‘In 2000 was de Chinese economie nog kleiner dan de Italiaanse …’

In dit vierde en laatste deel van het interview gaan we in op ‘economische ontwikkeling’ en hoe de grootmachten hiermee omgaan, met een specifieke focus op Afrika.
Jan Reyniers
Om af te ronden wil ik dichter bij huis komen: Afrika. Armoede, onderontwikkeling, rebellie en oorlogen, mislukte oogsten door de klimaatopwarming, én een demografische explosie. Als aan dat alles niets verandert, zullen de Europese muren nooit hoog en dik genoeg zijn om een massale stroom van Afrikaanse vluchtelingen tegen te houden. Europa lijkt die dreigende stormloop niet te zien aankomen… zou de EU iets kunnen leren van de manier waarop China dat continent probeert te ontwikkelen?
Ik denk dat je daar een heel belangrijk thema aansnijdt. Afrika heeft de Europese koloniale machten grootgemaakt, maar dit ging ten koste van de eigen bevolking. Daar twijfelt allicht niemand meer aan. Ook de VS hebben in de loop van de twintigste eeuw hun best gedaan om het continent leeg te halen. Vandaag wijzen Washington en Brussel met een vermanend vingertje naar China, maar wat doen ze zélf voor Afrika, en vooral, wat hébben ze er ooit voor gedaan? De Amerikanen spreken vaak over Latijns-Amerika als hun ‘achtertuin’. Als dat het geval is, zouden ze daar in principe goed voor moeten zorgen…
Slechte buren schaden de hele wijk. Ik heb persoonlijk de ellende in Haïti gezien na de aardbeving van 2010. Vandaag wonen de mensen daar nog steeds te midden van de puinhopen van toen. Waarom maakt Amerika geen succesverhaal van Haïti? Waarom geven ze die mensen niet de kans om uit het moeras van de ellende te ontsnappen? Waarom leveren ze geen enkele inspanning om de bevolking daar gelukkig en voorspoedig te maken? Waarom ontzeggen ze de Haïtianen een menswaardig bestaan? Waarom blijven ze de mensen daar tewerkstellen in sweatshops waar ze één dollar per dag verdienen? Waarom knijpen ze Cuba al meer dan zestig jaar de strot dicht met een economische blokkade? Het gaat toch om je buurlanden? Ze wonen immers in je achtertuin…
Grote, rijke landen hebben de plicht om armere landen te helpen, vind ik. Europa, dat zo graag dweept met ’mensenrechten’, zou Afrika moeten bijstaan. Afrika is Europa’s naaste buur.
Hoe zou jij de hulp aan Afrika aanpakken?
Het is geen gemakkelijk proces, want Afrika kijkt terug op een geschiedenis van eeuwenlange uitbuiting en westerse verdeel-en-heerspolitiek. Maar de weg die moet worden gevolgd is voor mij heel duidelijk: in de eerste plaats is er op economisch en politiek vlak behoefte aan stabiliteit. Het blijft echter de vraag of de VS en de EU die kunnen bieden gezien hun – helaas nog steeds – neokoloniale opvattingen over het continent.
De Chinese benadering van Afrika is helemaal anders. Ik herinner me nog hoe Mao Zedong de Afrikanen omschreef als ‘onze broeders’. In die tijd was ik nog erg jong, maar als kind leerde ik al dat Chinezen en Afrikanen familie waren. De Chinese Volksrepubliek heeft het onafhankelijkheidsproces van de Afrikaanse landen altijd gesteund. De pas gedekoloniseerde landen hebben op hun beurt China gesteund. Dankzij de Afrikaanse landen die in de jaren 60 hun onafhankelijkheid hadden bevochten, kon de Volksrepubliek China in 1971 eindelijk lid worden van de Verenigde Naties (in plaats van Taiwan, JR)1. China is dat niet vergeten en toen het land economisch plots begon te boomen, is Beijing de uitdaging aangegaan om Afrika op termijn dezelfde ontwikkeling te gunnen.
Weet je, Jezus kon naar verluidt mirakels verrichten, maar bij het Chinese mirakel van de voorbije dertig jaar, kwam geen Jezus aan te pas. Het komt erop aan om de juiste politiek te volgen en de eerste stap daarbij is het realiseren van micro-economische stabiliteit. Helaas is dat in veel Afrikaanse landen (nog) niet het geval. Er moet geïnvesteerd worden in infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg. Dat is precies wat China in eigen land heeft gedaan en het zou inmiddels voor iedereen duidelijk moeten zijn dat die aanpak wérkt. Veel Afrikaanse landen willen China’s voorbeeld volgen, en China is bereid hen daarbij ondersteunen, onder andere via het ‘Belt and Road initiative’, de Nieuwe Zijderoute.
Hoe moet ik me dat in de praktijk voorstellen?
Ik ben bijvoorbeeld in Ethiopië geweest waar China een spoorweg aanlegde tussen Djibouti en Addis Abeba om het land te ontsluiten. Dat was een enorme stap vooruit voor Ethiopië. Ze kregen toegang tot een internationale haven, eveneens gebouwd door China. In de buurt van die spoorweg ontstonden al snel economische zones, waar Chinese bedrijven én lokale kmo’s samen het land vooruithelpen. Er komen fabrieken die produceren voor de lokale markt, scholen worden gebouwd, klinieken geopend, … Plots is er werk voor tienduizenden Ethiopiërs die beseffen dat ze zich de volgende dag een ontbijt, een lunch en een avondmaal kunnen veroorloven. Het wegennet is ondertussen ook geweldig verbeterd en ook daar bloeien economische activiteiten op. Voordat de Chinezen wegen aanlegden was wegvervoer daar vrijwel onmogelijk. En Afrika heeft enorm veel potentieel. Maar je moet het op de juiste manier aanpakken.
Afrika telt zo’n 54 landen. Het zou een soort Europese Unie kunnen vormen waarin ze elkaar ondersteunen via een gemeenschappelijke markt. China wil daar graag aan bijdragen. Het probeert via diplomatieke weg die 54 landen met hun 54 verschillende ambtelijke (en wisselende) systemen dichter bij elkaar te brengen en de onderlinge handel te faciliteren. China doet dat niet door zich actief te mengen met de binnenlandse aangelegenheden van die landen. Want China respecteert de soevereiniteit van elke natie. Maar praten, suggereren, hulp aanbieden – reële, praktische hulp – dat doen ze wél.
Ondertussen beschuldigen Washington en Brussel China van neokolonialisme en bla, bla, bla. Maar laten we eerlijk zijn: als sommige Europese en VS-leiders China’s activiteiten in Afrika veroordelen, doen ze dat vooral omdat ze vrezen voor hun eigen belangen.
Wordt China dan niet gedreven door eigenbelang?
China profiteert van Afrika. Ongetwijfeld. Maar Afrika profiteert net zozeer van China. China hanteert het ‘win-win’ principe. Wij halen heel wat grondstoffen weg uit Afrika. In tegenstelling tot de conventionele westerse ‘ontwikkelingspolitiek’ vindt China het echter belangrijk dat beide partners er beter van worden. Zo legt China bijvoorbeeld de Afrikaanse landen geen heffingen op en hanteert het een nultarief. Kijk, veel van onze hoogste leiders zijn ouder dan ik. Zij hebben de periode nog gekend waarin de Afrikaanse landen China steunden als collega-ontwikkelingsland. China is dat niet vergeten en gelooft dat Afrika kan leren van onze aanpak. Belangrijk daarbij is dat we ze helpen om niet dezelfde fouten te maken als wij.
China heeft een harde les geleerd door in de beginfase van haar industrialisatie absoluut geen aandacht te schenken aan milieuschade. Daar draaien ze vandaag nog steeds voor op. Maar in de afgelopen 12 jaar, onder president Xi, is er veel nadruk gelegd op duurzame groei. Als Afrika tijdens zijn ontwikkelingsproces die milieurampen weet te vermijden, is dat toch een winst voor de hele wereld! Al bij al is Afrika een continent dat op veel verbetering mag hopen. Het continent biedt enorme kansen, vergelijkbaar met China in de jaren 1970. En kijk waar we vandaag staan. In 2000 was de Chinese economie nog kleiner dan de Italiaanse… Als China Afrikaanse landen kan steunen om een vergelijkbare ontwikkeling door te maken, én we leren van de fouten die China daarbij heeft gemaakt, dan is dat toch een gigantische ‘win-win’ voor de hele wereld.
Tot slot een meer persoonlijke vraag. Je gaat nu met pensioen. Je keert terug naar de stad van je jeugd: Shanghai. Wat staat je daar te wachten ?
Tja, ik ben mijn hele professionele carrière journalist geweest. Ik blijf zeker nog freelance commentaarstukken schrijven, omdat ik denk dat ik op journalistiek vlak nog steeds iets kan betekenen. Wat ik in de eerste jaren van mijn pensioen, nu ik fysiek nog fit ben, vooral wil gaan doen is reizen. Dat klinkt misschien een beetje raar, want voor mijn job heb ik zowat de hele wereld rondgereisd. Toch blijf ik geïntrigeerd door alles wat er in de wereld gebeurt. Ik ben bijvoorbeeld nog nooit in Rusland geweest, noch in India, noch in Pakistan, … landen die er toch wel toe doen. En ik wil ook in China zélf gaan rondtrekken. Ik ben er, op enkele vakanties na, zo lang niet geweest. Ik hoor en lees zoveel over de veranderingen in mijn land dat ik die nu zelf ook wel eens met mijn eigen ogen wil gaan bekijken.
Voetnoot:
1 In 1971 nam de Algemene Vergadering van de VN resolutie 2758 aan. Deze resolutie erkende de Volksrepubliek China (VRC) als de enige legitieme vertegenwoordiger van China in de VN. De Republiek China (Taiwan) werd in de VN vervangen door de Volksrepubliek China. De resolutie werd aangenomen met 76 stemmen voor, 35 stemmen tegen en 17 onthoudingen. Dit betekende de facto dat Taiwan zijn zetel in de VN kwijtraakte en China, onder leiding van de Volksrepubliek, deze overnam. De steun van 26 Afrikaanse landen voor de VRC speelde een cruciale rol bij de goedkeuring van de resolutie. Veel Afrikaanse landen waren in destijds bezig onafhankelijkheid te verwerven van koloniale machten en voelden sterke sympathieën voor de Volksrepubliek China vanwege de steun die China bood aan de dekolonisatiebewegingen op het continent.
Over de auteur:
Jan Reyniers studeerde Germaanse filologie in Antwerpen. Hij werkte enkele jaren als leraar en freelance journalist tot hij zijn ware roeping vond als vertaler en redacteur bij de uitgeverij EPO. Hij vertaalde en redigeerde er hoofdzakelijk de ‘grote linkse Amerikanen’. In 2019 waagde hij zich aan een historische roman Kleine mensen, Grote Oorlogen (EPO), geïnspireerd door de arbeidersgeschiedenis van zijn ouders en grootouders. Daarnaast schrijft en vertaalt hij artikels voor De Wereld Morgen, Lava, en recentelijk ook voor Chinasquare.