Er is geen AI-oorlog tussen China en de VS

Op 2 december stelde Pascal Coppens zijn nieuw boek ‘China’s Next Miracle, China’s innovatiekracht ontrafeld’ voor. Hij hernam een deel van zijn toespraak in zijn nieuwsbrief ‘This month in China’. We publiceren het hier met toelating van de auteur. De Nederlandse vertaling is van ChinaSquare/Frank Willems.

Standpunten in opiniestukken zijn niet noodzakelijk identiek aan de redactionele lijn van ChinaSquare. De verantwoordelijkheid voor de inhoud ligt bij de auteur.

Er is geen AI-oorlog tussen China en de VS

En geloven dat die er wel is, is misschien wel de grootste verwarring van onze tijd – het verblindt ons voor de ware krachten die de toekomst vormgeven.

Waarom blijft de illusie van een AI-wedloop bestaan?

In mijn toespraak bij de boekvoorstelling begon ik met een simpele vraag: “Wie van jullie gebruikt ChatGPT wekelijks?” Bijna iedereen stak zijn hand op. Vervolgens: “Wie van jullie gebruikt wekelijks een Chinees AI-model?” Slechts een handjevol. De conclusie lijkt dus voor de hand liggend: de VS moet wel winnen.

Maar als je naar de realiteit aan de andere kant van de wereld kijkt, verandert het beeld direct. Meer dan 500 miljoen Chinezen gebruiken wekelijks een lokaal LLM-model. En Jensen Huang van NVIDIA stelt openlijk dat de helft van alle AI-ontwikkelaars ter wereld in China zit – terwijl veel ontwikkelaars in de VS ook Chinees zijn.

Dus waarom denken we nog steeds dat China “achter loopt”?

Omdat we wat uit China komt zien als het ‘kunstmatige’ deel van AI, terwijl we erop vertrouwen dat het ‘intelligentie’-deel van AI in de VS wordt ontwikkeld. En we blijven vasthouden aan de achterhaalde aanname dat China niet kan innoveren, ook al wijst de realiteit helemaal in de andere richting. Het is precies deze cognitieve kloof die ik in detail bespreek in ‘China’s Next Miracle‘.

Waarom er GEEN AI-oorlog is: A versus I

We verbeelden ons een koers omdat we ervan uitgaan dat China en de VS hetzelfde parcours proberen te lopen. Dat is niet zo. Het verschil tussen hun AI-werelden zou niet groter kunnen zijn.

In mijn toespraak heb ik dit uitgelegd met een eenvoudig maar krachtig beeld: A versus I. De AI-strategie van China draait om vier A’s. De strategie van de VS draait om vier I’s.

Het AI-model van China:

Accessible/Toegankelijk: China zet vol in op open source. DeepSeek heeft in heel het land een verschuiving teweeggebracht, waardoor bijna elk Chinees techbedrijf nu zijn modellen bouwt met open source en open samenwerking. Open source is in China geen bijzaak, maar de koers voor heel het land. China gebruikt AI om de toegang te maximaliseren, niet om beperkingen op te leggen.

Affordable/Betaalbaar: Chinese bedrijven weten hoe ze moeten opschalen en optimaliseren. In plaats van te veel te investeren in gigantische modellen of computing op hyperschaal, heeft China AI goedkoop, efficiënt en snel inzetbaar gemaakt. Streven naar betaalbaarheid is geen toeval, maar een strategie om het mondiale Zuiden te kunnen bedienen, waar de meeste mensen zich geen 20 dollar per maand kunnen veroorloven voor AI-diensten van OpenAI of Microsoft. China ziet AI als een middel om dé dienstenleveraar voor de niet-westerse wereld te worden.

Applicable/Toepasbaar: China focust zich niet op het bouwen van één universeel model zoals ChatGPT. Het werkt voornamelijk verticaal. Sector per sector. Bedrijf per bedrijf. Toepassing per toepassing. Het land ontwikkelt AI die reële problemen oplost in de gezondheidszorg, de logistiek, scholen, fabrieken en overheidsdiensten. Het AI-ziekenhuis in Peking, dat zonder artsen werkt en 20.000 patiënten per week onderzoekt, is een van de duidelijkste voorbeelden van deze aanpak. AI is geen product op zich, maar een motor voor toepassingen.

Augmenting/Versterkend: De Chinese overheid ziet AI als een instrument om de samenleving te versterken, niet om haar te ontwrichten. Ze investeert fors in regelgeving van AI – niet om AI af te remmen, maar om collectief een wereldwijd vertrouwen op te bouwen dat de toepassing van AI versnelt. De ambitie van Beijing met betrekking tot AI is om de mensheid te versterken, niet om haar AI op te dringen.

Het Amerikaanse AI-model:

IP-guarded/Beschermd als intellectuele eigendom: Amerikaanse AI-bedrijven bouwen gepatenteerde systemen met een hoge beschermingsmuur. Hun basismodellen zijn beschermd, gesloten en worden via API’s (interfaces russen gebruiker en systeem) te gelde gemaakt. De strategie is duidelijk: de intellectuele eigendom kost wat kost verdedigen.

Invesrment driven/Investeringsgedreven: Amerikaanse techbedrijven vertrouwen op abonnementsmodellen om miljarden aan investeringen terug te verdienen. De volledige beurswaarde van hun bedrijf is afhankelijk van toekomstige rendementen. AI is een businessmodel geworden, geen publiek goed meer zoals het aanvankelijk bij OpenAI was.

Infrastructure oriented/ Infrastructuurgericht: De VS bekijkt AI door de bril van chips, rekenkracht, installaties op hyperschaal en AGI (algemene kunstmatige intelligentie) . Prestaties zijn de prioriteit. Grotere modellen, meer GPU’s, meer data, meer rekenkracht. Het doel is om de meest geavanceerde modellen ter wereld te bouwen.

Imposing/ Opdringerig: Het officiële Amerikaanse AI-actieplan presenteert AI als een nulsomspel dat de VS moet winnen om haar wereldwijde technologische dominantie te behouden. De aanpak is concurrentieel, niet samenwerkingsgericht, en geeft expliciet prioriteit aan Amerikaans leiderschap boven wereldwijd bestuur.

Twee modellen, twee toekomstscenario’s — geen oorlog

Zodra je de A’s en de I’s begrijpt, stort de mythe van een ‘AI-oorlog’ tussen de VS en China onmiddellijk in elkaar. De VS en China concurreren niet om dezelfde markten, dezelfde gebruikers of dezelfde resultaten. De ene wil AGI en wereldwijde dominantie. De andere wil massale toepassing en de capaciteit om wereldwijd diensten te verlenen.

Je kunt geen oorlog voeren als je op verschillende domeinen zit.
De echte concurrentie is niet China versus de VS. Het is open-source versus gepatenteerd. Het is betaalbaarheid versus commercialisering. Het is concrete toepassingen versus AGI. Het is samenwerking versus concurrentie. Het is gezamenlijk wereldwijd bestuur versus een wereldwijd monopolie.

En op elk van deze assen staan ​​China en de VS aan tegenovergestelde uiteinden

De blinde vlek van Europa

Europa blijft zich voornamelijk richten op de VS, neemt Amerikaanse verhalen over en negeert de Chinese realiteit. Dit is zeer gevaarlijk. Want als Europa alleen kiest voor gepatenteerde Amerikaanse AI, lopen we het risico digitaal gekoloniseerd te worden door systemen die we niet kunnen controleren – iets waar ik expliciet voor waarschuw in ‘China’s Next Miracle‘.

Ondertussen ligt China’s aanpak van regelgeving, bestuur, veiligheid en AI ten behoeve van het algemeen belang veel dichter bij de Europese waarden. Maar geopolitiek wantrouwen staat een toekomstgerichte dialoog in de weg. Europa kijkt wederom naar de verkeerde partner.

Bron: This month in China, nieuwsbrief van Pascal Coppens

Het nieuwe boek van deze auteur:
China’s Next Miracle, China’s innovatiekracht ontrafeld; Pascal Coppens, Uitgeverij Pelckmans 2025
Verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels