De Universal Periodic Review van de VN China 2018: botsende visies op mensenrechten

China heeft een Universal Periodic Review (UPR) gekregen van de Verenigde Naties. Dat is een terugkerende beoordeling over de mensenrechten. Die zijn er volgens de regering in China sterk op vooruitgegaan. Ontwikkelingslanden erkennen dat. Het Westen bestrijdt het, vandaag vooral inzake Xinjiang en de ‘kampen’ daar.

China heeft in Genève een Universal Periodic Review (UPR) gekregen van de Verenigde Naties.

UPR

De Mensenrechtenraad organiseert regelmatig een dergelijke beoordeling van de VN-lidstaten. De raad kijkt dan of landen voldoen aan hun verplichtingen inzake de mensenrechten. Op 6 november 2018 was China voor de derde keer aan de beurt, na 2009 en 2013. Sinds die laatste UPR zijn de mensenrechten in China er volgens de Chinese regering sterk op vooruitgegaan.

Zware delegatie

Dat was het positieve verhaal van de zware delegatie uit de Volksrepubliek. Le Yucheng, de viceminister van BuZa, werd vergezeld door ambtenaren van 20 regeringsdepartementen. Ook vertegenwoordigers uit de regio’s Xinjiang, Tibet, Hongkong en Macao waren meegekomen. De diplomaten kondigden tientallen nieuwe maatregelen aan voor de bescherming van de mensenrechten. Verder legden ze nog eens de definitie en de aanpak van de mensenrechten aan die eigen zijn aan het Chinese ontwikkelingsmodel.

Welvaart en vrede voor miljarden

Universal Periodic ReviewDaarbij noemde (en roemde) Le Yucheng de supersnelle en grootschalige armoedebestrijding. Le Yucheng benadrukte dat China er op korte tijd voor heeft gezorgd dat zijn miljardenbevolking in het uitgestrekte land in redelijke welvaart kan leven. Bovendien kent China geen oorlog of terreur en is er geen van zijn bevolkingsgroepen die op de vlucht moet gaan. Die realisaties zijn ongekend snel tot stand gebracht en ze betekenen een geweldige bijdrage aan de mondiale mensenrechten.

Twee sets mensenrechten

Voor China blijven de collectieve economische rechten in de huidige omstandigheden op de eerste plaats komen. Dat zal nog lange tijd zo zijn, maar wil niet zeggen dat andere individuele en politieke rechten eindeloos moeten wachten en intussen worden verwaarloosd. Volgens de Chinese overheid wordt er constant gesleuteld aan de instellingen, de gerechtelijke bescherming van de burgers, de vrijheid van meningsuiting en van godsdienst. Ook kwetsbare groepen krijgen extra bescherming. Ten slotte is er een constante uitwisseling van informatie met internationale mensenrechtenorganisaties. (Dat China aan deze UPR zo nauwgezet en serieus meewerkt is van dat laatste overigens een voorbeeld, vanuit Beijing gezien).

Vragen voor China

Bij een UPR stellen andere landen tientallen vragen aan de staat die onder de loep wordt genomen. China kreeg 300 vragen van zo’n 150 naties. Van een aantal westerse landen kwamen kritische vragen en beschuldigingen over de vrijheid van meningsuiting en over etnische en juridische kwesties (vooral in Xinjiang en in Tibet). Sommige sprekers eisten dat China internationale waarnemers zou toelaten om zelf in het land op onderzoek te gaan. De Chinese delegatie antwoordde met cijfers en feiten, maar eiste vooral het recht voor China op om voor zichzelf te definiëren wat mensenrechten zijn. Welke rangorde er tussen de verschillende rechten is, hangt voor Beijing verder af van de concrete omstandigheden in elk land, onder andere van het ontwikkelingsniveau.

Grenzen aan de vrije meningsuiting?

Zo ging Le Yucheng nader in op westerse beschuldigingen over de vrijheid van meningsuiting. Volgens Le bestaat er nergens zoiets als absolute vrijheid, ook niet van meningsuiting. ‘De rode lijn wordt getrokken daar waar er sprake is van wetsovertreding of wanneer de rechten van anderen worden geschaad… Bovendien heeft China 800 miljoen internetgebruikers, waaronder 400 miljoen burgers die op sociale media zoals Weibo zitten. Een land waar mensen elke dag 30 miljard informatieve artikelen en 12.000 kranten en magazines verspreiden, hoe kun je daarvan zeggen dat er geen vrijheid van meningsuiting is’, aldus de viceminister. Le zei dat vrijheid van meningsuiting waardeloos is als ‘ze neerkomt op het aanzetten tot verdeeldheid, haat, terrorisme en extremisme’.

Hoe kan het beter?

Wel erkent China dat er ruimte is voor verbetering. China is ook bereid om daarvoor een dialoog aan te gaan. Maar het vraagt om respect en constructieve voorstellen. Beijing wil geen eenzijdige inmenging vanwege anderen, maar een tweezijdige uitwisseling van ervaringen en ideeën. Het vraagt dat men rekening houdt met de concrete omstandigheden en de belangen van de meerderheid van de bevolking in een land. Wat Beijing zich daar precies bij voorstelt werd duidelijk tijdens het verweer tegen beschuldigingen over toestanden in Xinjiang, vooral met burgers van de Oeigoerse bevolkingsgroep.

Beschuldigingen rond Xinjiang

De westerse landen herhaalden dat er volgens hen geloofwaardige rapporten waren over kampen waar (misschien wel een miljoen) burgers gedwongen ideologische indoctrinatie ondergaan en wederrechtelijk vastzitten. Hun godsdienstvrijheid zou worden aangetast. Volgens Beijing is in Xinjiang het doelwit niet de Islam, maar het separatisme dat met geweld streeft naar een onafhankelijk Oost-Turkestan.

Het verweer van China

Universal Periodic Review

Urumqi straatbeeld

China herhaalde dat ‘Xinjiang een broeinest was geworden van extremisme, wat geleid had tot aanslagen die verdeeldheid hadden veroorzaakt en vele mensenlevens hadden gekost. De rust in de regio is hersteld dank zij vormingscentra. Daar leren kwetsbare groepen vaardigheden die hen zullen helpen een baan te vinden. Ze nemen deel aan culturele activiteiten en sporten. Door dat alles verliest het extremisme zijn greep op hen. De meerderheid van de burgers keurt die aanpak goed…. Er zijn al 21 maanden geen aanslagen meer geweest en de bevolkingsgroepen komen nader tot elkaar’. Tot dusver de visie van Le Yucheng, Yasim Sadiq, de Oeigoerse burgemeester van Urumqi, hoofdstad van Xinjiang, en van andere Chinese vertegenwoordigers.

Open vragen

Er zijn naast negatieve getuigenissen ook positieve verhalen van vroegere geïnterneerden, maar er hangt nog veel mist rond de zaak. Sadiq nodigde toeristen en andere bezoekers uit om naar Xinjiang te komen, maar negeerde de eis om buitenlandse onderzoekscommissies toe te laten. Ook kwam er geen uitsluitsel over hoeveel mensen er in die zogenaamde vormingscentra zitten en of ze daar zijn na een gerechtelijke uitspraak. Ook is niet bekend aan welke voorwaarden ze moeten voldoen om vrij te komen. Er kwamen geen vragen, beschuldigingen of eisen vanuit islamitische landen. Amnesty International was daarover teleurgesteld.

Vanuit de Derde Wereld bekeken

Tijdens de UPR waren er ook afgevaardigden van 120 landen die zich positief uitlieten over de Chinese ervaringen en visie. Ze gaven te kennen dat het recht op ontwikkeling zeer belangrijk is en dat de armoedebestrijding een na te volgen voorbeeld vormde. Dat waren vooral ontwikkelingslanden zoals Zuid-Afrika en Ethiopië, maar ook een opkomend land zoals Rusland.

Waar ligt Oost-Turkestan?

Universal Periodic Review

Betogers voor ‘East Turkestan’

Ongeveer 500 demonstranten hielden een meeting voor het VN-gebouw waar de UPR plaatsvond. Onder hen Oeigoeren met portretten van gedetineerde familieleden. Ze zwaaiden met lichtblauwe vlaggen die volgens de SCMP staan voor Oost-Turkestan. Dat ze een separatistisch programma hebben leken deze manifestanten dus niet te willen verbergen.

via de volgende link zijn alle rapporten, vragen, antwoorden van de UPR over China 2018 op PDF vindbaar en downloadbaar https://www.ohchr.org/EN/HRBodies/UPR/Pages/CNIndex.aspx

Bronnen: fmprc.gov.cn, SCMP, news.un.org (nieuwsdienst Verenigde Naties),

Print Friendly, PDF & Email

2 comments for “De Universal Periodic Review van de VN China 2018: botsende visies op mensenrechten

  1. “burgers gedwongen ideologische indoctrinatie ondergaan en wederrechtelijk vastzitten”. Hun godsdienstvrijheid zou worden aangetast??? In nl worden allochtonen met een uitkering gedwongen om inburgering cursus te volgen. Anders wordt hun uitkering ingekort. Ze moeten beledigende filmpjes met een zoenende homo kijken en wat Geert Wilders commentaar lezen. Daarna moeten ze van alles slikken dat het normaal is in nl.
    https://nos.nl/op3/artikel/2154704-hoe-zit-het-met-inburgeren-in-andere-landen.html
    Dus wordt hun geloof niet aangetast. De democratische ideologie en vrijheid van meningsuiting is waarschijnlijk meer beledigend dan het Chinese ideologie. Meeste van deze kampen zijn ook scholen waar hun kinderen in de morgen ook gaan. Wie eet nou op een plek waar ze poept. Ja er zijn wat prikkeldraden en hekken met bewakers. Maar de computer en de naaimachine kost al 3000 euro per set. En de school kan ook een doelwit van een aanslag worden.

  2. “Er kwamen geen vragen, beschuldigingen of eisen vanuit islamitische landen”. Het klopt dat er censuur is in China. Maar het meeste van deze censuur is erop gericht om het geloof te beschermen. China had een paar jaren geleden een boek gecensureerd dat de islam bekritiseerde. Zelf een boek dat de dalai lama bekritiseerde werd gecensureerd. Als zulke boeken niet worden gecensureerd wordt China beschuldigd door het Westen voor discriminatie tegen religieuze minderheden. Dus wat wil het nou van China: een Chinese Charlie Hebdo wordt nu eenmaal anders behandeld dan een westerse versie ervan. Dus misschien moet het Westen China niet discrimineren vóórdat het over discriminatie predikt.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *