De jaarlijkse Centrale Economische Werkconferentie legde begin december een blauwdruk voor 2026 vast. De eerste van acht vooropgestelde belangrijke taken voor 2026 is het beter in overeenstemming brengen van aanbod en vraag, concreet het wegwerken van overcapaciteit. In dit artikel gaan we vooral in op het prioritair verhogen van de binnenlandse vraag.

Vooreerst erkent de conferentie dat het onevenwicht tussen een hoge productiecapaciteit en het binnenlands verbruik ernstig is. Daar waar vorig jaar nog sprake was van ‘onvoldoende vraag’ spreekt het rapport dit jaar over ‘een prominente tegenstelling tussen een sterk aanbod en een zwakke vraag’.
Dit heeft een extreme concurrentie tot gevolg, met lage prijzen die geen toekomstgerichte investeringen mogelijk maken, een aantal bedrijven richting failliet voert en zorgt voor hoge werkloosheid bij schoolverlaters. In China spreekt men van ‘involution’.
De lage prijzen sporen de consumenten bovendien aan om aankopen uit te stellen in het vooruitzicht van nog lagere prijzen. Dat remt bijvoorbeeld de woningsector af om het aanbod leegstaande woningen weg te werken.
Het herstellen van het evenwicht tussen vraag en aanbod is een noodzakelijke voorwaarde om verder door te groeien.
Het economisch dagblad Caixin vindt noteert dat in het werkplan de klassieke strategie ‘vooruitgang boeken terwijl stabiliteit nagestreefd wordt’ nu aangevuld is met ‘ kwaliteit en efficiëntie nastreven’ en interpreteert dit als een signaal dat echt prioriteit gegeven wordt aan de aanpak van structurele problemen zoals overcapaciteit.
Deeloplossingen
De Chinese regering neemt diverse maatregelen om de minst efficiënte en minst moderne productiecapaciteit te laten sluiten. Een sleutelelement daarbij is het centraal opleggen van een nationale vrije markt. Overcapaciteit is immers in veel gevallen het gevolg van beslissingen van overheden op lager niveau die absoluut allemaal een lokale kampioen in een veelbelovende technologiesector ondersteunen. Ook de politiek van kredietverlening door de staatsbanken moet meehelpen om de zwakste productiecapaciteiten te elimineren.
Op het niveau van de vraag rekent de Chinese overheid deels op een verdere groei van de uitvoer, vooral in nieuwe sectoren zoals groene energie, elektrische auto’s, telecommunicatie enz. De geopolitieke toestand maakt dat deze groei niet uit de VS of de EU zal komen maar vooral van landen uit het globale zuiden. Maar dat kan uiteraard niet onbeperkt. China boekte in 2025 en record overschot van 1.000 miljard dollar op de handelsbalans in goederen. Dat overschot wordt slechts ten dele gecompenseerd door een tekort op de dienstenbalans en door Chinese buitenlandse investeringen.
Hoe het binnenlands verbruik verhogen?.
Hoe kan China Wang modaal er toe brengen meer te consumeren? Loonsverhoging op zich is geen wonderoplossing. Chinezen zijn spaarders, ze potten een groot deel van hun inkomen op voor ernstige ziekte, voor de opvoeding van hun kind(eren) , de aankoop van een woning voor hun kind(eren), of voor hun oude dag op het platteland met een laag of geen pensioen.
De voorbije jaren moedigde de overheid consumptie vooral met specifieke maatregelen zoals aankoopcheques aan. Maar dat blijkt onvoldoende. Het helpt bijvoorbeeld niets aan de zwakke verkoop van woningen. Voor 2026 is meer binnenlands verbruik dus een prioriteit.
Wat Xi er over vertelde
Om de nieuwe prioriteit extra te beklemtonen heeft het theoretische partijblad Qiushi (Zoeken naar Waarheid) onlangs een aantal citaten van secretaris-generaal Xi Jinping gepubliceerd.
In 2015 legde Xi uit: ‘In het verleden bleef de productiecapaciteit van ons land achter, waardoor de focus lag op het uitbreiden van investeringen en het vergroten van de productiecapaciteit. Nu we een overschot aan productiecapaciteit hebben, is blindelings vertrouwen op het uitbreiden van investeringen om de groei te stimuleren slechts beperkt effectief en levert het steeds minder rendement op. Hoewel investeringen op korte termijn een belangrijke drijvende kracht kunnen zijn voor economische groei, is consumptie uiteindelijk de blijvende drijvende kracht achter economische groei’
In 2020 waarschuwde hij tegen te grote afhankelijkheid van uitvoer: ‘ We moeten de stimulering van de binnenlandse vraag stevig als strategisch speerpunt beschouwen, zodat de verschillende schakels van productie, distributie, circulatie en consumptie meer afhankelijk worden van de binnenlandse markt … China telt momenteel ongeveer 400 miljoen mensen met een middeninkomen, het grootste absolute aantal ter wereld. We moeten de groei van de middenklasse tot een belangrijk beleidsdoel maken… ‘
Hoe dat in de praktijk moet schetste Xi toen ook al: ‘“Het stimuleren van de consumptie vereist het bevorderen van werkgelegenheid, het verbeteren van de sociale zekerheid, het optimaliseren van de inkomensverdeling, het vergroten van de middenklasse en het solide bevorderen van de algemene welvaart. Het stimuleren van de consumptie moet gepaard gaan met een verbetering van de levenskwaliteit, het inspelen op de werkelijke behoeften van verschillende inkomensgroepen en het vergroten van de koopkracht en koopbereidheid van de bevolking door middel van een kwalitatief hoogwaardig aanbod.
Xi vermeldde vervolgens een lijst van domeinen waarop actie moet ondernomen worden. Dat gaat van beter aangepast aanbod en meer diensten over meer aandacht voor het levensniveau op het platteland en betere technische opleiding zodat jongeren makkelijker een baan vinden tot hogere overheidsuitgaven voor onderwijs, gezondheidszorg, ouderenzorg en kinderopvang .
Wat te verwachten voor 2026 en voor het vijfjarenplan 2026-2030?
Qiushi publiceerde ook verschillende interviews met adviezen van experts voor de korte en middellange termijn.
Yu Chunhai, decaan van de Faculteit Economie van de Renmin Universiteit zegt dat China meer moet ‘Investeren in mensen’. Meer middelen moeten naar gebieden gaan zoals onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en sociale zekerheid. Het menselijk kapitaal verhogen zal ook de consumptiecapaciteit verhogen.
Cai Fangō, economist gespecialiseerd in de arbeidsmarkt en adviseur van de Chinese leiding benadrukt dat China zich historisch gezien meer heeft gericht op het verminderen van de ongelijkheid tussen stad en platteland, en dat de inkomensongelijkheid binnen stedelijke gebieden op de lange termijn niet is verbeterd. Hij betoogde dat stedelingen meer directe druk ondervinden van de ontwrichting door moderne technologie zoals AI dan plattelandsbewoners, waardoor daar grotere overheidsinspanningen nodig zijn.
Zijn advies is het versterken van de fiscale draagkracht van het land door middel van belastinghervorming, terwijl het sociale zekerheidsstelsel wordt versterkt om gerichte steun te bieden aan kwetsbare groepen. De belastingen moeten efficiënter de zwaarste lasten op de sterkste schouders leggen en beter verdeeld worden tussen centrale en lokale niveaus, rekening houdend met de lokale noden. Basisvoorzieningen moeten een betere inkomensverdeling bevorderen: ondersteunend beleid gericht op geboorte, ouderschap en onderwijs; ontwikkeling van menselijk kapitaal gericht op onderwijs en training; openbare arbeidsbemiddeling en arbeidsmarktinstellingen gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de werkgelegenheid; beleid gericht op vergrijzing, ouderenzorg, ondersteuning en de ontwikkeling van de zilvereconomie; beleid voor betaalbare huisvesting; een stelsel van sociale zekerheidsstelsel met drie pijlers: gezondheidszorg, sociale verzekeringen en sociale bijstand gericht op kwetsbare groepen.
Gao Peiyong van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen pleit ook voor hervorming van het inkomensverdelingssysteem. Hij wil overgaan van een overwegend indirect naar een meer rechtvaardig direct belastingstelsel, de individuele inkomstenbelasting uitbreiden; de pensioendekking uitbreiden en de subsidies voor lage-inkomensgroepen verhogen.
Onder het huidige systeem betalen individuelen weinig belastingen, zodat er geen herverdeling plaatsvindt. In de sociale zekerheid is er een dubbel statutair verschil : stad tegenover platteland en werknemers in staatsbedriiven tegenover werknemers in de privésector, migranten en werknemers in onregelmatige statuten. Indien deze situatie niet verbetert is het stimuleren van het verbruik complex.
Wat de experts vertellen zijn uiteraard slechts adviezen. De algemene richtlijnen van de Centrale Economische Werkconferentie voor 2026 en die voor het nieuwe vijfjarenplan 2026-2030 worden intussen door elk betrokken ministerie concreet uitgewerkt.
In dat verband stelt Zheng Shanjie, hoofd van de NDRC, het superministerie van economische zaken, in een artikel in de partijkrant Renmin Ribao met als titel ‘Ondersteun de strategische basis van het stimuleren van de binnenlandse vraag’ expliciet dat ‘het alomvattend stimuleren van de binnenlandse vraag’ de hoogste prioriteit krijgt.
Bronnen: Xinhua, Renmin Ribao, Inside China, Caixin
