Routledgeboek over minderheden in Xinjiang

‘Inside Xinjiang’ is een Routledgeboek dat de plaats van de moslim minderheden in Xinjiang behandelt. De rode draad is de stelling dat deze minderheden door de Han bevolking gekoloniseerd worden in eigen land. De discriminatie die de Oeigoeren ondervinden, is volgens het boek de schuld van de binnengestroomde Han migranten die zijn komen te overheersen en de beste posities en locaties voor zich reserveren.

De volledige titel heet ‘Inside Xinjiang Space, place and power in China’s Muslim Far Northwest’. De samenstellers hebben een tiental bijdragen van diverse auteurs gebundeld rond het onderwerp moslims in Xinjiang. Het probleem is bekend. Bij het ontstaan van de Volksrepubliek bestond de bevolking in Xinjiang voor 75% uit Oeigoeren. Het aandeel van de Hanbevolking bedroeg nauwelijks 6,7%. Door de migratie van Hanbevolking naar de provincie maken de Han nu 40% uit en daalde het percentage Oeigoeren tot eveneens 40%. De bundeling van artikels telt drie onderdelen. Een eerste deel kijkt naar het leven in de grensprovincie. Een tweede deel behandelt specifiek de interetnische relaties. Het derde deel is gewijd aan de regeringspolitiek in de regio.

Het leven

Het eerste hoofdstuk schetst de collectivisering die de Zuid-Xinjiang meemaakte in de Maotijd. Het doet daarbij beroep op veldwerk uit 1996 in twee dorpen nabij Kashgar. De auteurs konden met de hulp van oude kaders het leven reconstrueren tijdens de collectiviseringsperiode. Opgemerkt wordt dat de partijsecretarissen op de meeste niveaus Han waren en dat bidden en elementaire geloofsuitingen van de Oeigoeren ‘gecriminaliseerd’ werden. Het tweede hoofdstuk onderzoekt de Hannen als politieke actoren en doet beroep op etnografisch onderzoek tussen 2009 en 2013. De Hannen bekijken de Oeigoeren met paternalisme: ze voelen zich superieur en verwachten dat de minderheden zich geciviliseerd gedragen, m.a.w. de Chinese gedragspatronen tot de hunne maken zo vertelt het boek toch.
In 1955 werd Xinjiang een autonome regio: dit betekent dat een Oeigoer voorzitter moet zijn van de regio. Bij de partijafdeling bestaat deze vereiste niet. 13 minderheidsgroepen werden officieel erkend en dit houdt onder meer het recht in op eigen scholen, economische hulp en steun bij het behoud van de etnische identiteit. Sterk door de westerse opinie onderschat is de invloed van het Bingtuan of het ‘Xinjiang Production and Construction Corps’. Dit is een paramilitaire organisatie die oorspronkelijk opgericht werd voor defensie van de grenzen en het vruchtbaar maken van gronden. Van de 2,6 miljoen Bingtuan leden zijn er 2,3 miljoen etnische Han. Het Korps beschikt over een derde van de vruchtbare gronden in de regio. Geen wonder dat sommigen spreken van een ‘koloniserende staat in de staat’.

Bij de ‘Go West’-politiek na 2003 heeft de regering 70 miljard geïnvesteerd in een betere uitbouw van de infrastructuur. Als gevolg daarvan ziet de provincie er vrij modern uit. De rellen in Urumqi uit 2009 worden in detail behandeld. Bij de Han zelf bestaat dan weer het gevoel dat ze noch door het nationaal niveau, noch door de Oeigoeren echt gewaardeerd zijn voor het harde pionierswerk dat ze hebben verricht. Het derde hoofdstuk gaat enkel over de plaats van de minderheden in het Xinjiang Regionaal Museum. Het museum dat uit 1953 dateert, werd in 2005 vernieuwd. Samengevat vindt dit hoofdstuk dat de niet-Han minderheden gemarginaliseerd worden in het museum.

Propaganda?

Dao Lang

Het tweede deel behandelt dus de interetnische betrekkingen. Vooreerst gaat het vierde hoofdstuk over de zanger Dao Lang die officieel opgevoerd wordt als een succesvol voorbeeld van een modern hedendaags Xinjiang bewoner. De popzanger is een migrant die uit Sichuan komt en die zijn fusie van muziekstijlen gebruikt om de verstandhouding tussen de diverse culturen te bevorderen. Typisch voor het muggenziften doorheen de teksten van de liedjes vindt het boek dat als hij zingt: ‘Ons Xinjiang is een goede plaats; onze mooie weiden’ hij de diversiteit van de minderheden negeert en de Chinese visie achterna holt dat elke minderheid het recht heeft er te wonen. Zo bestaat het boek om wie voor integratie opkomt te verdoemen als iemand die de specificiteiten van de minderheden negeert. Kortom de zanger ‘bestendigt de uitbuiting en moedigt verdere migratie aan’ .
In dezelfde stijl rekent het vijfde hoofdstuk af met twee gewone voorbeelden die de Chinese pers herhaaldelijk aanhaalt als succesvolle voorbeelden van integratie, namelijk ‘oom Kurban’ uit Hotan en ‘broeder Alim’, een Oeigoers kebabventer in Bijie (Guizhou). De auteurs bekritiseren de twee Oeigoerse voorbeelden die de Chinese media in een gunstig daglicht stellen als ‘een instrument van het regime om de Oeigoerse beweging naar onafhankelijkheid de wind uit de zeilen te nemen’. Wie doet hier aan propaganda vraagt uw recensent zich af?

Wonen

Veel Oeigoeren wonen ten zuiden van de Bazar in Urumqi

Het zesde hoofdstuk behandelt de woonpatronen in Xinjiang en vooral de segregatie in Urumqi. De stelling luidt dat de Oeigoeren niet enkel de meest gesegregeerde van de 54 Chinese minderheden zijn, maar erger dat ze nog meer afzonderlijk leven dan de zwarten in de VS, de Arabieren in Israël en de blanken in Zuid-Afrika na de apartheid. Concreet komt het neer op het feit dat de Hannen in het meer verstedelijkte noordelijke gedeelte leven en de Oeigoeren in het meer rurale zuiden van de stad. De steden in Xinjiang zijn echter meer gemengd waarbij de Oeigoeren weliswaar de meerderheid blijven in het zuiden maar toch een grote minderheid uitmaken in noordelijke steden als Karamay, Hami, Turpan en Yining. Het boek merkt terecht op dat de nieuwe steden die de Bingtuan uit de grond heeft gestampt ongeveer voor 90% uit Hannen bestaat. Anderzijds geeft het toe dat het voormalig Han centrum in Yining nu voor 90 % uit Oeigoeren bestaat. In de hoofdstad Urumqi leven 45% van de Oeigoerse bewoners in het Tianshan district. Na de rellen uit 2008 verhoogde de concentratie aan Oeigoeren in zuidelijk Urumqi en de Han-concentratie in het noorden van de stad. De auteurs halen cijfers aan die willen bewijzen dat de Oeigoeren er meer gescheiden leven van de Han dan de zwarte bevolking in Amerikaanse steden.

Shiheze: stad volledig opgebouwd door het Corps

Het derde deel gaat nader in op de regeringspolitiek. Het zevende hoofdstuk vergelijkt de steden Kashgar en Shihezi. In de prefectuur Kashgar met 80% Oeigoeren leeft 64% van de inwoners op het platteland; de stad Shihezi die bijna exclusief door Han bevolkt wordt is vier maal kleiner. Het bnp per hoofd is in Shihezi zes maal hoger dan in Kashgar. Ressentiment van de Oeigoeren is er eveneens omdat wanneer de Bingtuan uitzwermt naar het zuiden, ze beslag leggen op de vruchtbaarste gronden. De auteur ontdekte ook gesjoemel met landrechten in Kashgar. De Human Development Index (HDI) groeit echter sterker in Kashgar dan in Shihezi. Dit wordt verklaard door de toevloed aan investeringen na de erkenning in 2010 van de speciaal economische zone. De HDI van Oeigoeren in Shihezi ligt duidelijk onder die van de Hannen. Kortom dit hoofdstuk versterkt het idee van de rijke Hannen en de arme Oeigoeren met daartussen Oeigoeren die een brugfunctie vervullen als ‘lakeien van het establishment’.

In de winkelstraat van Kashgar

Het achtste hoofdstuk bespreekt de kwetsbaarheid van de Oeigoerse jongeren tegenover AIDS/HIV. In 2000 telde Xinjiang het hoogste AIDS/HIV cijfer in China. Doordat de Oeigoerse jongeren er socio-economisch slechter aan toe zijn dan hun Han collega’s zijn ze ook kwetsbaarder. De hulpprogramma’s beperken zich vaak tot individuele acties en hebben minder een structurele aanpak van armoede en discriminatie op het oog, zo blijkt. Het voorlaatste hoofdstuk analyseert wat gebeurt met de afgestudeerden uit Xinjiang die gingen studeren in het Chinese binnenland. Wanneer ze bij hun terugkeer voor een baan solliciteren, voelen ze zich gediscrimineerd omdat de Han bevoordeligd worden. Vooral meisjes hebben het moeilijk. Sommigen emigreren naar het buitenland. In het laatste hoofdstuk trekt de auteur het besluit noch te geloven in het neo-liberaal discours dat de markten alles zullen oplossen noch in het aan Beijing toegedicht discours dat ontwikkeling alles oplost. De auteur hoopt meer op een ontwikkeling van de nieuwe zijderoute van onderuit.

Oordeel

Het boek schuift onzes inziens te eenzijdig de bestaande segregatie tussen de bevolkingsgroepen in de schoenen van het door de Han gedomineerd regime. Toch zijn er bewijzen dat Oeigoeren zichzelf superieur vinden en daarom bijvoorbeeld zelden huwen met een Han. Omgekeerd bij de rellen van 2009 waren twee derden van de slachtoffers Han en als gevolg daarvan schuwen de Han de andere ‘bedreigende’ gemeenschap.  Dit heeft weinig met het racisme uit VS , Israël of Zuid-Afrika te maken. Voorts ontbreekt enige vergelijking met het lot van de moslimbevolking in India. Nochtans bestaat er wetenschappelijke lectuur over de discriminatie en segregatie van de moslims in India die wel degelijk een gevolg blijkt van de discriminerende politiek door de Hindoe-staat.

Ed by Anna Hayes & Michael Clark,  ‘Inside Xinjiang Space, place and power in China’s Muslim Far Northwest’, Routledge, 267 p

Print Friendly, PDF & Email

4 comments for “Routledgeboek over minderheden in Xinjiang

  1. De bevolkingssamenstelling in Xinjiang is erg verwarrend voor de CCP overname. Er waren ooit rellen waar de Oeigoeren massaal de Hannen verdreven uit Xinjiang. Meeste Hannen hadden een Oeigoerse vrouw. En die vrouwen werden verkocht aan oudere Oeigoerese mannen als seksslavinnen. Na de overname van de CCP waren de Hannen natuurlijk teruggekomen. Dus deze hele demografie is erg misleidend als je alleen de aantallen aangeeft door de rellen. Waarom zoveel aanslag op niet Oeigoerse dorpen de laatste tijd? Waar zijn de Mongolen gebleven ? Een aanslag is gepleegd op een Mongoolse autonome prefectuur. Nu is er maar 1% van ze over. Meer Oeigoerse massa overname van andere bevolkingsgroepen. De moderne stad Urumuqi is de enige plaats waar veel Han erbij zijn gekomen. Lariekoekboek. Door de komst van de nieuwe Moskee wonen vele van ze in deze Moskee buurt. Dus Moskee is synoniem voor Ghetto. Gewoon deze Moskee afbreken.

  2. https://en.wikipedia.org/wiki/Kumul_Rebellion
    Heel veel informatie in die tijd was erg onbetrouwbaar.
    Voor deze vrouw:
    Misinformation
    Some misinformation had been spread by contemporaneous accounts of the Kumul Rebellion. Swiss writer Ella K. Maillart reported, inaccurately, that the Kizil massacre was an attack of Chinese Muslims and Uyghurs on a group of Kirghiz and Han Chinese.[64] More recent sources prove that it was an attack of Kirghiz and Uyghurs on a group of Han Chinese and Chinese Muslims.[65] She also falsely reported that during the battle of Kashgar the Chinese Muslim and Turkic (Uyghur) troops first took the city from the Han Chinese and Kirghiz and then fought among themselves.[64] In reality, the Kirghiz defected from Ma Shaowu and formed their own army, and the Chinese Muslim force under Ma Zhancang joined Ma Shaowu.
    Waat haal deze mensen hun info?

  3. De term Oeigoers is een moderne term, uitgevonden door de Russen. De Chinezen noemden alle moslims daar gewoon Hui . Dus, sinds de CCP overname wordt de term Oeigoers pas gebruikt. Met andere woorden: voor de overname door de CCP hebben we geen idee van het totaal aantal Oeigoeren in Xinjiang of elke andere bevolking groep.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *