tijdschrift Nature werd gepubliceerd, concentreerde zich op de archeologische vindplaats Fujia in de Oost-Chinese provincie Shandong. Daar was het dat onderzoekers van het Shandong Provincial Institute of Cultural Relics and Archaeology en Peking University ontdekkingen deden over gemeenschappen van meer dan 4.500 jaar geleden die georganiseerd waren rond de moederlijke afstamming.
‘Voorheen gaven alle gepubliceerde onderzoeken van eeuwenoud DNA aan dat prehistorische samenlevingen georganiseerd waren op basis van patrilineaire principes,’ vertelde Ning Chao, een archeoloog van de Peking University, aan Chinese media. ‘Genetisch bewijs voor matrilineaire samenlevingen kon alleen worden getraceerd tot de ijzertijd in Europa’.
Het Nature-artikel stelt echter dat zelfs het bewijs voor matrilineariteit in deze samenlevingen onzeker was. Het artikel voegt eraan toe dat ‘bijna alle genoombrede studies die tot nu toe het neolithicum en de bronstijd hebben onderzocht, consequent patrilocaliteit en patrilineariteit hebben ondersteund.’ ‘Van het bestaan en de locaties van matrilineariteit in het verre of prehistorische verleden is nog steeds zeer weinig bekend’, gaat het dan verder.
‘De enige oude matrilineaire samenleving die eerder werd bevestigd door genomische analyse was de elite Chaco Canyon dynastie in Noord-Amerika, gedateerd tussen 800 en 1300 na het begin van onze tijdrekening’, staat er verder in de studie.
De Fujia site, geassocieerd met de neolithische Dawenkou cultuur, bekend om zijn vooruitgang in de productie van aardewerk, dateert uit ruwweg 2750 tot 2500 voor onze tijdrekening. De site beslaat meer dan 37 hectare en werd opgegraven in 1985, 1995 en recentelijk in 2021. Onderzoekers groeven twee begraafplaatsen op, Fujia_N in het noorden en Fujia_S in het zuidoosten.
Met behulp van een combinatie van DNA-analyse, koolstofdatering en andere interdisciplinaire benaderingen onderzocht het team de overblijfselen van 60 individuen waarvan de schedels en het DNA voldoende bewaard waren gebleven om hun genetische verwantschap te reconstrueren.
De resultaten onthulden een opvallend patroon: terwijl het Y-chromosoom DNA, geërfd van vaders, diversiteit vertoonde binnen elke begraafplaats, was het mitochondriaal DNA (mtDNA) – dat uitsluitend doorgegeven wordt door moeders – bijna identiek tussen individuen die begraven waren op dezelfde begraafplaats.
‘Mitochondriaal DNA wordt uitsluitend van de moeder geërfd,’ zegt Huang Yanyi, een onderzoeker aan het Biomedical Pioneering Innovation Center van Peking University. ‘De uniformiteit van mtDNA binnen elke groep is een sterke aanwijzing dat elke begraafplaats was gecentreerd rond een enkele moederlijke voorouder.’
Verdere analyse toonde verschillende nauwe genetische relaties tussen individuen op de twee begraafplaatsen – met één paar geïdentificeerd als zijnde vaderlijke verwanten, zoals een oom en een neef of nicht – wat aangeeft dat zelfs nauw verwante familieleden werden begraven volgens matrilineaire regels, in plaats van te worden gegroepeerd door vaderlijke banden.
‘Er was een extreem dicht netwerk van vierde- tot zesdegraads relaties, zowel binnen als tussen de begraafplaatsen,’ zei Ning. ‘Het feit dat de populaties van de twee begraafplaatsen langdurig met elkaar bleven trouwen en samenwonen, toont aan dat het matrilineaire begrafenissysteem minstens 250 jaar onveranderd bleef, zelfs toen de verwantschapsbanden verzwakten.’
Volgens het onderzoek deelden 392 van de in totaal 644 paren die op de twee begraafplaatsen waren geselecteerd – meer dan de helft – tweedegraads tot zesdegraads verwantschapsbanden, die ten minste 10 generaties besloegen. En de begraafpatronen kwamen overeen met die van moderne matrilineaire samenlevingen, waarin individuen levenslang verbonden blijven met de clan van hun moeder en dienovereenkomstig worden begraven.
De studie vond ook aanwijzingen voor endogamie, of trouwen binnen de gemeenschap. Mannelijke individuen bleken te zijn getrouwd met vrouwen van nabijgelegen groepen, waarschijnlijk in een poging om autoriteit te behouden binnen het familienetwerk van de moeder, aldus het onderzoek.
Stabiele isotopenanalyse onthulde meer details over de Fujia-bevolking. Er zijn aanwijzingen dat ze op gierst gebaseerde landbouw en veeteelt bedreven in de buurt van de kust, wat duidt op een geografisch stabiele levensstijl met relatief uniforme manieren van leven in vergelijking met andere neolithische gemeenschappen in China.
Sun Bo, directeur van het Shandong Provincial Institute of Cultural Relics and Archaeology, zegt dat de vondsten empirische ondersteuning bieden voor 19e-eeuwse theorieën over matrilineaire structuren in oude samenlevingen, voorgesteld door vooraanstaande sociologen uit die tijd.
‘De ontdekking levert direct empirisch bewijs uit Oost-Azië voor de theorieën van (Lewis Henry) Morgan en (Friedrich) Engels*,’ zei Sun. ‘Dit is van groot belang om inzicht te krijgen in het vroegste begin van de menselijke beschaving.’
Oorspronkelijk artikel: The Mother Line: Oldest Matrilineal Society Unearthed in China gepubliceerd door Sixth Tone
Het is geschreven door Ding Rui
De Nederlandse vertaling is een bewerking voor ChinaSquare van een machinevertaling door D.Nimmegeers.
Het Engelse artikel werd overgenomen door Friends of Socialist China (FoSC).
In de inleiding verwees FoSC naar het klassieke werk van *Friedrich Engels The Origin of the Family, Private Property and the State, uit 1884.