Systeem voor voedselveiligheid op poten gezet

 China slaagt er in op eigen kracht een vijfde van de wereldbevolking te voeden met één vijftiende van ’s werelds landbouwoppervlakte en heeft op een paar decennia een verdubbeling van het aantal ingenomen calorieën per bewoner verwezenlijkt. Het grote gebruik van pesticiden en kunstmest baart echter zorgen evenals de milieu-impact van gespecialiseerde fokbedrijven. Daartegenover is de sterke opgang van het “groen voedsel”-systeem verheugend. Na de melamine-melkcrisis wordt gepoogd een volledig en sluitend systeem van voedselveiligheid in de praktijk te ontplooien.

 

Volgens cijfers van de Wereldvoeselorganisatie (FAO) voedt China een vijfde van de wereldbevolking met maar 5 pct. van het landbouwareaal. De Chinese export en import van voeding is vrij marginaal: slechts 4 pct. van de Chinese import betreft voeding, hoofdzakelijk tarwe. De eigen voedselproductie slaagde er wel in om op enkele decennia het aantal ingenomen calorieën te verdubbelen: van 1700 kcal in 1960 tot 2570 kcal per dag in 1995. Proteïne inname en de consumptie van vetten verhoogde tijdens dezelfde periode van 42 gr tot 70 gram, en van 17 gr tot 45 gr respectievelijk. Het aantal kinderen met groeiproblemen of met ondergewicht halveerde eveneens tijdens dezelfde periode en het inkomen van de landbouwbevolking per hoofd verviervoudigde aldus nog steeds de FAO. Terwijl in de tachtiger jaren het institutionele factoren –zoals het uitbatingsysteem per gezin- waren die verantwoordelijk waren voor een hogere landbouwproductie- en inkomen is volgens wetenschappers de ruimere voedselvoorziening tijdens de jaren negentig jaren meer toe te schrijven aan een betere technologie. Bijvoorbeeld werd de hybride rijst al in 1990 op de helft van de rijstvelden aangewend. Volgens de Chinese cijfers ligt de bijdrage van wetenschap en technologie in de Chinese landbouw echter op 45 pct., wat toch lager ligt dan de 60 pct. in de ontwikkelde landen. Het land heeft proportioneel ook een hoge geïrrigeerde oppervlakte en relatief weinig tractoren.

Hoewel de landbouwproductie verdubbelde en de binnenlandse consumptie verviervoudigde, daalde het aandeel van de landbouw in de export van 50 pct. in 1980 tot minder dan 15 pct. in 1995, terwijl voedselimport viel van 15 pct. tot 4 pct. tijdens deze periode. Gewassen die met 80 pct. de hoofdmoot van de landbouwproductie uitmaakten in 1980, vielen terug tot 58 pct., maar het aandeel van vee- en waterproducten verdubbelde tegen 1995 en ook fruit en groenten zitten duidelijk in de lift. Volgens Chinese bronnen consumeerde de gemiddelde Chinees in 2002 356 kg graan per persoon en 51 kg vlees, 34 kg zeeproducten en 330 kg groenten, wat boven het gemiddelde wereldniveau ligt. Het aantal ingenomen calorieën bedroeg meer dan 2.750 kilocalorie, proteïnen meer dan 70 gram en vet 52 gram, ongeveer het gemiddelde wereldniveau. Van 1996 tot 2002 daalde de Engel Coëfficiënt -het bedrag dat het gezin spendeert aan voeding- bij de landbouwgezinnen van 56.3% tot 46,2 en dat bij de stedelijke gezinnen van 48.8% tot 37.7%. Gezien het inkomen groeit, verschuift ook het voedselpatroon van gewassen (graan, rijst…) en varkensvlees naar meer rundvlees, kip, vis en ook meer groenten en fruit. Van 1996 tot 2002 groeide de verbouwde oppervlakte voor groenten en fruit van 10,4 miljoen ha tot 17,3 miljoen en door betere technieken verdubbelde de productie tot 528 miljoen ton. Tijdens dezelfde periode verhoogde de vleesproductie. Varkensvlees ging van 40,3 tot 43,2 miljoen ton, rund van 3,5 miljoen tot 5,8 miljoen, schaap van 1,8 miljoen tot 3,1 miljoen ton en gevogelte van 10 miljoen naar 12,4 miljoen ton. Volgens Amerikaanse data maken granen (waaronder rijst) en groenten 70 pct. uit van de voedselconsumptie in China, meer dan in de USA terwijl de Chinese vleesconsumptie het wereldgemiddelde overtreft, maar toch nog maar de helft bedraagt van de Amerikaanse. Zoals we zagen wordt het verbruik van groenten en fruit belangrijker evenals landbouwproducten die meer gesofistikeerd zijn zoals geconserveerde of ingevroren producten geschikt voor later gebruik of voor consumptie na het plaatsen in de micro-oven. Momenteel wordt maar een derde van de Chinese voeding behandeld, terwijl dit bij het USA-voedsel drie vierden bedraagt. Voorts geraakt volgens Amerikaanse studies een derde van de Chinese voeding bedorven door gebrek aan koelinstallaties. Niet één van de vijf boeren heeft een koelkast terwijl dit in de steden 90 pct beloopt. In de voedingsnijverheid bedraagt de capaciteit voor koude opslag maar een vierde van de groeiende vraag. Volgens AT Kearney consultancy heeft China tegen 2017 365.000 koelwagens nodig en 5 miljard m³ gekoelde opslagruimte, terwijl het land momenteel maar over 30.000 koelwagens beschikt en over 250 miljoen m³ gekoelde ruimte. Om het gebrek op te vangen zou 100 miljard $ vereist zijn.

Van 2000 tot 2010 komen er in China 100 miljoen consumenten bij, daarna vlakt de groei wat af. Vooral de verstedelijking zal met een tiental procent toenemen en in de steden wordt vastgesteld dat meer vlees, verwerkte voeding, restaurantvoedsel en minder graan wordt verbruikt. De gezinsenquête van 2000 wees uit dat de stedelijke consumptie van vlees per hoofd 40 pct. hoger lag dan de landelijke, dat er 2,5 maal zo veel kip werd gegeten en driemaal zo veel vlees, maar dat het graanverbruik in de steden maar één derde bedroeg van het landelijke graanverbruik. In de steden werd 15 pct. van de voeding verbruikt weg van huis. Er wordt dan ook verwacht dat de hogere urbanisatie 12 pct. min granen(rijst én graan)-consumptie zal veroorzaken, het vleesverbruik met 5 pct. zal stijgen, kip- en eieren met 12 pct. en het visverbruik met 16 pct. Het verbruik van groenten en spijsolie zou gelijk blijven. Hogere inkomens in de steden consumeren meer melk, fruit, bier, gevogelte, vis en groenten. Na de toetreding van China tot de WTO gaat de landbouw meer de richting op van arbeidsintensieve producten zoals groenten en fruit. Vergeleken met rijst verdient een boer drie maal meer aan appels, vijf maal zoveel aan tomaten en ook vijf maal zoveel aan komkommers. Het land staat al in voor de helft van de wereldproductie aan appels en groenten en meer dan 60 pct. bij de peren. Soja dat grondintensief is en nodig voor varkensvoer zou voortaan meer uit het buitenland worden betrokken. De Chinese regering wil minstens 120 miljoen ha landbouwgrond overhouden; momenteel schieten er maar 121 miljoen ha over en jaarlijks keuren lokale overheden goed dat 266.000 ha landbouwgrond wordt opgeofferd voor lucratievere urbanisatie.

 

Pijnpunten

 

Kwantitatief groeide China’s productie van groenten en fruit 2,5 maal tussen 1994 en 2004. In 2003 werden groenten gezaaid op 11 pct. van de landbouwoppervlakte en fruit op 6 pct. van het totale areaal. Vergeleken met de kwantiteit laat de kwaliteit echter te wensen over. Grote boosdoener is het overmatig gebruik van pesticiden. Bij een grootschalig onderzoek over de aanwezigheid van pesticiden bij 51 groenten in 34 steden uit 2003 bleek dat één vijfde tot één vierde van de onderzochte stalen niet in orde was met de normen. Een regeringsrapport raamt het aantal gevallen van pesticidenvergiftiging op 500.000 per jaar en de dodentol op 500. Een studie uit de provincie Zhejiang vond dat 40 pct. van de boeren overmatig pesticiden gebruiken. Bij analyse van de vervuiling van het Taihumeer bleek dan weer dat kunstmest verantwoordelijk was voor 59 pct. van de vervuiling en de industrie maar voor 10 à 15 pct. De site van Greenpeace-China tenslotte meldt dat in China jaarlijks 470 miljoen ha behandeld worden met pesticiden, waarbij groenten à rato van 23,8 pct., rijst met 18,1 pct. en tarwe met 10 pct. samen de helft van het gebruik uitmaken. Insecticiden vormen het grootste gedeelte, gevolgd door herbiciden en fungiciden. Het ministerie van landbouw van haar kant geeft toe dat 7,4 pct. van de verbouwde landbouwgrond ernstig chemisch vervuild is.

Een andere tendens in de landbouw is het streven naar grootschalige kweekbedrijven die zich specialiseren bijvoorbeeld ofwel in kippen ofwel in vissen. Deze fokbedrijven worden in het Engels “Concentrated animal feeding operations” of CAFO’s geheten. varkensMidden de jaren negentig leverden zij 15 pct. van ’s lands varkensvlees, 40 pct. van de kippen en 25 pct. van de eieren. In 2005 stonden ze al in voor de helft: 37 pct. van het varkensvlees, 68 pct. van de eieren, 75 pct. van de kippen, 30 pct. van het rundvlees, 54 pct. van de melk en 41 pct. van het schapenvlees. Op het gebied van vis komt 60 pct. van aquacultuur en zou China het enige land zijn waar deze productie groter is dan de visvangst. China’s CAFO’s produceren echter veertig maal meer stikstof en 3,4 maal zoveel vast afval als nijverheidsfabrieken. Door de stressomstandigheden in deze fokkerijen worden antibiotica gebruikt om de groei te bevorderen, soms metaalhoudende mengsels en zelfs arsenicum dat het vlees rood kleurt. Deze vinden hun weg in grond, drinkwater en vlees. De grote densiteit van de dieren is ook oorzaak van schadelijke gassen voor het broeikaseffect. Het probleem wordt nog erger door de productie van kunstmest die dient ter bevordering van gewassen voor deze fokdieren. De FAO raamt dat 23 pct. van de grond in oostelijk China overladen is met nutriënten van chemische-of organische mest en dus niet in staat is de enorme berg afval van de CAFO’s te verwerken. In Guangdong staan de varkensfokkerijen in voor 72 pct. van de stikstof en 94 pct. van de zwavelemissies in het provinciale watersysteem. Stikstofhoudende stoffen die door de lucht worden meegenomen, kunnen ook tot 80 à 160 km worden meegedragen. De verontreiniging door de CAFO’s is eveneens grotendeels verantwoordelijk voor de algenplaag in China’s grootste meren. Een studie uit de USA tenslotte wijst uit dat werkers in de CAFO’s een vierde meer kans hebben om een longaandoening te krijgen. Een betere integratie van deze fokbedrijven met de landbouw waar de afval op de landbouwgrond zou kunnen uitgespreid als mest ligt moeilijk in China. Enerzijds liggen de fokbedrijven meestal aan de stadsrand en anderzijds hebben de boerderijtjes maar een uiterst gering lapje grond, soms lapjes die niet eens aan elkaar grenzen. Hoopvol is de nieuwe wet op de veehouderij die focust op grootschalige bedrijven, genetische integriteit, voedselveiligheid en bescherming van het milieu door zonering. Ook positief nieuws komt er van Fu Teng, landelijk de grootste ecologisch verantwoorde varkenskweker, dat het de eigen varkensstapel binnen 5 jaar zal uitbreiden to 1,8 miljoen varkens. Ontoelaatbaar daarentegen is dat in aquacultuurbedrijven aangeleverd onzuiver water wordt “schoon” gemaakt door chemicaliën die nadien opgenomen worden door de vissen en schadelijk zijn voor de mens.

 

Groen voedsel

 

In de jaren tachtig werd al geëxperimenteerd met enkele pilootprojecten van ecologische landbouw maar hun producten waren in de markt niet te onderscheiden van de andere. Begin de jaren negentig werd het roer omgegooid en het label “Groene voeding” toegekend aan producten die door een speciaal opgericht centrum “China’s groen voedsel- ontwikkelingscentrum” worden gecertificeerd. De groene label laat ook een prijsverschil toe. In 1993 werd het centrum internationaal erkend en in 1995 certificeerde het twee soorten groen voedsel: Het A-voedsel waarbij het gebruik van kunstmest en pesticiden wordt beperkt en het AA-voedsel dat totaal organisch wordt verbouwd. A-propducten worden om de drie jaar gecertificeerd; AA-producten elk jaar. Tegen 1997 waren er bijna 900 groene producten met een output van 6,3 miljoen ton op 2,1 miljoen hectaren. De groene groei was indrukwekkend. Eind 2000 waren er al 1.831 verschillende groene producten met een output van 15 miljoen ton op een verbouwde oppervlakte van 3,3 miljoen ha. Het bestrijkt een wijde variatie waarvan 30 pct. primaire producten betreffen en 70 pct. verwerkte landbouwproducten. Het is moeilijk winkelen in China zonder het logo van de groene voeding te bemerken. Ondertussen heeft het nationale centrum afdelingen in 29 van de 31 provincies en autonome gebieden. Het waren vooral collectieven die vrij vlug inspeelden op het programma en dit vooral wegens de materiële prikkel van een hogere prijs die soms tot een verdubbeling van het boereninkomen leidde. Hier moet wel bijgevoegd dat 98 pct. van de groene voeding A-producten betreft en dat dus AA-producten nauwelijks 2 pct. uitmaken. Momenteel is 28 pct. van China’s landbouwoppervlakte gewijd aan groene voeding. Het is de bedoeling van het lopende elfde vijfjarenplan dat het percentage groene voeding wordt opgetrokken tot 35 pct. van de landbouwproducten op de markt. China heeft nu na Australië de tweede grootste ecologisch verbouwde oppervlakte. In 2007 waren er al 5315 groene producten met een productie van 72 miljoen ton op 10 miljoen ha. Wat de puur organische landbouw in China betreft, gebruiken 600 producenten op hun 2.647 producten dit logo voor hun 20 miljoen ton die groeit op 3,1 miljoen ha grond. De stad Zhengzhou heeft van haar kant een 370.000 m² groot logistiek centrum voor groene voeding gebouwd dat 690 miljoen yuan gekost heeft. Positief nieuws is er ook van de firma “Groene landbouw” die aankondigde dat ze haar jaarlijkse productie van organische mest zal opdrijven van 10.000 tot 50.000 ton. Voor wat de specifieke gezondheidsvoeding betreft, certifieerde China 7200 producten eind 2005.

 

Veiligheid

 

Net zoals in België de affaire rond vetsmelter Verkest het thema van de voedselveiligheid in een versnelling bracht, waren een reeks binnenlandse- als incidenten met het buitenland de aanleiding om na 2005 schoon schip te maken in de betrokken administratie. Geschat wordt dat toen één vijfde van het voedsel “substandaard” was. De corrupte directeur Zheng Xiaoyu, van de Administratie Voeding- en geneesmiddelen werd ter dood veroordeeld wegens het afleveren van vergunningen tegen 832.000 $ cash en giften. Dat het thema ernstig genomen wordt, bewijst de zelfmoord in augustus van directeur Wu Jianping nadat ook hij het bezoek gekregen had van het gerecht naar aanleiding van mogelijk gesjoemel rond het verplicht stellen van een barcodesysteem. Het melamine-melkschandaal kostte het hoofd van Li Changjiang, hoofd van de voedselinspectie.

In totaal zijn er in China 448.000 ondernemingen die voedsel produceren of verwerken. 26.000 ondernemingen met een zekere schaal (2 miljoen yuan output voor industriële, vijf miljoen voor commerciële) hebben 72 pct. van de markt; 69.000 ondernemingen die zich onder de schaal bevinden, maken 18 pct. uit en de 353.000 andere zijn kleine producenten met minder dan tien werknemers en een marktaandeel van nog geen 10 pct. Bij een steekproef uit 2006 waren maar 70 pct van deze kleine workshops in orde met de regementen. In het recente verleden waren er ook te veel controle-instanties, maar een recente regeling over de voedselveiligheid splitst de taak op in vier linken die respectievelijk vallen onder het departement van landbouw, de kwaliteitsupervisie- en inspectie, nijverheid- en handel en tenslotte het gezondheidsdepartement. De productie van primaire landbouwproducten wordt gesuperviseerd door het ministerie van Landbouw. De kwaliteit en de dagelijkse supervisie van de hygiëne bij het verwerken van voedsel valt onder het departement van kwaliteitssupervisie- en inspectie, het overzien van handel en distributie onder het departement industrie en handel en de cateringindustrie plus refters ressorte(e)r(d)en onder het departement gezondheid. De integratie en coördinatie van de voedselveiligheid evenals opsporingen en straffen voor incidenten gebeurt door het departement voeding en geneesmiddelen dat recentelijk onder het ministerie van gezondheid valt, terwijl de kwaliteit voor import en export gesuperviseerd wordt door het departement kwaliteitsupervisie en inspectie. De taken zijn in theorie afgebakend zodat met de hete aardappel geen pingpong kan gespeeld. Toch wordt opgemerkt dat de niet verwerkte landbouwproducten onder Landbouw blijven vallen, de verwerkte landbouwproducten onder de Kwaliteitsupervisie en verhandelde landbouwproducten onder Handel. Anderen argumenteren dan weer dat een te sterke concentratie van de controle corruptie bevordert. China is van plan om 8,8 miljard yuan te besteden voor een betere werking van de voeding- en geneesmiddelensupervisie. De opbouw van China’s systeem zal een sluitstuk krijgen wanneer volgend jaar de nieuwe wet op de voedselveiligheid wordt gestemd. Dit wetsontwerp dat reeds twee reeksen amendementen onderging, legt onder meer de nadruk op de sociale verantwoordelijkheid van de voedselproducenten en voert de straffen tegen overtreders op. De lokale overheden blijven verantwoordelijk voor de kleine workshops.

Aan wetten ontbreekt het voorts niet: momenteel zijn er betreffende voedselveiligheid 11 wetten, 16 administratieve regelgevingen, 78 departementsregelgevingen en een vijfjarenplan. Daarnaast zijn er 1800 nationale standaarden, 2500 industriële-, 7000 lokale- en 140.000 bedrijfsstandaarden. Eind 2006 had China 323 kwaliteits-inspectiecentra op nationaal niveau en 1780 op een lager niveau. Tegen eind juni 2007 waren meer dan 16.000 voedselveiligheids-regio’s afgebakend met meer dan 25.000 full-time voedselveiligheidsinspecteurs en 72.000 dito coördinators bij de lokale regeringen en dit aangevuld door 106.000 voedselveiligheidsrapporteurs. Er zijn bijna 4000 laboratoria die het voedsel onderzoeken waarvan er 48 voedsel-inspectiecentra zijn op staatsniveau die een internationaal niveau halen. Voor im-en export bestaan er 163 inspectie-en quarantainelaboratoria met 1189 professionelen en 10.000 grote precisie-instrumenten.

 

Controle

 

Om op de markt te mogen komen zijn er diverse vereisten. Vooreerst bestaat er een systeem van productielicenties waarbij voedingsproducenten niet kunnen produceren of hun producten op de markt brengen zonder toelating. Vooraleer de producten op de markt komen moeten ze ten tweede een kwaliteitsinspectie ondergaan. Voorts moet op de voeding een kwaliteitslabel worden aangebracht. Tegen juni 2007 waren 107.000 licenties uitgereikt die 90 pct. van de markt omvatte. 1.276 vergunningen werden geschrapt. Daarnaast wordt de voedselketen gesuperviseerd door het inspecteren via stalen. Tijdens de eerste helft van 2008 kwam 98,4 percent van het gekontroleerde voedsel (3813 soorten voedsel voortgebracht door 3.288 bedrijven) door de kontrole, wat 4 pct meer was dan het jaar voordien en 9 pct meer dan in 2006. Moeilijkst te controleren zijn de kleine werkplaatsen met minder dan 10 werklui. Ze kunnen evenmin starten zonder te voldoen aan de voorwaarden; voedsel van deze werkplaatsen mag niet verkocht buiten het administratieve gebied waar ze gelegen zijn; er zijn beperkingen op hun verpakking zodat hun producten niet verward worden met de vergunde producten; ze moeten ook naar het publiek een gedragscode onderschrijven (bv. dat ze geen additieven gebruiken…). Eind juni 2007 werden 5.631 werkplaatsen gesloten, bij 8.814 werd de productie opgeschort en 5.385 voldeden aan de vereisten na rectificatie.

In 2006 heeft de inspectie 49.000 illegale operaties onderschept met een waarde van 450 miljoen yuan. In hetzelfde jaar heeft het departement handel en industrie 5,6 miljoen persoon/keren besteed aan inspectie van 16.000 voedselmarkten en 10 miljoen persoon/keren voor voedingswinkels: 151.800 winkels zonder vergunning werden gesloten, 4.629 vergunningen werden teruggetrokken, 68.000 gevallen van minderwaardig voedsel werden behandeld waardoor 15.500 ton substandaard voedsel van de markt werd gehouden en 48 gevallen kwamen voor de rechtbank. Tijdens de melkcrisis werden 5.000 inspecteurs uitgezonden die 10 miljoen liter melk inspecteerden en 82.000 ton zuivelproducten uit de handel namen. Nadien werden stringente regels voor de melk- en zuivelindustrie van kracht. De melkstations –waar het gesjoemel met melamine plaats vond- zullen blijvend aan kontrole worden onderworpen. Naast het nieuw wetsontwerp op de voedselveiligheid lijken ons ook nog gedetailleerde regels en kontrole nodig in andere sectoren vooraleer zich opnieuw schandalen voordoen met pesticiden in voedsel of residus van detergenten in vis.

 

Zie ook CCTV-video over organische landbouw in China

 

Selecte bibliografie

 

China’s Food Quality and Safety, gov.cn, 17/08/2007

China’s Food and Agriculture: Issues for the 21st Century. Fred Gale, editor,

Market and Trade Economics Division, Economic Research Service, U.S.

Department of Agriculture. Agriculture Information Bulletin No. 775.

Report on the State of China’s Food Security, Ministry of Agriculture of PRC, April 2004

Agricultural Policy and Food Security in China, FAO, http://www.fao.org/docrep/004/ab981e/ab981e0c.htm

The Greening of China’s Food -Green Food, Organic Food, and Eco-labelling,

John Paull,The Fenner School of Environment and Society, The Australian National University Canberra

A Market Road to Sustainable Agriculture? Ecological Agriculture, Green Food and Organic Agriculture in China, Richard Sanders

http://www.greenpeace.org/china/en/campaigns/food-and-agriculture/pesticides

China’s Compliance with Food Safety Requirements for Fruits and Vegetables,

Promoting Food Safety,Competitiveness, and Poverty Reduction, World Bank,

Environmental and Food Safety Concerns of China’s Aquaculture and Animal Husbandry

L. J. Ellis and J.L. Turner, in China Environment Series, Issue 9, 2007

ATKEARNEY, Food Safety in China, http://www.atkearney.com/main.taf?p=1,5,1,190 seri

 

Zes

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *