Mensenrechten in Europa en in China van beide kanten bekeken

Mensenrechten in Europa en in China van beide kanten bekeken

In het onderstaande artikel richt vooraanstaand Europeaan Pierre Defraigne een oproep tot Europese en Chinese leiders en politici om de dialoog over de mensenrechten met wederzijds respect en begrip te voeren. Hij vindt het belangrijk dat de beide partijen van elkaar leren en op een opbouwende manier kritiek leveren, iets wat hij zelf overigens ook doet. De EU en China moeten op belangrijke terreinen samenwerken om de mensenrechten in hun eigen gebied te beschermen en vooruit te laten gaan, ook in tijden van crisis.
Pierre Defraigne, Executive Director van de Madariaga – College of Europe Foundation heeft in september een essay gepubliceerd onder de titel Regards croisés entre Chine et Europe sur les Droits de l’Homme. Het verscheen op http://www.madariaga.org/ , de website van de stichting, als Madariaga Paper, Vol. 5, No. 1. Defraigne is een hoog functionaris voor de Europese Commissie geweest, is professor economie bij het Europacollege en het Institute for European Studies (UCL en FUSL). Hij is op dit moment ook ‘visiting professor’ aan de Zhejiang University  in China.
Wij brengen, met zijn toestemming, een ingekorte Nederlandse versie van dit belangrijke essay. Onderaan staat de link naar de originele versie met een pdf van de Franse tekst en de Engelse vertaling.

Mensenrechten in Europa en in China van beide kanten bekeken

Mensenrechten zijn universeel en cultuurrelativisme is uit den boze, in principe en in het ideale geval. De dagelijkse praktijk laat echter zien dat de wereld is samengesteld uit samenlevingen van allerlei omvang en op verschillende ontwikkelingsniveaus. Bij de beoordeling van de mensenrechtensituatie in een land moeten we rekening houden met zijn unieke cultuur, economische realiteit en geopolitieke situatie. De ontwikkeling van mensenrechten en van democratie vraagt tijd en democratische instellingen kunnen allerlei vormen aannemen. Mensenrechten kunnen niet worden opgelegd of ingevoerd, ze ontstaan in een maatschappij en de bevolking verwerft die rechten zelf.
Mensenrechten in China en in Europa
Europa is een baanbreker op het gebied van de mensenrechten. Voor Europeanen horen pluralistische democratie en politieke vrijheden onverbrekelijk bij de mensenrechten. Hierover is er grote overeenstemming. De mensenrechten zoals Europa ze definieert kunnen dan ook een rol spelen in de buitenlandse politiek, daar waar er rond andere thema’s eerder verdeeldheid heerst.
China ondergaat een historische transformatie. Zodra de materiële situatie daar is verbeterd zullen de burgers ook meer politieke verlangens koesteren. De weg is echter lang: China gaat technologisch vooruit en wordt steeds belangrijker, maar het is nog altijd een derdewereldland. China telt 1,3 miljard inwoners,heeft een uitgestrekt territorium, beschikt over beperkte hoeveelheden grondstoffen en landbouwgrond, is kwetsbaar voor natuurrampen. Deze mondiaal unieke combinatie van factoren maakt de ontwikkeling van China tot een ongekende uitdaging. India, onder vergelijkbare voorwaarden, worstelt hiermee. Wie geen rekening houdt met de omvang van de bevolking bekijkt de mensenrechten puur theoretisch en geringschat een probleem dat ons tot bescheidenheid dwingt. Het Chinese mirakel verdient respect.
Het is vooral door hun verschillende niveaus van ontwikkeling dat Europa en China verschillende invullingen geven aan mensenrechten en democratie. De beide partijen worden echter geconfronteerd met enorme uitdagingen op het vlak van de mensenrechten en moeten de wil hebben om vooruit te gaan. China wil de inkomens laten stijgen en de welvaart beter spreiden in moeilijke interne en externe omstandigheden. De EU kent de ernstigste economische crisis in zijn bestaan. Het sociale model, gebaseerd op kapitalisme plus een democratie die een tegengewicht vormt voor de markt, komt in gevaar. Zal de unie erin slagen het door werkloosheid en budgettaire besparingsmaatregelen ondermijnde economische systeem grondig genoeg te hervormen, met behoud van mensenrechten en vrijheden? China en Europa staan, moreel gezien, op gelijke voet. Geen van beide hoeft de baas te spelen of lessen te leren. Voor een vruchtbare dialoog moeten ze elkaars moeilijkheden goed inschatten, rekening houden met historische, culturele, economische en ecologische beperkingen en begrip tonen voor elkaars problemen. Zo zien we enerzijds een China met een lange ontwikkelingsgang voor de boeg, dat bijvoorbeeld wel vooruitgang kent op het gebied van sociale zekerheid, lonen, vakbondsactiviteiten, maar even goed  hardnekkige discriminatie voor interne migranten. Anderzijds is er Europa dat economisch en sociaal wordt bedreigd doordat de noodzakelijke besparingen, vooral in sociale voorzieningen, leiden tot grotere ongelijkheid en discriminatie van etnische minderheden.
Gevoeligheden en vooroordelen van Europa
Europa is gehecht aan mensenrechten na een geschiedenis van oorlog, meedogenloze industrialisering, kolonisering, totalitarisme en volkerenmoord. Europeanen weten vaak niet dat de combinatie van economische ineenstorting en democratie op een dwaalspoor aan de basis lag van het nazisme en weer kan voorkomen. Na de aanvang van de industrialisering heeft het nog twee eeuwen geduurd voor alle burgers stemrecht, de voorwaarde voor een waarachtige democratie en eerlijke verdeling van de welvaart, kregen. Daarbij is het de vraag of werkelijk alle mensen de rechten bezitten die ze zouden horen te hebben, als we kijken naar discriminatie en onrecht ten opzichte van migranten, gevangenen en de vele zwakkeren in onze rijke maatschappijen. Hebben wij in de kolonies de mensenrechten waar we zo voor pleiten zelf toegekend? In het Westen zeggen we dat democratie voorafgaat aan ontwikkeling en ontwikkeling bevordert. Maar waar is dat zo? India, waar een derde van de vrouwen analfabeet is en waar 200 miljoen onaanraakbaren wonen? Brazilië, met zijn verschrikkelijke ongelijkheid? We maken het de ontwikkelingslanden zo moeilijk dat ze wel moeten grijpen naar ‘ketterse’ strategieën om de achterstand in te halen. We maken reclame voor een beleid dat we nu wel voeren, maar waarmee we indertijd niet zelf van de grond gekomen zijn. Het is wel waar dat landen in ontwikkeling enorm veel voordeel hebben van de vrije toegang tot technologie en tot de informatie over gedegen instellingen, maar daar staan ecologische problemen tegenover, een nooit geziene hindernis voor opkomende landen die hun achterstand willen inhalen. De meeste succesvolle inhaaloperaties zijn die van landen met een autoritair systeem dat geleidelijk gedemocratiseerd werd. Economisch succes van autoritaire regimes is natuurlijk geen automatisme. Het gaat in een beperkt aantal gevallen op en China is daarvan het meest spectaculaire. Uiteindelijk is de vraag of de sociale vrede en ons politiek en sociaal model, gebouwd op een heersende positie in de wereld, bestand zullen zijn tegen de schok als er werkloosheid komt en verlies van koopkracht ten gevolge van het verlies van onze dominante plaats in de wereld.
China: mensenrechten in beweging tijdens de economische ontwikkeling
De Chinese beschaving is ouder dan de onze. Westerse ideeën zijn niet van invloed geweest in China, behalve het communisme en het kapitalisme die pas onlangs werden geïntegreerd als factoren bij de overgang naar de moderniteit. Na 100 jaar van vernederingen door Europa en Japan herwon China 60 jaar geleden zijn onafhankelijkheid en realiseerde het zijn eenheid door gebieden zoals Tibet op te nemen, die het eeuwenlang had bestuurd.
De Chinese beschaving, de oudste ter wereld, heeft al die tijd een uitgebreide ervaring opgedaan met machtsuitoefening door de elite. Vandaag moet ze voor 1,3 miljard mensen in harde geografische omstandigheden de economische kloof met de ontwikkelde landen dichten. Bij deze onderneming zonder precedent combineert China een éénpartijstaat, marktkapitalisme en krachtige economische planning met elkaar, voortgestuwd door de ongelooflijke energie van het Chinese volk. Honderden miljoenen zijn uit de armoede opgetild, alfabetisme en onderwijs zijn algemeen verspreid en er ontstaat op een geleidelijke en proefondervindelijke basis een stelsel van sociale zekerheid. Zo vult China een aantal fundamentele mensenrechten in waarvan wij zijn vergeten hoe belangrijk ze zijn. Geen hongersnood meer, een elementaire welvaart, onderwijs op grote schaal, ook voor meisjes, orde en veiligheid: dat zijn rechten die als eerste op de verlanglijst stonden van een bevolking die sinds de neergang, begonnen met de laatste keizerlijke regering, een eeuw lang alle mogelijke ellende had gekend. De Grote Sprong Voorwaarts is inderdaad gemaakt, met de economische hervormingen die dertig jaar geleden werden gestart door Deng Xiaoping. Zou deze vooruitgang er gekomen zonder de CPC, zonder haar aanpak van plannen en uitproberen, zonder de politieke stabiliteit die ze oplegde minder in naam van haar autoritarisme dan van de economische en sociale vooruitgang? Ondanks de schaduwzijden en grote uitdagingen van nu, de ongelijkheid en de verloedering van het milieu zijn er grotere stappen voorwaarts dan ooit gezet.
En hoe zit het dan met democratie en mensenrechten?
Het is van essentieel belang om de mensenrechtensituatie als een werk in uitvoering te zien. Twee vragen daarbij. Hebben de Chinezen het ooit beter gehad, hebben ze ooit meer veiligheid gekend? Hebben ze ooit meer vrijheid van meningsuiting gekend en de kans om te demonstreren en kritiek te leveren? China is nooit een stalinistische dictatuur geweest. Wel onderdrukken de leiders elke bedreiging van de territoriale eenheid of van het machtsmonopolie van de partij. De 180.000 demonstraties in 2010, tegen machtsmisbruik en het geweld door lokale leiders, zijn in de hand gehouden, maar toch getolereerd. Ze zijn een barometer en een uitlaatklep voor de onvrede. Samen met het aloude systeem van petities fungeren ze als informatiebron voor de overheid en als middel tot bestuur. In zekere zin is het een manier om de lagere overheden ter verantwoording te roepen en onder toezicht te houden. Het nadeel is dat de indieners soms worden opgepakt of het etiket van lastpost krijgen. China kent zowel centralisatie als decentralisatie en dat kan tegenstellingen opleveren tussen wat de nationale overheid zegt en wat er lokaal gebeurt. Die tegenstellingen zijn ook zichtbaar in de verschillen in de levensstandaard tussen de steden en het platteland, met hun effect van de interne migratie en de discriminatie door het onopgeloste probleem van de registratie (hukou). Het is een onrechtvaardigheid die in schril contrast staat met het discours van de regering. Het Westen, met zijn verknochtheid aan persoonlijke vrijheden, vindt echter vooral de onderdrukking van intellectuelen, kunstenaars en religieuze leiders schokkend.
Het machtsmonopolie van de CPC speelt een centrale rol bij de kwestie van de mensenrechten
Er is een direct verband tussen de repressie van bepaalde acties en het niet te negeren politieke centralisme van de CPC. De partij telt 80 miljoen leden en wordt, sinds het afzweren van de personencultus, vandaag geleid door een collectief met aan het hoofd de negen leden van het permanent comité van het politbureau. Alle leiders, van hoog tot laag, worden gecoöpteerd via een uiterst strenge selectieprocedure: verdiensten en bekwaamheden van de kandidaten liggen voortdurend onder de loep, op misstappen staan soms zware straffen. Kunnen we spreken van democratie binnen de CPC? Zeker niet, maar de belangrijke besluitvorming zoals die over het 12e vijfjarenplan of rond de vervanging van de topleiders gebeurt op basis van diepgaande interne debatten en een dialoog met een streven naar consensus. Om de verwachtingen en de kritieken van de publieke opinie te kunnen peilen bespreekt de CPC het beleid van hoog naar laag en weer terug, over het hele land tot in de meest afgelegen plaatsen. Dit gebeurt steeds systematischer en op ruimere schaal. Zo slaagt de partij erin op alle niveaus overeenstemming te bereiken over de doelstellingen en min of meer gelijklopende resultaten te behalen, ondanks de autonomie die provincies en grote steden krijgen. Voor een westerling doen deze selectiemethodes en interne ‘democratie’ meer denken aan de katholieke kerk of de jezuïetenorde dan aan een pluralistische democratie met scheiding van machten, checks and balances en politieke vrijheden. Is een dergelijk systeem echter denkbaar in het huidige China? Zou dat zorgen voor eenheid, stabiliteit, een getoetste ontwikkelingsstrategie op lange termijn met de nodige logische en volgehouden hervormingen? Zou het land met dat systeem de uitdagende keuzes kunnen maken die nodig zijn om de rijkdom over regio’s en bevolkingsgroepen te herverdelen? Vandaag en nog voor lange tijd kunnen we in de Chinese politiek niet om de CPC heen. De vooruitgang van de mensenrechten kan niet zonder de partij, met alle beperkingen die inherent zijn aan een eenpartijstaat.
Laten we ook onze eigen democratieën maar eens kritisch bezien. Het gewicht van de persoonlijke uitstraling en het mediaspektakel in de politiek, de invloed van geld, pressiegroepen en industriële sectoren maken van onze democratie geregeld eerder een oligarchie of een plutocratie. Wij kunnen inderdaad zelf een andere regering kiezen, maar welke machten en wat voor partijprogramma’s spelen daarbij een rol? In de crisis van vandaag moeten we uiterst waakzaam zijn voor populisme en autoritaire tendensen.
De CPC heeft een historische legitimiteit doordat ze China heeft bevrijd, herenigd en gemoderniseerd. Ze vervult al lange tijd haar opdrachten met overtuiging, op een hardnekkige en intelligente wijze. Wie kan eraan twijfelen dat het hoofddoel van de CPC, datgene waar het bij de partij om draait, de ontwikkeling van China en de verbetering van de levensstandaard van zijn bewoners is? Kunnen we ontkennen dat sinds Deng Xiaopeng de partij pragmatisch werkt en niet ideologisch en totalitair zoals de Sovjetpartij? Hoe is het mogelijk de autoritaire staatsmacht van China gelijk te stellen met regimes die min of meer openlijk ingesteld of in stand gehouden zijn door het Westen, soms achter een schijn van democratische verkiezingen, die plunderen en parasiteren ten voordele van een elite en zich niets gelegen laten aan de ontwikkeling of de vrijheid van de bevolking? De combinatie van autoritaire macht en waarachtige ontwikkeling maken van de CPC een unicum. Daarbij heeft de CPC een strategische visie die, in overeenstemming met de historische traditie van China, niet imperialistisch is. Het gaat de partij om China zelf, hoewel het duidelijk is dat economisch succes ook strategische macht meebrengt, ook al heeft dat niet de voorrang. We moeten ervoor zorgen dat, als die macht volledig tot ontplooiing komt, de economische en politieke omgeving in en rondom China niet van dien aard is dat de leiders hun keuze voor harmonieuze betrekkingen met hun buren en de rest van de wereld, die ze nu voortdurend belijden, opgeven.  De CPC is een heel bijzondere politieke formatie, buiten alle categorieën en compleet uniek, zoals de Chinese beschaving zelf. Met al haar tegenstellingen en zwakheden, maar ook met al haar verwezenlijkingen is het de enige vorm van gezag die voor stabiliteit en ontwikkeling in China kan zorgen, en Europeanen zijn zich daarvan bewust. We kunnen echter niet ontkennen dat, zoals Wen Jiabao overduidelijk heeft benadrukt, het monopolie van de partij en van de partijen die haar bondgenoten zijn, deze organisaties verplicht om bij hun beleid een moraal na te streven in overeenstemming met het communistische ideaal. Hoort dan niet de gerechtigheid, gegarandeerd door een onafhankelijke en bekwame justitie, de eerste beperking te zijn die de CPC zichzelf moet opleggen?
In elk geval staat het vast dat rechten en vrijheden zullen veranderen: creativiteit, initiatief en verantwoordelijkheidszin, ook op andere terreinen dan het economische, worden door de economische ontwikkeling aangemoedigd. Dat er een politieke liberalisering komt is een uitgemaakte zaak. Wanneer en hoe? Dat moeten de Chinezen, die weten hoe ze de tegenstellingen en de factor tijd moeten bespelen, zelf bepalen. Het risico bestaat dat ze afdrijven naar het autoritarisme. Zoiets zou kunnen gebeuren als het land zware economische problemen kent of als de bevoorrading in gevaar komt.
Voor een ruimdenkende instelling bij de dialoog over mensenrechten
Europa heeft dan ook een verantwoordelijkheid die het formele kader van de dialoog over de mensenrechten overstijgt. Het kan bijdragen aan de versterking van een politieke liberalisering. De eigen Europese keuze voor de vrije handel, de toegang tot grondstoffen en de economische en monetaire stabiliteit weegt zwaar door bij het creëren van de internationale economische omgeving waar China een grote behoefte aan heeft met het oog op zijn binnenlandse politieke stabiliteit. De EU moet haar dubbelzinnigheid laten varen. Willen we echt een liberalisering of willen we alleen een concurrent dwarszitten? Dat laatste zou moreel en strategisch fout zijn. Alles wijst er trouwens op dat Europa eerlijke bedoelingen heeft: de EU wil dat China één is en welvaart kent. Is de EU echter sterk genoeg om haar eigen koers te varen? Dat de unie aan de VS heeft toegegeven op het vlak van het wapenembargo tegen China heeft haar geloofwaardigheid geen goed gedaan.
De twee grote gesprekspartners zullen ervoor moeten waken dat, ook tijdens de crisis die Europa te wachten staat, er vooruitgang wordt geboekt op het vlak van de mensenrechten en dat elke achteruitgang onaanvaardbaar blijft. Bij de dialoog over de mensenrechten moeten de beide deelnemers open staan voor elkaars vooruitgang. Van mensenrechten is pas sprake als de mensen zich concreet, in hun dagelijkse leven, bevrijden van angst, extreme armoede en onwetendheid. Ontwikkeling is een essentiële dimensie van de mensenrechten en ook als een pluralistische democratie de rechten realiseert en veilig stelt, blijven constante waakzaamheid, solidariteit en effectieve rechtvaardigheid nodig. Aan vooruitgang zijn dus economische en sociale voorwaarden verbonden en zowel China als Europa kunnen er samen voor ijveren dat er op dat vlak geen teruggang komt die de vrijheden en rechten weer in gevaar zou kunnen brengen. Samenwerking op het vlak van de mensenrechten kan dus in de eerste plaats gebeuren door te strijden tegen de economische crisis en het protectionisme en zelfs tegen de mogelijke militaire conflicten die eruit kunnen voortvloeien. We werken aan de vrede als we samen, tot wederzijds voordeel en met onderling respect, de grote vraagstukken oplossen van de werkloosheid, het milieu, de grondstoffen en sociale rechtvaardigheid in een open economie. Mensenrechten beschermen en versterken kan door multilaterale regels op te stellen die beperkingen aan de markt kunnen opleggen gericht op rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling. De CPC baseert zijn legitimiteit op zijn prestaties, die inderdaad geweldig en benijdenswaardig zijn als we rekening houden met wat er in één generatie is bereikt. Het is echter een groot voordeel van de democratie dat burgers kunnen ingrijpen als de resultaten onvoldoende zijn. Wij vinden de legitimiteit die voorkomt uit het democratische proces waardevoller dan de legitimiteit door de resultaten die in China de boventoon voert. De troeven van de CPC zijn onmiskenbaar: de partij kan op een indrukwekkende wijze haar langetermijnvisie ontwikkelen en de bevolking mobiliseren voor meerjarenplannen. De selectie, de vorming en de vooruitgang van het kader waarborgt de kwaliteit van de leiding. Toch zijn ook de ontsporingen, die zo nadelig en schokkend zijn voor de burgers, inherent aan het systeem: de voorrechten, netwerken, het machtsmisbruik, het bevoordelen van vrienden en de corruptie. De leiding wil dit alles bestrijden. Een morele onkreukbaarheid en strenge beoordelingen en sancties kunnen het kwaad beperken.
Drie thema’s voor het gesprek en de samenwerking
In het Westen leert de ervaring dat de onafhankelijkheid van een rechtspraak die de rechtsstaat handhaaft het beste wapen is tegen de misbruiken. China en Europa zouden dus kunnen samenwerken op het terrein van de educatie, de ontwikkeling en de verfijning van de rechtspraak.  In de beide maatschappijen is er een vooruitgang van de informatietechnologie die vele mogelijkheden, zowel in positieve als in negatieve zin, biedt. De technologie dient bijvoorbeeld de productiviteit en de sociale contacten, maar wordt ook misbruikt voor misdaad en het verspreiden van geruchten. Ze is een werktuig voor de democratisering, maar ook voor manipulatie en subversie en moet dus worden begeleid en in goede banen geleid. De burgermaatschappij, een nieuwe en krachtige vorm van politieke inspraak, gebruikt de nieuwe media om toezicht uit te oefenen op machthebbers van allerlei sectoren. Daarbij zijn ze soms een waardevolle barometer, maar soms ook een risico wat de orde en de wettelijkheid betreft. Zowel in Europa als in China is een correcte manier van omgaan met de sociale netwerken van groot belang voor de levendigheid van het maatschappelijke debat en voor de stabiliteit. Ook op dit vlak kunnen de twee misschien ervaringen uitwisselen. Ten slotte is er het terrein van de economische en sociale situatie. China moet van de kwantiteit overschakelen op de kwaliteit van de groei. Europa moet zijn sociale systeem beschermen en in zekere zin heruitvinden in deze tijd van crisis. Tot deze thematiek behoren de uitwassen en misbruiken van hun economische macht door de grootste bedrijven, de buitensporige ongelijkheden, corruptie en het bevoordelen van personen en organisaties, de rechten van de arbeiders met daarbij inbegrepen de rechten van interne migranten en buitenlandse arbeiders, de noodzaak van een billijke fiscaliteit in een mondiale economie waarin het kapitaal uiterst mobiel is, het verhalen van de kosten van de milieuvervuiling (die zoveel te maken heeft met het recht om gezond te zijn) op de ondernemingen. Als China en Europa de dialoog over de mensenrechten uitbreiden tot die economische en sociale onderwerpen keren ze terug naar de grondslag en leggen ze het fundament voor de toenadering tussen de ontwikkelingsmodellen. Zo kan het multilaterale economische beleid in een mondiale en open wereldeconomie evenwichtig worden gemaakt.
China en Europa kunnen veel ervaringen uitwisselen. Er is geen gebrek aan terreinen voor samenwerking. De geest waarin dat gebeurt, en waarin alles wat met de mensenrechten te maken heeft wordt besproken, is van wezenlijk belang. Respect van beide zijden en openheid van geest: met die houding moet de dialoog tussen China en Europa worden gevoerd.
http://www.madariaga.org/publications/madariaga-papers/747-regards-croises-entre-chine-et-europe-sur-les-droits-de-lhomme

Print Friendly, PDF & Email

27 comments for “Mensenrechten in Europa en in China van beide kanten bekeken

  1. “Mensenrechten zijn universeel en cultuurrelativisme is uit den boze, in principe en in het ideale geval.” Hier staat dus dat mensenrechten NIET universeel zijn en dat cultuurrelativisme WEL mag.
    Deze aanhef doet mij het ergste vrezen m.b.t. de inhoud van de rest van het artikel, dus ik denk dat ik nog wel op een aantal onderwerpen terug ga komen.

  2. Mooie satire, dit!
    “China en Europa staan, moreel gezien, op gelijke voet”
    Tuurlijk joh. Europa staat, ondanks alle tekortkomingen, voor gelijkheid, vrijheid en inclusiviteit, garandeert mensen een vangnet en een stem.
    En China…ach… om het maar even bij de actualiteit te houden, China dekt het misdadige regime van Assad, weetjewel, die mensen die de kelen doorsnijden van kinderen.

  3. Ik denk dat het niet zo maar een karikatuur is wat bee neerzet.
    De recente buitenlandse politiek van China laat een agressieve, ondiplomatieke en somtijds een voor China zelf schadelijke houding zien. De verhoudingen met Japan, Vietnam en de Filipijnen zijn danig verstoord. En zo zijn er nog meer vertroebelde relaties te noemen.
    Als dan als ‘vrienden’ Noord-Korea, of Zimbabwe worden genoemd laat dat het isolement en ook misschien de onervarenheid van de Chinese diplomatie zien.
    En inderdaad: Europa is verder, veeeeeeeeeeeeel verder op het gebied van de mensenrechten.

  4. Syrie situeert zich in het verlengde van de westerse inmenging in Irak en Lybie: we weten allemaal hoeveel massavernietigingswapens er niet in Irak aangetroffen werden en hoe Khadaffi geveld werd door de volkswoede van… een Sarkozy huurdoder.
    Wat Europese mensenrechten betreft zie ik toch vertroebelde volksreacties in Griekenland, Spanje en Portugal…

  5. De kern van het standpunt van Defraigne is juist dat we de zaken ook eens van de andere – Chinese- kant moeten durven bekijken. In één van de reacties wordt bijvoorbeeld gesteld dat China een agressieve buitenlandse politiek voert. Wanneer we dat van de andere kant bekijken blijkt wel dat de buitenlandse spanningen pas beginnen oplopen zijn nadat de VS onder leiding van Obama hun strategische focus van het Midden- naar het Verre Oosten verlegd hebben. Daartoe volgen de VS een strategie van opstoken tegen China, in Japan, in Vietnam en de Filipijnen, maar ook in de andere Asean landen, in Zuid-Korea, in Australië, in India, Myanmar enz. met uiteraard negatieve gevolgen.

  6. Er staan veel waardevolle gedachten in. Ik onthoud vooral deze zin:
    “Uiteindelijk is de vraag of de sociale vrede en ons politiek en sociaal model, gebouwd op een heersende positie in de wereld, bestand zullen zijn tegen de schok als er werkloosheid komt en verlies van koopkracht ten gevolge van het verlies van onze dominante plaats in de wereld.”
    De mensenrechten in het Westen kunnen wijzigen (lees verslechteren) als de sociaal-economische en politieke positie in de wereld verandert (lees verslechtert). Hier staat inderdaad dat mensenrechten NIET universeel zijn en dat cultuurrelativisme WEL mag.

  7. Wat me wat irriteert in het artikel is:
    1) alweer het idee dat de Chinese beschaving ouder is dan de Europese: we moeten nog maar eens afwachten of grotschilderingen zoals in Lascaux en Altamira ook in China worden gevonden.
    2) “Westerse ideeën zijn niet van invloed geweest in China, behalve het communisme en het kapitalisme die pas onlangs werden geïntegreerd als factoren bij de overgang naar de moderniteit.” Ik vraag me dan af hoe iemand, zonder verdere explicatie, deze 2 totaal contraire economische theorieën even gebruikt.
    3) “In het Westen leert de ervaring dat de onafhankelijkheid van een rechtspraak die de rechtsstaat handhaaft het beste wapen is tegen de misbruiken.” Hoek kun je dit nou gebruiken als streefdoel??? De CCP wil een totale en volkomen grip houden op de rechtspraak. Niet alleen in China, maar ook in het buitenland, gezien de laatste berichten.

  8. 4)tenslotte: Natuurlijk moet je niet eurocentrisch gaan denken of redeneren van uit een eenzijdig westers perspectief, maar het is goed om te bedenken dat ‘wij’ wel een vrije pers hebben, ‘wij’ kunnen wel vrijuit surfen, ‘wij’ mogen wel vergaderen en verenigen. Waarom mogen ‘zij’ dat in China niet?
    Lok sprak over cultuurrelativisme, maar Chinezen op Taiwan mogen wel gebruik maken van deze vrijheden. Zuid-Korea ook. Japan ook. Dus dat cultuurverschil gaat er bij mij niet zo in.

  9. aan huub:
    ja Taiwan en China hebben dezelfde cultuur, maar worden beoordeeld in een andere manier door het westen. kijk naar het doneren van organen van geëxecuteerden na hun dood. het gebeurt aan beide landen, maar alleen China wordt veroordeeld als human orgaan harvest en Taiwan niet. in 2015 had China dat afgeschaft, maar Taiwan gaat het gewoon door. nu kunnen alle geëxecuteerde hun organen niet meer doneren na hun dood. dat betekend slechte karma en je familie leden willen niet dat je in de familie graf worden begraven. over schenden van mensenrechten na hun dood. een deel van onze cultuur waar meesten westen niet van begrijpen. Zweden de voorloper van mensenrechten, maar bescherm een moordenaar als Gui, maar veroordeelt dissidentes als Assange als ”verkrachter”. moord is universeel strafbaar ter wel seks met een meisje zonder condoom niet het geval is. de grottekeningen in Europa zijn meestal van neanderthalers niet door de mens. nadat ze zijn uitvermoord door de mens in Europa.

  10. Aan hahaha:
    1. Mijn vraag was eigenlijk simpel: waarom hebben wij wel bepaalde vrijheden en hebben Chinezen op het vasteland die niet?
    2. Op Taiwan bestaat geen verplichte orgaandonatie. Al in 2012 wilde de Taiwanese overheid de mogelijkheid onderzoeken om garanties te verkrijgen zodat hun burgers die naar het vasteland gaan voor een orgaantransplantatie niet ongewild het orgaan van een geëxecuteerde kregen.
    3.Moord is overal verboden, maar verkrachting ook (uitgezonderd enkele streng islamitische landen). Ook het kidnappen van mensen is verboden.
    4. De neanderthaler was rond 30.000 v.C. uitgestorven. Over de oorzaken bestaan verschillende theorieën. De grotten van Lascaux zijn van 15.000 to 10.000 v.C.

  11. Het standpunt van prof. Carine Defoort (Onvoldoende aandacht en financiering in de westerse academische wereld voor de verscheidenheid in geschiedenis en filosofie in de rest van de wereld leidt tot absurde westerse schetsen over verre vijanden.) verklaart voor een groot deel de reacties van Huub.
    1) Het geschrift (en dus geschiedschrijving) is een essentieel kenmerk van een beschaving:
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Prehistorie
    2) De auteur bedoelt dat China niet gekoloniseerd is geweest door het Westen.
    3) “De CCP wil een totale en volkomen grip houden op de rechtspraak.” FOUT, het wil een evenwicht houden tussen recht en ethiek (deugd).
    4) Vrije Westen? Na 200 jaar globale overheersing is 88% van de mensheid er nog steeds NIET van overtuigd. Het veelvuldig herhalen maakt de bewering nog geen waarheid. Wel kan worden vastgesteld dat er een vrijere samenleving bestaat in westerse landen.

  12. In reactie #18203 (hierboven) is reeds de reden opgenoemd: In de 200 jaar westerse globale dominantie zijn enkele vrijheden geleidelijk uitgebouwd. Wat als deze dominantie verdwijnt? We vinden geen voldoeninggevend antwoord in de westerse geschiedenis, wel in de Chinese. Tijdens de 2800 jaar Chinese dominantie zijn er ook ups en downs in vrijheden. We constateren meer burgerlijke vrijheden als een beschaving zich niet bedreigd voelt (en omgekeerd). Dit verklaart waarom er in landen/regio’s zoals Zuid-Korea, Taiwan en Japan meer vrijheden zijn dan in mainland China ondanks dat ze behoren tot dezelfde cultuurgroep.
    In de ogen van de niet-westerse wereld zijn de westerse interne vrijheden gebouwd op een crimineel onvrije houding tegenover de rest van de wereld. Het westerse buitenlands beleid streeft namelijk naar een absolute veiligheid voor zichzelf.

  13. “We constateren meer burgerlijke vrijheden als een beschaving zich niet bedreigd voelt (en omgekeerd)” Denk je dat ze zich op Taiwan niet bedreigd voelen? Worden ze in Zuid-Korea niet continu bedreigd?
    Mensen op het mainland willen heel simpelweg al die vrijheden die wij hebben ook !!
    En wanneer waren er ups in de Chinese geschiedenis van vrijheid?
    Het was de revolutie van Mao die de mensen heeft bevrijd. Jammer genoeg is die revolutie gestrand in een desastreuze persoonlijkheidscultus waarin rampzalige beslissingen zijn genomen. Het gaat nog lang duren voordat de filosofische, culturele en maatschappelijke grondvesten van de Chinese maatschappij weer zijn hersteld.
    “Het westerse buitenlands beleid streeft namelijk naar een absolute veiligheid voor zichzelf.” Ja, natuurlijk. ik hoop dat China dat ook doet.

  14. Ik (en de auteur van het artikel ook) heb het niet over de militaire veiligheid, maar over de sociaaleconomische en politieke veiligheid van een samenleving.
    “Mensen op het mainland willen heel simpelweg al die vrijheden die wij hebben ook !!” Ja, maar geef aan de 88% van de niet-westerse wereldbevolking ook dezelfde sociaaleconomische en politieke veiligheid en positie zoals in het Westen. Al deze elementen zijn immers aan elkaar gelinkt.
    “En wanneer waren er ups in de Chinese geschiedenis van vrijheid?” Als er alleen maar een negatieve trend was, waarom bestaat de Chinese beschaving nog steeds? Probeer zelf de contradicties in je eigen redeneringen in te zien!
    En ik hoop dat je het niet meent om voor China ook de absolute (militaire, sociaaleconomische, politieke en financiële) veiligheid te wensen. Want zulke gevaarlijke uitspraken kunnen we echt missen op deze planeet (want zo zijn de wereldoorlogen begonnen). Gelukkig is de moderne Chinese beschaving iets beschaafder.

  15. Als westerlingen de CPC en de socialistische staat in China willen aanvallen vergeten ze dat ‘al die vrijheden’ in het Westen en de pluralistische tolerantie tegenover minderheden (homoseksuelen, islamieten) de producten zijn van een langdurige ontwikkeling. De vrijheden zijn verder het resultaat van sociale strijd. De ‘vrijere samenleving in het Westen’ wordt door de elite aanvaard en zelfs gevierd omdat haar economische basis en politieke macht nog stevig genoeg is. Die basis is onder meer gelegd door de 200 jaar westerse dominantie van de wereld waar Lok het over heeft. Ook Loks argument dat ‘we meer burgerlijke vrijheden constateren als een beschaving zich niet bedreigd voelt’ snijdt hout. Nu de VS en Europa zich bedreigd voelen door het terrorisme en nu Europa een vloedgolf van vluchtelingen ziet, dreigingen die overigens in grote mate door het buitenlandbeleid van de EU en de VS zelf gecreëerd zijn, worden vrijheden beperkt en wordt de tolerantie afgebroken.
    Japan, Zuid-Korea, en de Chinese gebieden Hongkong en Taiwan zijn rijk. Hun economische basis is nog steeds steviger en hun welvaart is groter dan die in uitgestrekte delen van het vasteland China. Dat laatste blijft voorlopig een derdewereldland: ga maar na in de rapporten van het United Nations Development Programme (UNDP). Die economische verschillen mogen we niet uit het oog verliezen als verklaring voor de verschillen in vrijheid (zie ook Loks recente bijdrage aan de discussie).
    Westerlingen eisen van de Chinese regering en van de leidende partij dat zij allerlei rechten nu onmiddellijk toekennen of creëren. Ze eisen ook dat die dezelfde rangorde krijgen als in het Westen, dat wil zeggen met voorrang aan individuele, burgerlijke vrijheden die vooral op prijs gesteld worden door de elite en door de intellectuele bovenlaag van de middenklasse. De meerderheid van de middenklasse en de arbeiders in het Westen echter ondervindt telkens weer hoe weinig invloed ze kan uitoefenen met haar eigen democratische vrijheden en hoe weinig bestaansrecht ze kan opeisen: denk aan de aangekondigde en geconstateerde machteloosheid van Obama, denk aan het bezuinigingsbeleid dat de EU aan Zuid-Europa oplegt met Griekenland voorop.
    Er zijn inderdaad ‘mensen op het mainland die heel simpelweg al die vrijheden die wij hebben ook willen!’. Meestal zijn het mensen die de kans gekregen en gegrepen hebben om (vaak in het buitenland) te studeren of om rijk te worden. De overgrote meerderheid van de Chinezen wil echter vooral een redelijke welvaart, basisvoorzieningen die betaalbaar en in orde zijn, een samenleving die niet geplaagd wordt door onrust en geweld, de tijd om aan nieuwe morele opvattingen en houdingen te wennen en vooral de vrijheid om zelf te bepalen hoe die met hun eeuwenoude cultuur en tradities kunnen sporen. Laten dat nou net belangrijke doelstellingen van de CPC zijn.

  16. Een belangrijk deel van de westerse bevolking is trots op hun rechten en vrijheden. Maar wat deze mensen niet beseffen is dat deze rechten en vrijheden het resultaat zijn van een langdurige sociale strijd op een sterke economische en politieke basis.
    Deze basis zelf is op zijn beurt het resultaat van een complex van factoren waaronder vrede, innovatie, arbeidscultuur, politiek-economische efficiëntie, geografie en bevolkingssamenstelling. In westerse ideologisch gekleurde discussies worden deze factoren zelden aangewezen, maar wel hun rechtssysteem en democratische instellingen. Nog zeldzamer worden de manieren genoemd hoe de westerse samenlevingen rijkdommen transfereren uit de niet-westerse wereld. Die rijkdommen effenen de weg voor een sterke economische en politieke basis in het Westen.

  17. De westerse interne rechten en vrijheden zijn dus voor een belangrijk deel gebouwd op deze criminele transfers. Crimineel omdat deze transfers berusten op 5 onethische pijlers:
    1. Economisch: oneerlijke regels
    2. Militair: interventies omwille van ‘humanitaire’ redenen
    3. Financieel: monolopie en manipulatie van het geldsysteem
    4. Inlichtingen: regimewissels in concurrerende samenlevingen
    5. Soft power: monopolie en manipulatie van de ‘internationale’ opinie
    Wanneer oprechte activisten voor meer rechten en vrijheden in de niet-westerse wereld eisen, moeten ook zij rekening houden met deze transfers en vooral met de 5e pijler. Door hun onaangepaste ‘activisme’ creëren ze meer onrecht en onvrijheid in de wereld.
    De huidige Chinese ontwikkelingspad verschilt met de westerse omdat deze niet gebaseerd is op zulke transfers, maar op eigen kracht en op samenwerking met de rest van de wereld.

  18. Alle reacties gaan nauwelijks nog over het artikel. Het geeft aan hoe verschrikkelijk sommige mensen het vinden wanneer Europa zijn belangrijke positie zou verliezen. Europa is die positie sinds 1945 kwijt en China doet na de VS daar nog vele scheppen bovenop. Het artikel is eurocentrisch en derhalve bevooroordeeld.
    Wanneer mensen praten over mensenrechten, moeten we ons realiseren dat die rechten er in Europa pas na 1945 gekomen zijn. Bovendien zijn die rechten er voor de voorstanders. Zodra iemand zich keert tegen de zogenaamde dominante positie, wordt hij/zij geliquideerd of vervolgd.
    Europa is altijd een achterlopend gebied geweest en de enige manier waarop Europeanen in de wereld mee kunnen doen, is door het weghalen van de rijkdom buiten het eigen gebied. Dat lukt nu niet meer en of minder goed en dan staat de keizer naakt: we gebruiken alleen nog geweld tegen zwakke landen

  19. Universele mensenrechten bestaan niet. Ze zijn altijd een product van een fase in de geschiedenis. Romeinen hadden rechten voor de inwoners van Rome en verder was het Romeinse Rijk een grote geweldsorgie. Europeanen zijn blijkbaar van mening dat geweld tegen ‘buitenlanders’ mag. Vanaf 1368 tot nu voert China 32 jaar oorlog tegen andere landen. Het Westen meer dan 600 jaar. De VS scoort 93% oorlog vanaf 1776.
    Xi Jinping verwerpt het idee van universele mensenrechten en terecht. Het is een misplaatste Europese uitvinding. Europa heeft het particulier eigendom uitgevonden om alles te kunnen roven wat er elders te roven valt. Straks bezit iemand zonnestralen en dan mag een Europeaan en iedere andere wereldburger betalen om in de zon te wonen of te lopen.

  20. De discussie loopt wel ver weg van de aanvang:
    Al in het begin vroeg ik waarom westerlingen een vrije pers hebben, vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst etc.
    Ik heb nog steeds geen antwoord.
    “Maar wat deze mensen niet beseffen is dat deze rechten en vrijheden het resultaat zijn van een langdurige sociale strijd op een sterke economische en politieke basis.” Echt helemaal mee eens, deze vrijheden moeten worden bevochten, die krijg je niet zomaar.
    “Als westerlingen de CPC en de socialistische staat in China willen aanvallen vergeten ze dat ‘al die vrijheden’ in het Westen en de pluralistische tolerantie tegenover minderheden (homoseksuelen, islamieten) de producten zijn van een langdurige ontwikkeling.” Dus wat we moeten doen is de Chinese maatschappij zo hervormen dat ook daar de tolerantie en de democratische waarden zullen zegevieren.
    Ik ben het overigens wel eens met Rob dat misschien deze discussie ergens anders moet plaatsvinden. Ik weet alleen niet waar.

  21. De logica is reeds meermaals gegeven. Het antwoord zit in de harten van de mensen. Als het hart groot genoeg is, kan er meerdere antwoorden (cultuurrelavistische waarheden) bevatten.
    Bevechten voor rechten en vrijheden zijn enkel noodzakelijk in samenlevingen die niet gebaseerd zijn op deugd. In een op deugd gebaseerde samenleving worden rechten en vrijheden toegekend in de meest ideale omstandigheden waaronder o.a. economische en politieke realiteit en volkswil. De staat moet het Mandaat van het Volk opnemen en zich deugdelijk gedragen: http://news.xinhuanet.com/english/2015-09/09/c_134607782.htm
    “Dus wat we moeten doen is de Chinese maatschappij zo hervormen dat ook daar de tolerantie en de democratische waarden zullen zegevieren.”
    Wie geeft die ‘we’ het recht om de Chinese maatschappij te hervormen? Welke legitimiteit heeft die ‘we’? Enkel Chinezen heeft het recht te beslissen wat het beste is voor de Chinese maatschappij.

  22. @huub gulickx : uw vraag waarom westerlingen een vrije pers hebben, etc vergt wel enig cultuurrelativisme. Dat is namelijk geen verworvenheid die eeuwen oud is. In Nederland niet. Tot in de jaren zeventig waren er censoren die programmatisch en tekstueel ingrepen deden in radio en televisieprogramma’s . Die vorm van censuur is weliswaar ingeperkt, maar spindokters zijn er voor in de plaats gekomen om bedrijfsgeheimen geheim te houden voor het publiek.
    Ik zou u de vraag willen stellen: Hoe kan het dat Hong Kong na 150 jaar onder Brits Bewind te zijn geweest tot in 1999 geen enkele vorm van democratie kende? Er was geen kiesrecht. Het is daarna half geregeld, maar Thatcher regelde geen algemeen kiesrecht.
    De EU is in naam democratisch, maar nu in Nederland een referendum is georganiseerd is Juncker in alle staten en organiseert onze proxyregering de USA persreizen naar Oekraine zodat die ons later met artikelen beinvloeden voor te stemmen zie Trouw artikel dit weekend. Democratie? Jaja

  23. Afhankelijk van de gebruikte criteria kunnen we de menselijke beschaving situeren tussen 3000 en 5000 jaren. In deze tijdsspanne geef ik Rob 100% gelijk, maar de situatie is iets genuanceerder voor de laatste 200 jaar.
    Het is een interessante vraag wat er zal gebeuren wanneer de dominantie van Europa en de VS verdwijnt. Wordt de huidige periferie (o.a. China, Indië en de islamitische wereld) het rijkste gebied op deze planeet? Wellicht op de (zeer) lange termijn.
    En Europa en de VS? Misschien vinden we een antwoord in de Chinese geschiedenis. China had de dominantie gedurende de eerste 2800 jaren. Het is vanuit een etnocentrisch wereldbeeld geëvolueerd over een mix van afwijzing van de eigen cultuur en adoratie voor het Westen/USSR/Japan naar een evenwichtigere cultuurrelavistisch wereldbeeld met respect voor de eigen geschiedenis en cultuur. Of Europa en de VS ook hetzelfde pad zullen volgen, dat blijft de vraag.

  24. Huub
    De vrijheden waar je over schrijft zijn zakelijke vrijheden. Staten hebben in 1648 afgesproken dat zij zo veel mogelijk info over elkaars bedrijven zullen uitwisselen, dat Europeanen naar elkaars gebieden mogen komen, ongeacht religie,dat er briefgeheim is en vrijheid van vergadering. Dat ging niet over burgers maar over bedrijven en staten. Burgers hadden niets te vertellen.
    Waarom deden ze dat: Nederland wilde zo veel mogelijk info om alle handel naar zich toe te trekken en de rest zei: ok, maar dan willen wij ook alle info van jullie. Ze stonden dus toe dat ze elkaar gingen bespioneren en dat bij de talloze oorlogen er een aantal regels kwamen. Burgers hebben na 1945 die ‘vrijheden’ gekregen. Maar, die vrijheden waar je over schrijft zijn er uitsluitend voor mensen die het met dit systeem eens zijn. In Frankrijk zijn ze na de laatste aanslag afgeschaft. Alle providers moeten hun info doorgeven. Die vrijheden verdwijnen wanneer de staat en zijn financiers dat willen

  25. Lok
    Er is geen probleem met Europa en de VS. Wat gaat er gebeuren na 200 jaar? Er klopt iets niet in die vraag. Europa heeft vanaf 1300 geprobeerd China te bereiken: het rijkste land ter wereld. We hadden vanaf 1498 niets te vertellen. India, China en de rest van Oost-Azie waren veel te sterk. Engeland pikt India. Waarom vragen we ons niet af wat er met dat land en alle andere kolonien gaat gebeuren. Het Westen heeft China niet kunnen veroveren en na 1949 beleeft het Westen zijn neergang. Wat je nu meemaakt, dat Europa niet meer gevraagd wordt bij belangrijke besluiten in de wereld is daar een uiting van. De essentie is: Europa kan uit zichzelf niet tot rijkdom komen. Dus heeft Europa net als de Romeinen alles geroofd. Nu andere landen die roof (bijna) niet meer toestaan, zakt het Westen weer weg, zoals dat ook na 476 met de Romeinen is gebeurd. Er is 1 mooi iets voor Europa: China zorgt ervoor dat de armoede in de wereld verdwijnt

  26. De redactie wil deze specifieke discussie beëindigen. Dit om herhalingen en uitweidingen te voorkomen.Wij bedanken de deelnemers.
    Reacties en opiniestukken blijven welkom en worden steeds op prijs gesteld, voor zover de inhoud niet tegen de regels van ChinaSquare ingaat.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *