Interview Chen Weihua (deel III)

China werkt, dat klopt, maar er moet ook gewerkt worden!

In het derde deel van dit interview gaan we dieper in op de Chinese binnenlandse politiek en de sociaal-economische ontwikkelingen.

Jan Reyniers

Foto: Chen Weihua Disclaimer

Toen ik in april dit jaar China bezocht, was het exact 33 jaar geleden dat ik er nog een voet aan de grond had gezet. Wat mij vooral opviel was de enorme vooruitgang die het land tijdens die periode had ondergaan. China wérkt!

Precies, China werkt en dat in zowat alle betekenissen van het woord. Het gaat er onzettend snel. Niet alleen is de extreme armoede zo goed als uitgeroeid, iedereen lijkt hier vooruit te willen en dus doen zowat alle Chinezen ook hun uiterste best. Het Chinese systeem werkt én er wordt hier hard gewerkt.

Wat mij als Belg, bijvoorbeeld, erg opviel was dat er tijdens mijn trip geen enkele bus, trein of viegtuig ook maar één minuut vertraging had. Kunnen jullie de NMBS en De Lijn alsjebief komen overnemen?

(Lacht) Eerst en vooral: China wil nergens wat dan ook overnemen. China bemoeit zich niet met de interne aangelegenheden van een andere land en dat lijkt mij een correcte politiek lijn. Maar om op je vaststelling te reageren: die stiptheid bij het Chinese vervoer, en bij uitbreiding bij zowat alles, is geen toeval. De Chinese maatschappij is zo gestructureerd dat iedereen die verantwoordelijkheid moet dragen, daar ook verantwoording voor aflegt. Mochten er klachten komen over de stiptheid van het openbaar vervoer, zal men in China effectief op zoek gaan naar welke beleidsverantwoordelijke daar de oorzaak van is. Hij of zij zal dan teruggezet worden naar een lagere functie omdat hij of zij die hogere job klaarblijkelijk niet aankon. Het Peter Principle1 wordt hier dus efficiënt aangepakt. Dat klinkt erg streng en dat is het ook. Maar het heeft reusachtige voordelen. Ten eerste staat effectiviteit hoog op ieders agenda, waardoor het systeem vlot werkt. Als de leidinggevende bekwaam is, zal hij zijn organisatie, zijn dorp, zijn stad, met bekwaamheid runnen. Ten tweede: wie niet zo bekwaam is en toch een grotere verantwoordelijkheid krijgt, belandt in een stressvolle situatie omdat hij niet kan bieden wat van hem wordt verwacht. Onbekwame leidinggevenden die ‘gedegradeerd’ worden, vinden vaak een verantwoordelijkheid terug die ze wél aankunnen en worden (opnieuw) gelukkige mensen in plaats van de stresskonijnen die ze waren geworden omdat ze hun job niet aankonden. Op die manier streef je naar een maatschappij waarin iedereen zijn juiste, meest efficiënte plaats inneemt.

Geldt dat ook voor de politiek?

Jazeker. Om daar één Chinees voorbeeld van te geven, wil ik heel even – en kort – de carrière van China’s president, XI Jinping, schetsen.2 De man begon als lid van de Communistische Partij van China in 1974 als dorpssecretaris in een plattelandsdorpje in de provincie Shaanxi. In 1985 werd hij vice-burgemeester van een relatief ‘kleine’ provinciestad Xiamen (5 miljoen inwoners). In 1995 werd hij goeverneur van de provincie Fujian (42 miljoen inwoners). In 2007 werd hij partijsecretaris voor de stad Shanghai (25 miljoen inwoners) en in 2012 secretaris-generaal van de Communistische Partij en dus de facto leider van China. Die man kon, toen hij de absolute top bereikte, terugblikken op een beleidservaring van 37 jaar waarin hij telkens voldoende uitblonk om een stap hoger te kunnen/mogen zetten. Xi Jinping is dus een ervaren leider die de langetermijnpolitiek van de Communistische Partij van China kán uitvoeren. En voilà, zoals je zelf zei: China wérkt.

In Europa gaat het er anders aan toe?

Ja als ik het curriculum van Xi bekijk en dat even vergelijk met dat van de meeste Europese leiders, gaat het er in China écht heel anders aan toe. Ik neem nu specifiek België als voorbeeld. In dit land gaat het al te vaak over hoe de portefeuilles worden verdeeld in de een of andere machtscoalitie. Omdat het politieke landschap erg verdeeld is, moeten er coalities worden gevormd. Daarbij moet elke partij compromissen sluiten en een deel van zijn (allicht) goedbedoelde programma laten vallen. De basisredenering daarbij is vaak dat ‘een beetje macht’ beter is dan ‘geen macht’. Daardoor sneuvelen meteen hun politieke principes en is er eigenlijk geen sprake meer van een doordacht langetermijnbeleid. Het Belgische beleid is gericht op succes bij de volgende verkiezingen, niet op efficiëntie. De behoefte aan mensen die goed scoren bij verkiezingen is dan ook groter dan de behoefte aan ervaren beleidsverantwoordelijken die beschikken over een doordachte langetermijnvisie. Politici ‘verkopen’ zich bij die verkiezingen als een wasproduct, weinigen pakken uit met hun ‘bekwaamheid’, de meesten worden verkozen omdat ze ‘sympathiek’ overkomen, een leuke oneliner kunnen bedenken, de grootste affiches kunnen betalen,… Eenmaal verkozen moeten ‘de postjes’ worden verdeeld voor de duur van één legislatuur. Een politicus die nooit rechten heeft gestudeerd, wordt minister van Justitie. Een advocaat wordt minister van Economische Zaken, enz. Hoe wil je dat een dergelijk systeem wérk?

Je lijkt goed thuis te zijn in de Belgische situatie?

Ja, ik zou allicht anders hebben geantwoord op je vraag als ik nooit naar België was gekomen. Enkele jaren geleden bezocht ik hier het Nationale Spoorwegmuseum in Schaarbeek. Ik zag er hoe België tussen 1898 en 1905 de Hankou-spoorweg3 aanlegde in China. In die dagen was België duidelijk een technologische wereldtopper inzake aanleg en beheer van spoorwegen… Dat is meer dan 100 jaar geleden. Aan het begin van de twintigste eeuw moest China nog rekenen op westerse technologie om vooruit te komen. Als je ziet hoe we er vandaag voorstaan… Je vroeg me zonet – bij wijze van grap – of China het Belgische spoorwegnet van vandaag alsjebief wilde overnemen. Zo ver zijn we dus gekomen. De Chinese groei is ongetwijfeld fenomenaal.

Kijk, ik bezocht New York voor de eerste keer in 1993. Natuurlijk ben je onder de indruk van zo’n wereldstad en ik, als Chinees, in die tijd zeker. Maar ondertussen bezocht ik New York in de loop der jaren al tien keer als journalist en correspondent en… New York lijkt vandaag nog steeds als twee druppels water op het New York dat ik in 1993 zag. Een stad waar het overigens moeilijk ademen is met al dat fijn stof van verbrandingsmotoren. Als je in 1993 naar eender welke Chinese stad ging, en je keert er vandaag terug, herken je ze niet meer. In al die steden rijden vandaag haast alleen nog elektrische auto’s en scooters rond. In Chinese steden kan je ademen. Het smogprobleem, waar Beijing tot voor kort mee kampte, is opgelost…

Al die ontwikkelingen zijn eigenlijk allemaal erg recent…

Ja, alles is langzaam op gang gekomen sedert de hervormingen die Deng Xiaoping in de jaren 80 doorvoerde. Zij werden een zegen voor de enorme potentiële capaciteiten van het Chinese volk. Inzake productie, technologie, infrastructuur, … heeft China de voorbije 40 jaar een reële voorsprong opgebouwd op de rest van de wereld. Een Chinees werkwoord zegt: “Wie rijk wil worden, moet eerst een weg aanleggen.” Dat is precies wat China gedaan heeft. Op het vlak van hoge snelheidstreinen kan niemand met China concurreren. Dat net telt vandaag al zo’n 40.000 kilometers en dat allemaal op een periode van nog geen dertig jaar. In de top-20 van de grootste metro-netten ter wereld, staan twaalf Chinese steden… Shanghai, Beijing, Guangzhou hebben een uitgebreider metronet dan New York City. Dat is een geweldige prestatie als je weet dat de allereeste metrolijn in Shanghai pas in 1993 werd aangelegd.

Hoe slaagt een land erin om zo snel te evolueren?

In China heeft de regering gewoon een veel grotere impact op de beslissingen gezien de continuïteit van het beleid. We zitten niet meer in de fase van Mao’s strikte planeconomie, maar we hebben wel een doordachte politieke lijn inzake de ontwilkkeling van onze economie. In tegenstelling tot de VS en Europa verandert de politieke lijn hier niet om de vier-vijf jaar. Het is een beetje logisch dat je in die continenten niet tot een consitent beleid kán komen. In China is de Communistische Partij aan de macht en die voert een consistente politiek. En ik moet me ook geen zorgen maken dat een volgende politieke leider een bocht van 180 graden zal maken. Dank zij de Communistische Partij is de continuïteit van het beleid gegarandeerd. Natuurlijk zal er hier en daar wat worden bijgestuurd, maar in essentie maakt China plannen voor waar het wil staan binnen 10 en binnen 20 jaar. Dat soort keuzes is in de VS en Europa helaas onmogelijk omdat wie vandaag dit beslist, over vier jaar uitgerangeerd is. Niets belet de opvolgers om precies de andere kant op te gaan van hun voorgangers. Zo krijg je een zigzag-beleid terwijl iedereen zou moeten weten dat de kortste weg tussen twee punten de rechte lijn is.

Kijk, China besliste 10, 15 jaar geleden om meer in te zetten op wind- en zonne-energie. De hele natie werd via een goed georchestreerde campagne achter dat groeiplan geschaard. De achterstand die we op dat vlak hadden ten opzichte van de VS en Europa, is ondertussen weggewerkt en als ik de bestaande plannen bekijk, duurt het niet lang meer of we nemen ook op dat vlak wereldwijd de eerste plaats in.

En dan is er nog een ander belangrijk aspect. Chinese mensen werken hard. Zo was er het Taiwanese bedrijf Foxconn4 – ja, ja, Taiwan investeert in China! – dat zijn arbeiders een maximaal aantal werkuren wilde opleggen. Foxconn wilde een einde maken aan de gewoonte dat Chinese arbeiders 20 tot 30 overuren maakten per week… De arbeiders dreigden met een staking omdat ze die overuren wilden blijven doen. Ze wilden zoveel mogelijk geld verdienen. Het arbeidsethos van de Chinese arbeiders is groot! In sommige landen – ik wil geen namen noemen – zie je dat mensen niet langer werken dan vijf/zes uur per dag. Ik zie die trend bijvoorbeeld sterk in Zuid-Amerika. Arbeiders lijken daar vooral te willen pauzeren …

Het leven mag toch méér zijn dan eindeloos overuren kloppen om zoveel mogelijk geld te verdienen?

Dat is ongetwijfeld waar, maar in China heeft zich ondertussen een soort competitieve obsessie genesteld. En die is – toegegeven – niet zonder gevaar voor het eigen welzijn. Toen ik jong was, in de jaren 80/90, gingen studenten bijlessen volgen als ze voor een bepaald vak slechte punten haalden. Vandaag gaan de allerbeste leerlingen, zij die 90% halen op school, extra lessen volgen omdat ze absoluut 95 of 98% willen halen. Dat illustreert hoe sterk de competitiegeest het in China overneemt. Neem twee mensen met dezelfde qualificaties. De ene werkt vijf uur per dag en de andere tien uur. Wie denk je dat het het verste zal schoppen? China werkt, dat klopt, maar er moet ook gewerkt worden!

(Wordt vervolgd: In deel IV van dit interview – tevens het laatste – gaan we in op het geostrategisch belang van grondstoffen en hoe de grootmachten ermee omgaan, meer specifiek in Afrika.)

1 Het Peter Principle stelt (kort gezegd): “In een hiërarchie stijgt iedere werknemer tot zijn of haar niveau van incompetentie.” Met andere woorden: mensen worden vaak gepromoveerd op basis van hun huidige prestaties, totdat ze een functie bereiken waarvoor ze niet (meer) geschikt zijn.

2 Internationaal wordt Xi Jinping vaak ‘president’ genoemd. Het is goed om weten dat zijn macht niet van die titel komt. Officieel is hij Secretaris-generaal van de Communistische Partij van China’, wat in dat land de machtigste functie is. In China ligt de echte macht dus bij de partij, niet bij het staatshoofd zoals in bijvoorbeeld de VS.

3 De Hankou-spoorlijn liep van Beijing naar Hankou (nu Wuhan)in China en was ruim 1 214 km lang. De lijn werd tussen 1898 en 1905 aangelegd onder leiding van de Belgische ingenieur Jean Jadot, via het Belgisch-Franse consortium Société d’Études de Chemins de Fer en Chine. Het ging destijds om een nooit-geziene klus, vooral omdat er tijdens de bouwwerkzaamheden tunnels moesten worden geboord, honderden bruggen gebouwd en – kroon op het werk– een indrukwekkende 3 km lange brug over de Gele Rivier (Huang He).Het project was een echt‘Belgisch visitekaartje’ omdat het de geavanceerde technische expertise van België op dat moment aantoonde. China had voor de aanleg buitenlandse steun nodig maar had (terecht) weinig vertrouwen in de ‘grootmachten’ en kwam zo bij België terecht.

4 Foxconn (Officiële naam: Hon Hai Precision Industry Co., Ltd.) heeft zijn hoofdkantoor in Taiwan, maar produceert massaal veel electronica in China. Belangrijkste klanten zijn Apple, Sony, Microsoft, Dell, … Het bedrijf is vooral beroemd als assamblagebedrijf voor iPhones. De grootste Foxconn-fabriek bevindt zich in Zhengzhou, in de Chinese provincie Henan. De stad wordt dan ook vaak “iPhone City” genoemd.

Eerder verschenen:
Deel 1: https://www.chinasquare.be/een-derde-wereldoorlog-zou-voor-de-hele-aardbol-catastrofaal-zijn/
Deel 2: https://www.chinasquare.be/interview-chen-weihua-deel-ii/

Over de auteur:
Jan Reyniers studeerde Germaanse filologie in Antwerpen. Hij was enkele jaren actief als leraar en freelance journalist tot hij zijn ware roeping vond als vertaler en redacteur bij de uitgeverij EPO. Hij vertaalde en redigeerde er hoofdzakelijk de ‘grote linkse Amerikanen’. In 2019 waagde hij zich aan een historische roman Kleine mensen, Grote Oorlogen (EPO), waarvoor hij inspiratie vond in de arbeidersgeschiedenis van zijn ouders en grootouders. Daarnaast schrijft en vertaalt hij artikels voor De Wereld Morgen, Lava, en recent ook voor Chinasquare.

Post navigation