De Nationale Dag is China’s tweede belangrijke feestdag. In China wordt dat uitgebreid gevierd met een week vrij die, gezien het gunstige klimaat rond die tijd, de Gouden Week genoemd wordt. Hong Kong is een deel van China, maar zoals bekend, een deel met eigen geschiedenis. Wij waren daar op 30 september aangekomen. Hierbij een verslag met enige persoonlijke impressies.

Een versierde straat in Hong Kong; foto van de auteur
De vooravond
We landden laat in de middag op het vliegveld van Hong Kong, na een vlucht van 12 uur. Normaal ben je, zodra je het vliegveld uit bent met de Airport Express en een taxi snel bij je hotel. Die dag echter werden bij de taxistandplaats begroet met de mededeling dat er op dat moment een schaarste aan taxi’s was. In plaats van de verwachte 15 minuten, duurde de reis naar het hotel bijna 2,5 uur. Het probleem was dat iedereen die dag vroeg uit het werk kwam en veel mensen diners geboekt hadden om de komende feestdag te vieren. Er heerste een sfeer vergelijkbaar met die van oudejaarsavond.
Eindelijk in het hotel hadden we weinig tijd om ons te verfrissen, want lokale vrienden hadden ons uitgenodigd om mee eten. Gelukkig was de sfeer tijdens het diner zo goed, dat er geen ruimte was om slaperig te worden. Het was ook een bijzondere groep personen. Een deel bestond uit Chinese zakenmensen die vanuit Hong Kong hun bedrijf runnen. Een ander deel waren bestuurders van Hongkongse afdeling van Chinese organisaties, zoals banken. Het was duidelijk dat deze vriendengroep oude bekenden voor het restaurant waren. Dit diner bood een goede inkijk in de omvang van de bijdrage die Chinese ondernemers aan de lokale economie. Daarbij viel wel op dat er, in ieder geval tijdens dit diner, geen autochtone Hongkongers waren.
De dag zelf
Die dag hadden we niets gepland. We wilden eerst de omgeving van het hotel verkennen. Twee zaken vielen daarbij op: er waren zeer veel huishoudsters uit de Filippijnen en Indonesië in de straten en parken in de buurt van het hotel. Dat zie je wel vaker op zondagen, maar kennelijk hadden zij ook op deze Nationale Dag een extra dag vrij. Ten twee hoorde je in de winkelstraten overal Mandarijn praten, opmerkelijk meer dan het lokale Cantonese dialect. Dat waren vooral vastelanders die in China hun Gouden Week vierden. Naast de inbreng van de Chinese zakenwereld leveren ook Chinese toeristen een aanzienlijke bijdrage aan de economie van Hong Kong. De meeste medewerkers van hotels en winkels spreken tegenwoordig ook Mandarijn. Van de Nationale Dag zelf was eigenlijk niet zoveel te horen of te zien. Je zag veel vlaggen en hier en daar slogans. Er is in Hong Kong ook geen Gouden Week, maar slechts één vrije dag.
De dag erna
2 oktober was weer een gewone werkdag in Hong Kong. De vele kinderen waren uit het straatbeeld verdwenen; die zaten weer op school. De vlaggen en slogans hingen voorlopig nog op openbare gebouwen. De binnenlandse toeristen bleven nog even en zorgden nog steeds voor extra drukte op de diverse attracties. Verder was het business as usual.
Het zou onwaar zijn te stellen dat de Nationale Dag in Hong Kong niet gevierd wordt, maar het verschil met binnenland is nog vrij groot. Er is aan de andere kant ook geen enkel teken van tegenstand te zien. Je kunt dus zeker ook niet zeggen dat er van aversie sprake is. Hong Kong kent überhaupt meer feestdagen dan het Vasteland, dus die ene extra legt niet zoveel extra gewicht in de schaal. In ieder geval geven de binnenlandse toeristen er veel extra geld uit.
Bron: eigen observaties van de auteur