Het Amerikaanse Pew Research Center heeft onlangs de uitslag van een onderzoek gepubliceerd over welke landen welk ander land als de grootste bedreigen of bondgenoot zien. China speelt daarin een centrale rol. De uitslagen zelf zijn niet spectaculair, maar leveren wel een goede basis voor kritisch beschouwing over hoe deze percepties tot stand komen. Op dit vlak schieten de onderzoekers van Pew nogal tekort.

Screen shot van Pew site (disclaimer); een PDF-versie is downloadbaar van die site
Landen die China als hun grootste bedreiging beschouwen
Verenigde Staten
42% van de Amerikanen noemt China als de grootste bedreiging voor hun land – meer dan enig ander land – en noemt zowel economische als nationale veiligheidsproblemen bijna gelijk (64% economisch, 61% veiligheid). Republikeinen zien China overweldigend als de hoogste prioriteitsdreiging (58%), terwijl Democraten nu vaker Rusland (39%) noemen.
Japan
In Japan beschouwt ongeveer 50% van de volwassenen China als de grootste bedreiging van hun land, met een sterkere neiging tot veiligheidszorgen dan economische (54% versus 41%).
Australië
Evenzo beschouwt in Australië ongeveer de helft van de ondervraagde volwassenen China als hun grootste bedreiging, waarbij de economische en de veiligheidsdimensies ongeveer gelijk worden gewogen; bovendien gelooft 69% dat het ‘enigszins of zeer waarschijnlijk’ is dat China binnen 20 jaar een militaire bedreiging zal worden.
Andere landen in Azië-Pacific
Terwijl India en Zuid-Korea China als de grootste of op één na grootste bedreiging beschouwen, domineren andere zorgen nog steeds vaak. In India noemt 41% Pakistan als de grootste bedreiging, met China op de tweede plaats (≈33%). In Zuid-Korea leidt Noord-Korea (≈40%) om bekende redenen, gevolgd door China (≈33%).
Waarom deze landen China als de grootste bedreiging zien
1. Militaire expansie en regionale assertiviteit
China’s snel moderniserende militaire technologie – inclusief vliegdekschepen, hypersonische raketten, ruimtevaart en nucleaire onderzeeërs – in combinatie met militaire oefeningen in de buurt van Taiwan, de Senkaku/Diaoyu-eilanden en de Zuid-Chinese Zee, alarmeert buurlanden en de VS.
2. Economische dwang en strategische afhankelijkheden
China’s Belt and Road Initiative (BRI), dominantie in kritieke grondstoffen zoals zeldzame aardmetalen en invloed op infrastructuurinvesteringen versterken de angst dat economische hefboomwerking als politieke druk wordt gebruikt. Inbreuk op intellectueel eigendom en cyberspionage worden op grote schaal gemeld. Deze dragen bij aan de opvattingen over China als een dubbele economische en veiligheidsuitdaging.
3. Geopolitieke invloed & autoritair model
China wordt gezien als het bevorderen van een autoritair bestuursmodel, botsend met ‘democratische waarden’ en op internationale ‘regels’ gebaseerde normen. De NAVO- en EU-regeringen behandelen China steeds meer als een systeemrivaal (zie commentaar), bezorgd over China’s vriendschap met Rusland. Ook menen veel westerse landen dat China poogt het mondiale bestuur in zijn voordeel te hervormen.
Land/Regio |
China als 1 bedreiging? |
Belangrijkste zorgen |
Verenigde Staten |
Ja (≈42%) |
Economische en veiligheidsbedreigingen in verband met de militaire opkomst van China en wereldwijde economische strategieën |
Japan |
Ja (≈50%) |
Veiligheidsdominantie – territoriale geschillen & krachtprojectie |
Australië |
Ja (≈50%) |
Mix van economische concurrentie en militair risico |
Zuid-Korea |
Tweede (na N. Korea) |
Regionale veiligheid |
India |
Tweede (na Pakistan) |
Grensspanningen, militaire rivaliteit |
Europa en andere regio’s
In heel Europa blijft Rusland de dominante waargenomen dreiging. China staat doorgaans op de derde plaats achter Rusland en de VS in enquêtes naar de perceptie van dreiging in de meeste Europese landen. Litouwen is een opmerkelijke uitzondering – het was de eerste Baltische staat die China formeel een bedreiging voor de nationale veiligheid brandde (sinds 2019), met opgave van spionage, inmengingscampagnes en economische vergelding in verband met Taiwan-gerelateerde beleidsbeslissingen als reden.
Conclusie
De Verenigde Staten, Japan en Australië vallen wereldwijd op als landen die China het meest identificeren als hun grootste bedreiging – gedreven door een mix van militaire machtsprojectie, economische dwang en ideologische rivaliteit. Andere landen in Azië en de Stille Oceaan plaatsen China als een aanzienlijk zorgwekkende actor, maar vaak ondergeschikt aan directe regionale tegenstanders zoals Pakistan of Noord-Korea. In Europa wordt China meer gezien als systemische concurrentie dan als direct militair gevaar.
Landen die China als bondgenoot beschouwen
Volgens de wereldwijde enquête van 2025 van het Pew Research Center identificeren de volgende landen China als hun bondgenoot.
Zuid-Afrika: ongeveer 45% van de respondenten zegt dat China de belangrijkste bondgenoot van hun land is, meer dan degenen die de VS noemen. (≈28%) .
Indonesië: neigt er ook naar om China te noemen als hun belangrijkste bondgenoot.
In andere landen met een middeninkomen (bijv. Brazilië, Mexico, Argentinië), domineren de VS overweldigend als top bondgenoot. China staat af en toe op de tweede plaats, maar staat zelden op de eerste plaats.
Landen met een diepe strategische band
Bepaalde landen onderhouden uitzonderlijk nauwe partnerschappen met China – sommige formeel, andere meer pragmatisch en strategisch:
Pakistan
China verwijst naar Pakistan als zijn ‘strategische partner voor alle weersomstandigheden’. Pakistan is sterk afhankelijk van China voor militaire steun, infrastructuurinvesteringen en diplomatieke steun voor kwesties als Kashmir. Pakistan is de grootste koper van Chinese wapens, goed voor meer dan 60% van zijn wapenimport, en organiseert geregeld gezamenlijke militaire oefeningen. Recentelijk haalden Pakistaanse piloten met Chinese jachtvliegtuigen en raketten Indiase vliegtuigen neer, waaronder hypermoderne Franse Rafales.
Rusland
China en Rusland delen een ‘alomvattend strategisch partnerschap’ en werken nauw samen in multilaterale fora (bijv. BRICS, SCO, VN), militaire oefeningen en diplomatieke afstemming – vooral wanneer het gaat om wereldwijd verzet tegen de invloed van de VS. Hoewel het geen formele militaire alliantie is, is hun coördinatie diep strategisch.
Noord-Korea
Historisch gezien is Noord-Korea een van China’s oudste bondgenoten, gebonden door een wederzijds defensieverdrag uit het Koreaanse oorlogstijdperk. Ondanks spanningen rond de nucleaire activiteit van Noord-Korea, blijft China zijn primaire reddingslijn voor handel, voedsel, energie en diplomatieke dekking – ook al is de relatie de afgelopen jaren enigszins afgekoeld.
Iran
Als onderdeel van China’s strategische Belt & Road-netwerk en energiealliantie en medelid van BRICS, rekent Iran op China voor kritieke olie-export, infrastructuurinvesteringen en diplomatieke steun in internationale instellingen. China en Iran coördineren nauw binnen de SCO en bredere geopolitieke afstemmingen.
Regionale partners die vaak op één lijn staan met China
Cambodja, Laos, Myanmar, Vietnam: deze Zuidoost-Aziatische staten steunen vaak (maar niet altijd) de standpunten van China over de soevereiniteit van de Zuid-Chinese Zee. Ze ontvangen aanzienlijke BRI-investeringen, leningen, infrastructuurondersteuning en militaire samenwerking. Deze landen geven vaak prioriteit aan China boven westerse machten in regionale blokken zoals ASEAN.
Servië en Hongarije: Onder de Europese landen worden zowel Servië als Hongarije geregeld gezien als vertrouwde partners van China. Ze ontvangen grote infrastructuurinvesteringen en staan vaak op één lijn bij kwesties als territoriale integriteit en buitenlandse kritiek. Servië ondertekende in 2023 een strategisch partnerschap voor de ‘gedeelde toekomst’ en Hongarije heeft herhaaldelijk de kant van China gestaan in EU-debatten.
Zuid-Afrika: Naast het noemen van China als zijn belangrijkste bondgenoot in eigen land, is Zuid-Afrika een belangrijke BRICS-partner en werkt het nauw samen aan economische ontwikkelingskaders en diplomatieke afstemming bij de VN.
Tabel van landen die China als partner beschouwen
Land of regio |
Waarom ze op één lijn staan met China |
Zuid-Afrika Indonesië |
Zie China als een betrouwbare economische partner en tegenwicht voor westerse machten; eerste in opiniepeilingen die China als top bondgenoot noemen |
Pakistan |
Diepe militaire samenwerking, economische infrastructuur en gedeelde strategische doelen; beschreven als ‘all-weather’ en ijzeren vriendschap |
Rusland |
Gecoördineerde wereldwijde diplomatie, afstemming in BRICS/SCO, militaire oefeningen; gedeelde wens om de Amerikaanse invloed tegen te gaan |
Iran |
Energie-zekerheidspartnerschap, infrastructuurdeals, wederzijdse geopolitieke steun in multilaterale fora |
Cambodja Laos Myanmar Vietnam |
Hoge afhankelijkheid van Chinese investeringen, politieke afstemming op soevereiniteitskwesties, grote BRI-infrastructuurprojecten |
Servië Hongarije |
Europese uitzonderingen – openlijk voorstander van China in de EU, en ontvangers van zware infrastructuurinvesteringen via Belt and Road |
Commentaar
Perceptie van de VS
Graag begin ik mijn kritische analyse met een positieve noot: als Amerikaanse organisatie probeert Pew Research niet te verhullen dat de reputatie van hun land, ook onder bondgenoten, lang niet zo positief is als de term ‘bondgenoten’ zou doen vermoeden. NAVO-lid Spanje leidt in dat opzicht met 31% van de Spaanse respondenten die de VS als de grootste bedreiging zien. Bij Canada is dat zelfs 59%. Echter, bij Canada schieten de onderzoekers in een onderrapporterende modus. De naam van Donald Trump komt niet één keer in het rapport voor, terwijl zelfs een kind weet dat die vrees onder de Canadezen op de waanzinnige uitspraken van Trump gebaseerd is. Dat was de perceptie van de VS; nu terug naar China.
Perceptie van China
De uitslagen van dit onderzoek laten zien dat het met de perceptie van China als bedreiging nog wel meevalt. In geen enkele van de bij het onderzoek betrokken landen beschouwt meer dan de helft van de burgers China als een bedreiging. In de EU-landen blijft dit percentage zelfs onder 10, met uitzondering van het VK. Bovendien ziet men in de meeste EU-landen de VS als een grotere bedreiging dan China.
Media
De media vormen de grote afwezige in dit rapport. In de PDF-versie van het rapport komt het woord ‘media’ slecht één keer voor. Per land vertellen de onderzoekers dat de perceptie van China als bedreiger gebaseerd is op gedrag van China in de internationale arena, of het economisch succes van China, enz. Daar blijft het echter bij. Ze hebben niet verder onderzocht wat de bronnen van die perceptie onder de respondenten is. Dat zijn toch in de eerste plaats de dagbladen en nieuwsprogramma’s op radio en TV. Het rapport gaat dus ook niet in op het feit dat westerse media al jarenlang vrijwel uitsluitend negatief over China schrijven en spreken. Dit is een ernstig tekort, want nu lijkt het alsof de rapporteurs ervan uitgaan dat de respondenten over volledige kennis van zaken beschikken.
Overheden
Een onderwerp dat slecht indirect aangestipt wordt is het beleid van het westen en individuele westerse regeringen jegens China. Zo zijn er sancties opgelegd en wordt er geregeld met nieuwe sancties gedreigd. Sanctie is een woord met een negatieve connotatie; een straf. Wie sancties opgelegd krijgt heeft iets gedaan dat die sancties uitgelokt heeft; die persoon of natie is dus ‘fout’. Dan zijn er de officiële reisadviezen. In België zijn die nog redelijk neutraal, maar Nederland blijft hardnekkig volharden met code geel, terwijl China een van de veiligste vakantielanden ter wereld is. Ik denk dat niet, ik weet dat uit eigen ervaring. In de VS zijn de adviezen nog negatiever geformuleerd. Ik blader in eigen land geregeld door de reisadvertenties in de dagbladen. Ik zie daar opvallend weinig advertenties voor Chinareizen, inclusief van reisbureau’s die op de site meerdere reizen aanbieden. Dit gebrek is zo systematisch dat ik de sterke indruk heb dat dagbladen ook advertenties voor reizen naar China weren, dan wel dat reisorganisaties er niet mee durven te adverteren. Dit, in combinatie met de vrijwel volledig negatieve rapportage in de pers versterkt het idee dat er sprake is van een trend door de gehele westerse wereld waarin directe toegang tot informatie uit China, inclusief een bezoek aan het land, zoveel mogelijk onderdrukt wordt.
EU
De EU valt eigenlijk ook onder overheid, maar verdient speciale vermelding. Een aantal jaren geleden heeft de EU de term ‘systeemrivaal’ bedacht als bijnaam voor China. Dit wordt in het PEW-rapport slechts vermeld, zonder enig commentaar. Dit is echter een term uit de koker van voormalige koloniale naties. China was ooit het beloofde land, een zwart gat waar we alles wat de EU produceerde in kwijt konden. China liep in alle technologiën meerdere jaren achter en het land had nog ‘een hele weg te gaan’. Dat werd snel anders en China streefde ons zelfs in steeds meer gebieden voorbij. Dat was niet de bedoeling. China werd een grote boosdoener, wiens producten we vooral niet moesten kopen. Daarna kwamen de sancties, zoals het verbod op de export naar China van bepaalde producten en technologieën. Dit was een politieke beslissing waarover veel ondernemingen zich negatief uitlieten. Ondanks dat werd China voor een groeiend aantal niet-westerse landen het grote voorbeeld dat een natie economisch kon groeien zonder de westerse manier van doen over te nemen. Het westen is niet langer de benchmark. Dat dreef de EU tot het lanceren van de term systeemrivaal. Een lichtpunt is dat dit rapport laat zien dat China aan de ene kant door velen in de EU als bedreiging gezien wordt, maar dat de percentages niet zo hoog zijn. Niet alleen CEO’s van multinationals, maar ook veel EU-burgers hebben een andere perceptie van China dan hun overheden; ondanks de enorme anti-China propaganda in de media.
Conclusie
Dit Pew-rapport bevat interessante bevindingen die veel vermoedens met harde cijfers bevestigen. Meerdere artikelen op Chinasquare wijzen op de sterke pogingen van veel westerse regeringen China in een kwaad daglicht te stellen (zie diverse links in dit artikel). Ook al wordt de invloed van overheden en media niet direct besproken, de opinies van de respondenten hebben uiteraard de media als belangrijkste bron. De bevindingen van Pew laten zien dat dit beleid er niet toe geleid heeft dat China door een meerderheid van de bevolking als een bedreiging gezien wordt. Dit betekent dat, als onze overheden hun mediabeleid jegens China maar enigszins zouden verzachten en toerisme richting China niet meer zouden afraden de opvattingen over China onder de bevolking drastisch zouden veranderen.
Bron: PEW Research Center; eigen onderzoek van de auteur
De standpunten in opiniestukken zijn niet noodzakelijk identiek aan de redactionele lijn van ChinaSquare. De verantwoordelijkheid voor de inhoud ligt bij de auteur.