Categorie: Eco-fin

20 jaar hervormingen: Een gelukte sprong voorwaarts

December eerstkomend duren China’s hervormingen reeds 20 jaar. Oorspronkelijk begonnen als een “heraanpassingspolitiek” volgens Chen Yuns recepten uit de vijftiger en zestiger jaren, evolueerden ze tot een socialistisch marktmodel dat de signatuur van Deng Xiaoping draagt. Dengs oorspronkelijke doelstelling -de verviervoudiging van het BNP tegen 2000- werd reeds gehaald en de bevolking verdubbelde haar inkomen eveneens elke tien jaar. Om de economische hervormingen te begrijpen is het noodzakelijk te weten dat voordien het economisch systeem gekenmerkt werd door een planning met hoge investeringsvoeten ten voordele van de zware industrie.

Meer dan 90 pct. van goederen via markt verhandeld

Watermeloenen vind je tijdens de maand augustus op elke straathoek. In de uithoeken van de stad en tot bij de woonblokken zijn er goed gevulde markten en supermarkten. Tussendoor komt er nog een venter vragen of je een stuk ananas lust of staan kraampjes opgesteld met Chinese fastfood boxen. In China is de handel vrij florissant en verloopt voor meer dan 90 pct. via de markt.

De grote groei van de rurale bedrijven

De rurale bedrijven in China kennen de recentste jaren een ongeziene boom. Het aantal verdrievoudigde van ’84 tot 92 over de 20 miljoen. Het aantal tewerkgestelden bedraagt meer dan 100 miljoen, reeds meer dan de staatsondernemingen. Hun produktie maakt reeds een derde uit van de totale industriële produktie en de waarde van hun produktie overtreft ruim deze van de gewone landbouwopbrengst. Voeg daarbij dat de jongste jaren de groeivoeten van deze bedrijven rond de 50 pct schommelen en meteen is duidelijk dat we hier staan voor de markantste groeier in de Chinese economie.

Hoe staatsactiva beheren in een socialistische markteconomie?

Sedert midden 1992 is de Chinese overheid begonnen met haar staatsondernemingen marktvaardig te maken zodat deze zelfstandig beslissingen kunnen nemen inzake bedrijfsbeheer. Een mogelijk negatieve nevenwerking van de grotere liberalisatie is dat het risico bestaat dat staatsactiva verloren gaan of niet op hun werkelijke waarde overgaan in andere handen. Dit stelt het probleem hoe de staat haar activa best beheert in een socialistische markteconomie. Het antwoordt luidt dat er een strikte scheiding zal getrokken worden tussen het autonoom management van de fabrieken enerzijds en het eigendomsrecht van de staat anderzijds dat hoofdzakelijk door intermediaire houdstervennootschappen voor rekening van de staat zal worden uitgeoefend.