De Europese Unie staat voor een belangrijke keuze: blijft ze in de schaduw van een steeds onbetrouwbaardere Amerikaanse bondgenoot, of zoekt ze haar eigen weg in een multilaterale wereld waarin samenwerking met China essentieel is?
Deze analyse van Marc Vandepitte verscheen oorspronkelijk op De Wereld Morgen. Chinasquare neemt het over met toelating.

Op donderdag 24 juli reisden Europese leiders naar Beijing. Wat aanvankelijk een louter diplomatieke plechtigheid leek – de 50e verjaardag van de EU-China betrekkingen – ontpopte zich in werkelijkheid als een strategisch ontmoeting in een wereld die fundamenteel aan het veranderen is.
Historische context
Sinds de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis is het duidelijk dat Europa niet langer blind kan rekenen op de Verenigde Staten. De VS voert een agressieve tarievenoorlog, trekt zich terug uit multilaterale instellingen en gebruikt economische druk als geopolitiek wapen. Trump verkiest dealmaking boven regels, macht boven overleg.
Voor Europa is dat een structurele uitdaging. Niet alleen economisch, maar ook politiek en moreel. De EU heeft de voorbije decennia haar welvaart gebouwd op een open wereldhandel, samenwerking en gedeelde waarden. Wat de VS nu doet – unilaterale sancties, terugtrekking uit het klimaatakkoord, blokkeren van de Wereldhandelsorganisatie – ondermijnt die basis.
China schuift intussen naar voor als spil van Zuidoost-Azië, dat meer een meer het economische centrum van de wereld wordt. Het land is niet langer alleen maar ‘de fabriek van de wereld’, maar ook een investeringsmacht, technologiepartner en diplomatiek zwaargewicht.
De EU en China hebben elkaar nodig
China is vandaag de derde belangrijkste handelspartner van de EU. Omgekeerd is Europa een cruciale afzetmarkt én investeringsbestemming voor Chinese bedrijven. Maar de wederzijdse afhankelijkheid reikt verder dan handelsbalansen.
De energietransitie van Europa – denk aan zonnepanelen, elektrische auto’s, batterijen, zeldzame grondstoffen – is in grote mate afhankelijk van Chinese productie en toeleveringsketens.
Europa heeft er alle belang bij de economische trein richting Zuidoost-Azië niet te missen, minder afhankelijk te worden van de VS en een stabiele relatie uit te bouwen met China, ook al zijn er fundamentele meningsverschillen over mensenrechten en de houding van de oorlog in Oekraïne.
In een wereld waar de VS zich steeds assertiever en onvoorspelbaarder gedragen, is het niet verstandig om zich in een nieuwe Koude Oorlog te laten meesleuren. Europa moet eigen keuzes maken, op basis van eigen belangen en waarden.
Omgekeerd heeft China om strategische én economische redenen belang bij om een goede band met Europa uit te bouwen.
De EU is één van China’s grootste handelspartners. Europese consumenten bieden afzet voor Chinese export, terwijl Europese technologie en kennis belangrijk zijn voor de modernisering van de Chinese economie. In tijden van de handelsoorlog van Trump vormt Europa voor China een alternatieve markt die minder politiek vijandig is dan de VS.
Op geopolitiek is Europa cruciaal voor China omdat het een potentieel tegenwicht kan vormen tegen de druk vanuit Washington. Nu de Verenigde Staten onder Trump opnieuw inzetten op een harde, unilaterale koers zoekt Beijing naar partners die bereid zijn een meer onafhankelijke koers te varen. Europa, dat belang hecht aan multilateralisme, regels en diplomatie, past in dat plaatje.
Grieven
Europa trok naar de top met een lijst aan grieven. Europese functionarissen beschuldigen Chinese producenten ervan om overschotten aan goedkope goederen te dumpen op hun markten. Het Chinese handelsoverschot met de EU loopt in de honderden miljarden euro’s.
Europa vreest vooral dat de Chinese overproductie van elektrische wagens, de eigen auto-industrie uit de markt duwt. Europese producenten kunnen nauwelijks concurreren met de lage prijzen van Chinese EV’s.
Europese bedrijven klagen verder over barrières om toegang te krijgen tot ’s werelds grootste economie. Daarbovenop beperkt China de export van zeldzame aardmetalen en magneten, cruciaal voor Europese autoproductie, waardoor de bevoorrading in gevaar komt en de afhankelijkheid toeneemt.
Tenslotte is er ook China’s weigering om de invasie van Rusland in Oekraïne te veroordelen, wat moeilijk ligt in Brussel.
Voorafgaand aan de EU-China-top heeft Ursula von der Leyen zich opvallend kritisch uitgelaten over China. Ze benadrukt Europese zorgen over oneerlijke concurrentie, zoals staatssteun aan Chinese bedrijven en industriële overcapaciteit, en hekelt ook China’s steun aan Rusland in de oorlog tegen Oekraïne.
China van zijn kant heeft ook heel wat grieven. Zo voert Beijing op dit moment onderzoeken uit naar vermeende dumping door Europese bedrijven, gericht op gevoelige sectoren zoals zuivel, cognac en varkensvlees.
China is verontwaardigd over de invoerheffingen die de EU heeft aangekondigd op Chinese elektrische wagens. Volgens Beijing worden deze tarieven gezien als protectionistisch en discriminerend, terwijl ze juist hun groeiende industrie op eerlijke wijze willen laten concurreren op de Europese markt.
Dat Aziatische reus voorop loopt in de sector voor nieuwe energievoertuigen, waaronder elektrische wagens, is volgens de baas van Volkswagen overigens in de eerste plaats te danken aan de sterke focus op en grote investeringen op het vlak van technologische innovatie
De globale frustratie van China betreft de halfslachtige houding van de EU ten aanzien van de VS. China had gehoopt dat Europa zich onafhankelijker van Washington zou opstellen. In de praktijk zoekt de EU vooral naar een evenwicht: ze wil niet blind de lijn van de VS volgen, maar werkt intussen wel mee aan maatregelen die China onder druk zetten.
Zo heeft de Nederlandse regering, onder druk van Washington de uitvoer naar China verboden van de meest geavanceerde EUV-machines die worden geproduceerd door het Nederlandse bedrijf ASML. Ook hebben de Verenigde Staten met succes Europese landen onder druk gezet om Huawei uit te sluiten bij de uitrol van 5G-netwerken.
Tot slot blijft Beijing vasthouden aan zijn nauwe relatie met Rusland, die het als strategisch essentieel beschouwt. Dat China daardoor volgens Europa bijdraagt aan de oorlog in Oekraïne, ontkent Beijing met klem.
In de aanloop naar de EU-China-top heeft China herhaaldelijk benadrukt dat het de voorkeur geeft aan een constructieve en pragmatische samenwerking met de Europese Unie.
Vanuit Beijing klonk de oproep om de focus te leggen op gemeenschappelijke belangen, zoals handel, klimaat en technologische samenwerking, en om meningsverschillen – zoals over mensenrechten of geopolitieke spanningen – niet te laten ontsporen in een breuk.
Van rivaliteit naar volwassen partnerschap
Sinds 2019 omschrijft de EU China als “partner, concurrent én systeemrivaal”. Die driedeling weerspiegelt de complexiteit van de relatie. Maar te vaak is de focus alleen op het rivaliteitsaspect komen te liggen, onder druk van Washington. En dat is een gemiste kans.
Zowel Europa als China willen een multilaterale wereldorde die niet langer draait rond één supermacht. Beiden hebben belang bij stabiele handelsroutes, internationale samenwerking rond klimaat en technologie, en het vermijden van grote conflicten. Dat gedeelde belang vormt een belangrijke basis voor hernieuwde samenwerking.
De EU-China-top bood daarom een kans om het debat te herijken. Niet door problemen te negeren, maar door de relatie te baseren op wederzijds respect, wederzijdse voordelen en duidelijke afspraken. Een volwassen partnerschap in plaats van een ideologische strijd.
Mogelijke stappen voorwaarts
Er lagen heel wat dossiers op tafel waar overeenkomst over kon bereikt worden. Denk maar aan goede afspraken over elektrische voertuigen en samenwerking rond zeldzame grondstoffen.
Een belangrijk mogelijke speerpunt was het heropstarten van een constructieve economische dialoog tussen China en de EU. Daarbij zouden gesprekken over markttoegang, wederkerigheid en industriële subsidies serieus kunnen hervat worden.
In dat verband is het logisch dat de EU zou duidelijk maken dat ze bereid is beschermende maatregelen te nemen als er geen concrete vooruitgang wordt geboekt om haar economische belangen te verdedigen.
Daarnaast konden beide partijen onderzoeken of er ruimte was voor een vernieuwd kader voor investeringssamenwerking. Zoiets zou kunnen door elementen uit het eerdere Comprehensive Agreement on Investment (CAI) (nota 1) opnieuw op tafel te leggen, maar dan met aangepaste voorwaarden die beter aansluiten bij de huidige context.
Ook op mondiale thema’s als klimaat, AI-governance en digitale standaarden konden EU en China de handen in elkaar slaan. Dat zou voor beide partijen én voor de rest van de wereld tastbare voordelen bieden.
Voor Europa was het belangrijk als één stem te spreken en een eigen, autonome koers te varen, los van de VS. De EU mag en moet opkomen voor zijn eigen economische belangen maar moet vermijden om zich te verliezen in protectionisme op zijn Amerikaans en China enkel als bedreiging te zien.
In plaats van mee te stappen in de logica van nieuwe blokvorming, is het belangrijk dat Europa kiest voor een koers van actieve diplomatie, economische samenwerking en strategische autonomie.
“Als China en de Europese Unie streven naar win-win-samenwerking, dan kan de nieuwe Koude Oorlog geen kans maken,” aldus Wang Yiwei, directeur van het Instituut voor Internationale Betrekkingen aan de Renmin Universiteit in Beijing.
China zal misschien nooit een bondgenoot zijn in de klassieke zin, maar het kan wél een betrouwbare partner zijn op domeinen van wederzijds belang.
De top in Beijing was een kans voor Europa om zijn rol in de wereld te herdefiniëren: als bruggenbouwer, als strategisch autonome speler, als pleitbezorger van een eerlijke en duurzame internationale orde. Daarvoor heeft Europa China nodig – en omgekeerd.
Resultaten
Op voorhand waren de verwachtingen niet hoog gespannen. Europa is er zeker niet in geslaagd om zijn rol in de wereld te herdefiniëren, maar er werd wel een stap in de goede richting gezet.
Zowel de Chinese president Xi Jinping als Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen spraken na afloop de intentie uit om samen te zoeken naar duurzame oplossingen voor de slepende conflicten tussen China en de EU. Daarmee werd een belangrijke symbolische stap gezet richting een meer constructieve dialoog.
Tegelijk liet Xi Jinping niet na om een kritische noot te kraken. Volgens hem ligt de oorzaak van Europa’s huidige economische problemen niet in China. Hij waarschuwde dat het streven naar meer concurrentievermogen niet bereikt kan worden door het optrekken van “muren en vestingen”, wat volgens hem enkel tot isolatie leidt.
Xi riep Europa op om “betere strategische keuzes” te maken en zijn markten open te houden, zonder toevlucht te nemen tot beperkende economische maatregelen.
Von der Leyen reageerde diplomatisch en benadrukte dat de EU vasthoudt aan haar strategie van “derisking” – het verminderen van risico’s in de economische relatie met China – maar wel op een zorgvuldige en respectvolle manier, met ruimte voor open dialoog.
Een lichtpunt van de top was de gezamenlijke verklaring over klimaatverandering. Beide leiders bevestigden hun engagement om de doelstellingen van het Parijsakkoord na te leven, en benadrukten de noodzaak om nauwer samen te werken rond de energietransitie. Dat biedt perspectief op inhoudelijke samenwerking op een van de meest urgente mondiale dossiers.
Nota1: De Comprehensive Agreement on Investment (CAI) is een investeringsakkoord dat de EU en China eind 2020 in principe sloten. Het moest Europese bedrijven betere toegang geven tot de Chinese markt en eerlijkere concurrentievoorwaarden garanderen. Na Europese sancties over mensenrechten in Xinjiang en tegensancties van China zette het Europees Parlement het ratificatieproces stop. Sindsdien ligt het akkoord stil, al wordt het in de diplomatie nog gezien als mogelijke basis voor hernieuwde samenwerking.
Bron: De Wereld Morgen