De zoetzure cijfers van China’s duurzame ontwikkeling

Ter voorbereiding van de Conferentie van Rio+20 heeft China een rapport opgesteld over zijn initiatieven om een meer duurzame ontwikkeling te bereiken. We overlopen enkele in het Westen minder bekende cijfers zowel qua uitdagingen als bereikte resultaten. De cijfers gelden over het algemeen tot eind 2010.
Even reëel blijven: 1,3 miljard bewoners is een pak meer dan 11 miljoen Belgen, laat staan het aantal Vlamingen. De uitdagingen zijn iets grootschaliger. De helft van het Chinees grondgebied bestaat uit onvruchtbaar of half onvruchtbaar gebied. Ongeveer 90 % van de weiden onderging een of andere vorm van degradatie: de helft vertoont trekken van ofwel woestijnvorming of verzilting. Behalve de kustgebieden bevinden de meeste gebieden zich nog in de middelste- of zelfs vroege fase van industrialisatie of verstedelijking. Daarbij telt China volgens de nieuwe definitie van armoede 122 miljoen armen en het land is ook het enige met meer dan 100 miljoen senioren. Uit dit alles vloeien factoren voort die de beschikbare grondstoffen onder druk zetten: de beschikbaarheid van vers water, vruchtbare grond en bossen bedraagt respectievelijk 28%, 40% en 25 % van het wereldgemiddelde. De reserves van petroleum, ijzererts en koper belopen eveneens maar een fractie van het wereldgemiddelde. Daarnaast bevinden de meeste grondstoffen en energiebronnen zich in het westen van China, terwijl de meer bewoonde gebieden zich in het oosten bevinden. Een belangrijk principe voor China is dat de economische groei moet kunnen gedijen samen met de sociale ontwikkeling en met een milieuvriendelijke en duurzame aanpak.
Het rapport vermeldt enorme irrigatieprojecten waarin het water redelijk efficiënt wordt gebruikt. Een betere technologie, o.a. met een goede preventie tegen gewasziekten, deed de opbrengst van de landbouw met de helft vooruit gaan. De overheid investeert flink en overal in een wetenschappelijk onderbouwde vruchtbaarheidstechnologie. Een speciaal en opmerkelijk project dat sinds 2006 loopt, heeft tot doel een massa gronden op een organische manier te verrijken. Het aantal bio-bedrijven is sterk toegenomen. ‘Groen’ is nu in de mode, dat merk je aan het sterk toegenomen toerisme bij de boer en de gestegen waardering voor boswandelingen e.d.
In de nijverheid grijpt een concentratie plaats en worden moderne technologieën aangewend en dit met energiebesparing. Eind 2010 brachten de top 10 staalbedrijven de helft van de staalproductie voort. In de autonijverheid produceren de tien grootste bedrijven 86 % van de totale productie en in de cementindustrie maken de twintig een kleine helft van het totaal uit. In deze laatste sector bedroeg het aandeel van het nieuwe productietype met droge vervaardiging 81 %. Het aandeel van de nieuwste productietechnieken voor fosforhoudende kunstmest, vlotglas en natronloog scoort ook hoog.
Voor petroleum en aardgas zijn er telkens 40.000 km pijplijnen. De transportnetwerken groeiden tot 4,3 miljoen km spoor- en autowegen.
Wat innovatie betreft had China eind 2010 maar liefst 127 nationale engineering onderzoekscentra, 729 bedrijfstechnologiecentra van nationaal en 5.532 van provinciaal niveau.
In 2008 bracht China na Duitsland en Japan de derde wet uit ter promotie van recyclage. In quasi alle provincies zijn pilootprojecten opgestart en een goede honderd steden, 250 nijverheidszones en 1.350 bedrijven werden als proef aangeduid. Eind 2010 bedroeg de productie door recyclage 1.000 miljard yuan en het aantal tewerkgestelden in de sector overtrof de 20 miljoen. Nu komt een vijfde tot een derde van de grondstoffen voor staal, non-ferro en papier van hernieuwbare bronnen; van het vast afval uit de nijverheid wordt 69 % gerecycleerd. Tussen 2006 en 2010 werden 1 miljard ton vliegas, 1,1 miljard ton gangsteen en 500 miljoen smeltslakken hergebruikt. Veertien firma’s doen een proef met het hergebruiken van in totaal al 250.000 verschillende auto-onderdelen. Ondernemingen en clusters doen een proef met het hergebruiken van elektromechanische producten en in vele steden en distributie-markten zijn er projecten voor het recycleren van hernieuwbare grondstoffen. Zo vormt zich geleidelijk een proces van inzamelen, sorteren en recyclage. Recyclagestations beheren deze activiteiten op basis van de meest geavanceerde informatietechnologie. Daarnaast werden 110 bedrijven aangeduid als piloot voor het uiteen halen en recycleren van autowrakken
Voorts behandelt het Rio rapport het bevorderen van groen verbruik. Tegen 2007 was een verplicht systeem uitgewerkt voor de aanschaf van energiebesparende producten door besturen. Tegen 2010 bevatte dit 8 lijsten met in totaal 26.671 types en 28 categorieën van producten door meer dan 600 leveranciers. China is voortdurend bezig met de verbetering van de nationale standaarden voor energiebesparing. Het aantal gecertificeerde ondernemingen en producten groeide tot 1.800 en 40.000. Gecertificeerde groene producten vertegenwoordigen 200 miljard yuan jaarlijks. Naar het publiek toe heeft China dit verbruik van energie-efficiënte producten gepromoot door toelagen. Eind 2010 had de regering al 16 miljard uitgegeven voor 340 energie-efficiënte airco’s, 1 miljoen zuinige voertuigen en 360 miljoen spaarlampen. Zo groeide het marktaandeel van dito airco’s tot 50% en van energiezuinige auto’s tot 30 %. Bij het openbaar vervoer bereikt het aantal elektrische bussen 458.000 op prefectuur-niveau. In 12 steden was er een metro en in 13 steden fungeerden snelle buslijnen in eigen bedding, respectievelijk voor 1.400 km en 514 km.
Sociaal
In een volgend hoofdstuk behandelt het Rio-rapport de sociale toestand van de bevolking. Het aantal personen boven de 60 bedroeg in 2010 al 178 miljoen: dit is 13,26 % van de totale bevolking. Bij de gehandicapten in de werkende leeftijd kunnen 34 % een eigen leven leiden in de stad en dit cijfer bedraagt 49 % in de landelijke gebieden. Behalve de leerplichtjaren waarin 99 tot 100% van de leerlingen school lopen, bedragen in inschrijvingen in het hoger middelbaar en de universiteit 82% en 26 %. De ongeletterdheid bij personen tussen 15 en 50 jaar daalde tot een procent . Wat de gezondheidszorg betreft, steeg het aantal bedden en gezondheidswerkers maar lichtjes.
Tussen 2003 en 2010 werden in de steden 85 miljoen nieuwe banen geschapen, een jaarlijkse toename van meer dan 10 miljoen. Zo’n 95 miljoen overtallige plattelandsbewoners gingen hun geluk zoeken in de steden. In de verhouding tussen de 3 sectoren nam de primaire sector duidelijk af ten voordele van nijverheid en diensten. De openbare job-diensten vormen een netwerk op vier niveaus: gaande van de stad, het district (kanton), het sub district (gemeente) en de buurt (dorp). Zo’n tewerkstellingsdienst bestaat in 97 % van de sub-districten, 92 % van de gemeenten en 92 % van de buurtgemeenschappen.
De dekking van de sociale zekerheid wordt breder. Het aantal personen met pensioenverzekering bedroeg 257 miljoen op het eind van 2010; mensen met ziekteverzekering 432 miljoen; werkloosheid 133 miljoen en moederschapsverzekering 123 miljoen, 161 miljoen personen ten slotte zijn verzekerd tegen arbeidsongevallen. Buiten de steden werden  100 miljoen boeren toegevoegd aan het nieuw pensioensysteem voor plattelandsbewoners zodat het totaal aantal verzekerden in dit coöperatief systeem nu 835 miljoen bedraagt. Daarbij komt dat 23 miljoen stedelingen en 52 miljoen landelijke armen genieten van een bestaansminimum.
Tussen 2000 en 2010 heeft China het pensioen van de bedrijfsgepensioneerden negen maal opgetrokken: namelijk van 522 yuan per maand tot 1.362 yuan. De werkloosheidsuitkeringen verhoogde van 286 yuan tot 495 yuan. In de hospitalisatie werd 75 % terugbetaald aan stedelijke werkenden en 60 % aan andere stedelingen. In 2010 stond het levensminimum op 251 yuan per persoon maandelijks; in de landelijke gebieden bedraagt het 1400 yuan per jaar.
Het zal duidelijk zijn dat voor een overheid die problemen van deze omvang moet oplossen en daar ook nog in slaagt, de milieuproblematiek een verzwarende en complicerende factor is.
Verstedelijking
China bevindt zich in een stadium van snelle verstedelijking. Tussen 2000 en 2010 verhoogde de stedelijke bevolking van 460 naar 670 miljoen zodat het percentage van verstedelijking steeg van 36,22 % naar 49,95 %. Er zijn 657 grote en 19.410 kleinere steden De steden brengen 61 % van het bnp voort. De gemiddelde bewoner beschikte er in 2010 over 31 m2 gemiddeld, 55 % meer dan 10 jaar geleden; iemand op het platteland had gemiddeld 43 m2 leefruimte, 37 % meer.
China probeert het milieu ook op dorpsniveau te beschermen en schoon te maken. In 2010 hebben 6.600 gemeenten of rurale steden steun gekregen om hun leefomgeving te verbeteren. Meer dan 8 miljoen kregen behoorlijke toiletten en 40 miljoen methaangastanks werden geïnstalleerd die 150 miljoen personen ten goede komen. Kleinschalige waterkracht heeft het leven van 180 miljoen boeren uit bergstreken verbeterd . Van 2001 tot 2010 kregen 56 miljoen landelijke bewoners toegang tot drinkwater en 210 miljoen moesten niet langer hun toevlucht nemen tot onveilig drinkwater. In de steden bedient het drinkwaternet van 540.000 km waterleidingen 381 miljoen personen met 276 miljoen m3 water aangeleverd per dag. Te lande heeft China 6 jaar vroeger dan voorzien de millennium-doelstellingen bereikt om de bevolking zonder duurzame toegang tot drinkwater te halveren.
Over energiebesparing en het promoten van duurzame energie hebben we al veel in het tijdschrift “China Vandaag’ en op deze website geschreven. Tijdens het elfde vijfjarenplan maakte China 30 miljard vrij voor 5.200 projecten voor energiebesparing. Tijdens deze periode werden 4,8 miljard m2 energiebesparende gebouwen neergezet en 180 miljoen m2 gerenoveerd met individuele energiemeters. In 47 steden en 98 kantons zijn er experimenten met gebouwen die werken met duurzame energie.
Tussen 2000 en 2010 groeide de jaarlijks geïnstalleerde waterkracht met 10 % jaarlijks om 216 GW te bereiken, waarvan 30 % in landelijke gebieden. Qua windenergie was de capaciteit met 31 GW, 91 maal groter dan in 2000. China telt ook 168 miljoen m2 boilers met zonnewarmte. Het land heeft ook een plan ter herstel van mijn-sites met onder meer aanplanting op deze sites. Veel aandacht gaat naar de strijd tegen woestijnvorming. Daardoor verminderden deze jaarlijks met 2.491 km2 en dit kwam 150 miljoen personen ten goede.
Zoals we al herhaaldelijk hebben gemeld, zit China met een waterprobleem en werkt het aan een grootschalig project om binnen een paar jaar water uit het zuiden naar het noorden over te hevelen. Tijdens het laatste decennium heeft China in totaal 291.000 km dijken gebouwd en 9.000 gevaarlijke reservoirs verstevigd. Er  lopen 300 pilootprojecten voor waterbesparing. De waterkwaliteit wordt gecontroleerd in 4.000 gebieden langsheen 170.000 km rivieren. De Gele rivier stond al 11 jaar niet meer droog: voor het hele bekken realiseerde men  een verlaging van 80 % in het waterverbruik per 10.000 yuan bnp. Toch is de waterkwaliteit in de rivieren nog verre van voldoende. Hoewel het zeewater hoofdzakelijk goed is van kwaliteit, beginnen zich ook daar vervuilingsproblemen te stellen. Controlestations houden een oogje in het zeil. Dagelijks wordt 600.000 m3 zeewater ontzilt. Het Rio rapport heeft verder een hoofdstuk met de plannen en strategie voor duurzame ontwikkeling. In de laatste hoofdstukken worden de internationale samenwerking en ook China’s standpunt op de Rio conferentie uiteengezet.
Bron
PRC National Report on sustainable Development

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *