Het hoofd van de grootste olie- en gasmaatschappij in China geeft zijn mening over de oorzaken van de luchtvervuiling en over de complexiteit van het probleem: de afhankelijkheid van steenkool en het beleid van provinciale regeringen.
Fu Chengyu, die sinds 2011 de leiding heeft van de Sinopec Group, heeft in de wandelgangen van de parlementszittingen journalisten van de Beijing Times te woord gestaan en zijn licht laten schijnen over de problematiek van de luchtvervuiling. Dit thema is uiteraard al een aantal keer aan bod gekomen tijdens de vergaderingen. Voor de zitting van het Nationaal Volkscongres was het al duidelijk in beeld gekomen, letterlijk en figuurlijk door de documentaire ‘Under the Dome’, die eerst door miljoenen werd bekeken, door de milieuminister geprezen en vervolgens werd weggecensureerd. Aan het eind van de algemene vergadering van het parlement beantwoordde premier Li Keqiang een vraag van een westers journalist over Under the Dome. Zonder zelf de titel te noemen liet hij blijken dat datgene wat in de film was veroond wel degelijk een impact had gemaakt, niet alleen op het publiek, maar ook op de regering en de volksvertegenwoordigers.
Luchtvervuiling door steenkool, niet olie…
In die videoreportage had de televisiemaker Chai Jing onder andere Sinopec en de China National Petroleum Corporation beschuldigd van de productie van vervuilende olie. Zij weet dat aan de hoge kosten en het gebrek aan nationale normen. De baas van de Sinopec Group, een van de grootste staatsbedrijven en het op een na grootste chemische bedrijf in de wereld, verdedigt zijn sector nu en geeft een andere en, volgens hem , meer realistische kijk op de oorzaken van de vervuiling en de strijd ertegen. Fu wijst erop dat China noodgedwongen 66 % van zijn energie uit steenkool haalt. Olie levert maar 18% van de energie. Hij zegt dat de zoektocht naar schone steenkool een oplossing biedt, maar nog lang zal duren. Sinopec kan volgens hem zeer zeker schonere olie produceren en er zijn wel degelijk nationale normen. Het zijn de regionale en lokale regeringen die beslissen welke olie zij kopen, niet Sinopec. Het is een feit dat sommige overheidsverantwoordelijken kiezen voor goedkope olie van slechte kwaliteit en het resultaat is dat er zoveel verschillen zijn tussen de provincies, dat het wel lijkt alsof er geen nationale afspraken zouden zijn. De hervorming van Sinopec en andere staatsbedrijven, onder andere nodig voor een duurzame productiewijze, gaat niet vanzelf, aldus Fu. ‘De injectie van 100 miljard yuan (15 miljard euro) aan privékapitaal zal mijn bedrijf wel meer mogelijkheden geven, maar dat neemt niet weg dat we onze manier van ondernemen moeten veranderen. Het kernprobleem is dat van de toekomst van tienduizenden arbeiders. We moeten innoveren, massale ontslagen vermijden, en banen creëren voor de mensen die toch moeten gaan.’
De sleutel van een complex probleem
Ook de China Daily heeft in zekere zin een enigszins nuancerend commentaar gegeven bij ‘Under the Dome’ en gewezen naar de verantwoordelijkheid van lokale overheden. De krant erkent dat de regering grote inspanningen heeft geleverd en dat de resultaten die Chen Jining, de nieuwe milieuminister, heeft opgesomd reëel zijn. ‘Toch’, schrijft de krant, ‘is de vervuiling te ernstig opdat de maatregelen op korte tijd een duidelijk effect kunnen sorteren.’ Chen Jining had het probleem overigens ook ‘een nooit geziene tegenstelling tussen ontwikkeling en milieubescherming genoemd’. Vervolgens noemt de China Daily die ideeën van Chen Jining om dat op te lossen die volgens haar de beste zijn: nog strengere wetgeving, meer macht voor de inspecteurs, enz. Ook de journalisten van de krant komen echter uiteindelijk uit bij de plaatselijke overheid. Die moet meer daden stellen in de strijd tegen de pollutie, en niet enkel beloften doen om het publiek te sussen’.
China Daily, South China Morning Post, Xinhua
De vervuilers zelf dragen natuurlijk de grootste verantwoordelijkheid