
De hoogste stad van China, Nagqu in Tibet (4500 meter boven de zeespiegel), heeft het onmogelijke bereikt. Terwijl de stad vroeger alles had behalve bomen, zijn de parken en voetpaden er nu bezaaid met alpenwilgen, sparren en duindoorn.
De regeringsinformatiedienst heeft naar aanleiding van de bevrijding van het lijfeigenschap 65 jaar geleden een Witboek uitgegeven over de mensenrechten in Tibet alias Xizang. In een achttal secties worden uitgebreide cijfers verstrekt over diverse domeinen gaande van sociale zekerheid, huisvesting, onderwijs tot cultuur en godsdienst. Daarbij wordt vaak de toestand rond 2012 vergeleken met de situatie nu.
Het brp van Tibet steeg vorig jaar met 6,3% en het gemiddelde inkomen groeide met 6,8 procent voor de stedelingen en bij de plattelandsbewoners met 8,3 procent. Het brp van Xinjiang groeide in 2024 met 6,1 % en overschreed daarmee voor het eerst de 2 biljoen yuan. Het inkomen van de stedelijke bevolking steeg met 5,5%.
De aanleg van transportinfrastructuur heeft de groei in Xizang (Tibet) sterk gestimuleerd. China heeft 325 miljard yuan besteed aan de aanleg van het 123.300 km lang wegennet. Dit kwam zowel de economie als het toerisme ten goede. Naast het wegverkeer heeft Xizang geleidelijk een multimodaal transportsysteem ontwikkeld met spoor- en luchtnetwerken.