Vóór Bewustzijn: De Culturele Software

Over hoe cultuur ons denken en wereldbeeld kleurt, lang voordat herinnering, bewustzijn of rede ontstaat.

Een essay van Gordon Dumoulin

Afgelopen week haalden we onze vijfjarige zoon op van de kleuterschool in Beijing. Op weg naar huis droeg hij vol trots een gedicht uit de Tang-dynastie voor — 春望 (Chūnwàng, ofwel Lentezicht, 757 n.Chr.), een van de meest beroemde en voorgedragen werken uit die levendige dynastieke periode van meer dan duizend jaar geleden, geschreven door de bekende dichter 杜甫 (Dù Fǔ, 712–770). Het gedicht gaat over oorlog en ballingschap — bepaald geen lichte thematiek. Maar daar gaat het niet om. Kinderen (en volwassenen) reciteren oude gedichten niet alleen vanwege de inhoud, maar juist vanwege het ritme en rijm, de klanken en het diepgaande culturele bewustzijn die erin besloten ligt.

Zo begint culturele programmering: niet via regels of uitleg, maar door patronen van klank, expressie, emotie, handeling en symboliek die we absorberen lang voordat we ons ervan bewust zijn.

Begrijpend en Vormend

Vanaf de geboorte wordt een kind meegenomen in een wereld vol specifieke waarden, sociale normen, dagelijkse ritmes en onderbewuste veronderstellingen. Deze vroege onderdompeling noemt men ook wel culturele programmering — een term geïntroduceerd door de Nederlandse socioloog Geert Hofstede. Hij omschreef cultuur als de “software van de mind”: een diepe, onderbewuste codering die invloed heeft op onze denkwijze, ons gedrag en het geven van betekenis (Hofstede, 2001).

Zelfs wanneer je in een ander land woont, de taal vloeiend spreekt en de gewoonten bestudeert, blijft er een fundamenteel verschil tussen het begrijpen van een cultuur en het erdoor gevormd zijn vanaf de geboorte. Culturele programmering kan worden verdiept, maar nooit volledig vervangen.

Culturele programmering begint bij de geboorte — of zelfs eerder. Gedragsgeneticus Robert Plomin stelt dat temperament en cognitieve gevoeligheid, die bepalen hoe kinderen leren en reageren op hun omgeving, deels erfelijk zijn (Plomin, 2018). Dit betekent dat culturele programmering niet alleen wordt aangeleerd, maar ook versterkt kan worden door erfelijke aanleg die een kind op natuurlijke wijze afstemt op de waarden en verwachtingen van zijn of haar culturele omgeving.

Dat wordt vooral duidelijk wanneer we kijken naar sterk verschillende culturen — zoals die in Oost-Azië en de Germaanse of Angelsaksische culturen van Europa en Noord-Amerika. Ondanks toenemende globalisering blijft het culturele DNA van deze samenlevingen zeer onderscheidend. Een buitenlander die in China woont, kan Mandarijn leren, de Chinese geschiedenis bestuderen, de invloed van het confucianisme of taoïsme begrijpen en zich onderdompelen in de samenleving. Toch blijven de emotionele reflexen en instincten die in de vroege levensjaren gevormd zijn — hoe iemand reageert op autoriteit, ambiguïteit, succes, tegenslag, schaamte of lof; hoe iemand ruzie maakt, zich verontschuldigt of stilte interpreteert — vaak geworteld in de culturele code van de eigen opvoeding. Men kan een andere cultuur beheersen of uitdragen, maar het is veel moeilijker om die op dezelfde instinctieve manier te leven of voelen als iemand die erin geboren is.

Dit essay verscheen oorspronkelijk in China 21 Beschouwing; het is ook in het Engels te lezen in .China21 Journal