Wereldpolitiek in 2021: aangetast door rivaliteit (opinie)

Op de NATO-top en de EU-VS-top op 14 en 15 juni blijkt hoezeer het virus van de rivaliteit woekert.
Sven Biscop* (Egmontinstituut) brengt een eigen standpunt naar voren dat stilaan bijzonder mag heten. ‘Voor een wereld waarin alle staten vrij zijn om handel te drijven en te investeren waar en met wie ze willen, en waarin wordt samengewerkt om mondiale problemen aan te pakken’.

Het volgende opiniestuk is in het Engels verschenen op de website van het Egmontinstituut, onder de titel World politics in 2021: Infected by rivalry.
De meningen erin zijn niet noodzakelijk dezelfde als die van de redactie van ChinaSquare.

China komt op, dus het kan niet anders dan naar wereldheerschappij streven. De invloed van Rusland neemt af, dus het land moet wel op wraak uit zijn. De Verenigde Staten op hun beurt deinzen nergens voor terug om hun dominante positie te behouden. En de Europese Unie? Die is niet meer dan een marionet van de VS. Of erger, een cynische zwart­rijder die profiteert van de Amerikaanse macht en wel met grootse retoriek over waarden spreekt, maar eigenlijk vooral het economische eigenbelang nastreeft. Zo ziet een wereld eruit die besmet is door rivaliteit. Maar klopt dat beeld?

De vier grootmachten, spelers die met hun grote strategieën een mondiale impact hebben, zijn inderdaad verwikkeld in een intense competitie. Zo gaat het nu eenmaal in de wereldpolitiek: door hun belangen na te streven, concurreren staten om markten, grondstoffen, partners en invloed. Maar niet elke botsing van belangen leidt tot rivaliteit. Dat onderscheid is belangrijk. Competitie is natuurlijk en onvermijdelijk. Rivaliteit, daarentegen, is een bewuste keuze om niet alleen voor de eigen belangen, maar ook tégen de ander te werken: door zijn soevereiniteit te ondermijnen, hem af te dreigen om zijn keuzemogelijkheden te beperken, of zelfs militair aan te vallen.

Twee rivaliserende blokken? En dan?

Elke staat heeft legitieme belangen en het recht om die op legitieme wijze na te streven. Als China een groot contract verwerft, of de functionaris voor een belangrijk ambt in de VN levert, hoeven de EU en de VS daar niet blij om te zijn. Maar zolang China het volgens de regels speelt, kunnen ze het land niet verwijten dat het meespeelt. Dan moeten ze het zelf beter doen, dat is de beste reactie. Alleen wanneer Beijing de regels overtreedt, is het gepast om actieve tegenmaatregelen te treffen.

Wanneer de EU en de VS acties van China of Rusland verwerpen, terwijl ze precies hetzelfde soort daden stellen, leidt dat tot een nooit eindigende rivaliteit. De enige goede uitkomst zou dan zijn dat China en Rusland hun wereld­wijde ambities opgeven of dat hun systeem ineenstort. Dat zal waarschijnlijk niet gebeuren. Wel zal de wereld dan opnieuw­ uiteenvallen in twee rivaliserende machtsblokken, die alle economische, wetenschappelijke en culturele banden doorknippen. Zo’n verdeelde wereld zal nooit in staat zijn de klimaatcrisis, de COVID-19 crisis en de vele gevolgen ervan aan te pakken.

Multilaterale samenwerking mogelijk

Dat is waarom een ‘alliantie van democratieën’ geen oplossingen biedt. De democratieën aan boord krijgen, is niet zo moeilijk. Alle grote mogendheden moeten echter meedoen aan het leiden van de wereldorde, anders zal die niet effectief zijn. De echte uitdaging is om thematische coalities bijeen te brengen waaraan ook niet-democratieën deelnemen, om multilaterale samenwerking rond specifieke kwesties op te zetten.

Zeker, China en Rusland zijn autoritaire staten, maar dat betekent niet dat de wereldpolitiek een confrontatie tussen de democraten en de dictators is. China en Rusland willen hun politieke systeem niet exporteren. Een ideologie (voor zover ze die hebben) speelt weinig of geen rol in hun strategie. De wereldpolitiek gaat over staten die hun belangen nastreven. En praktisch alle staten werken pragmatisch samen­ met andere staten als hun belangen samenvallen, ongeacht hun binnenlandse politiek.

Morele plicht

Dat wil niet zeggen dat de democratieën onverschillig mogen zijn: ze hebben een morele plicht om overal ter wereld op te komen voor de mensenrechten. Maar de EU en de VS moeten beseffen dat hun invloed beperkt is. Vermits China en Rusland autoritaire staten zijn, zullen er altijd wel redenen blijven om mensenrechtensancties op te leggen. Maar met sancties, hoe streng ook, zal je er nooit slagen om een grootmacht tot toegevingen te brengen over wat ze als een vitaal belang beschouwt – zoals de macht van de Chinese Communistische Partij en de absolute controle over de Oeigoeren in Xinjiang. Eerder dan een eindeloze spiraal van sancties en tegensancties in gang te zetten, moeten Brussel en Washington de mensenrechtensituatie mondeling blijven bekritiseren, in elke interactie met Beijing en Moskou, om ze de norm voor te houden. Ook al zal het effect in de praktijk beperkt zijn, in de geest van Willem de Zwijger ‘hoeft men niet te hopen om te ondernemen, noch te slagen om te volharden’.

Voorwaarden

Wanneer China of Rusland echter de grens overschrijden in hun buitenlands beleid, en illegale of ongewettigde acties het Europese of Amerikaanse belang of de wereldvrede en veiligheid bedreigen, zijn effectieve sancties wel noodzakelijk. Cyberaanvallen, vervolging of zelfs huurmoorden op het grondgebied van ande­re staten, annexaties: dat is waar de rode lijn getrokken moet worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de annexatie van de Krim door Rusland en een de facto annexatie van het grootste deel van de Zuid-Chinese Zee door China.

De EU en de VS hoeven hun markten niet te openen op terreinen waarop China en Rusland ze juist afschermen. Evenmin moeten ze plaats voor hen maken in de multilaterale instellingen, tenzij ze zich aan de regels houden. Dat iedereen zich aan de spelregels houdt is een voorwaarde voor samenwerking.

Vrede opbouwen

Werk samen waar het kan, maar biedt weerwerk waar het moet: dat principe geeft de grote machten de kans hun eigen strategie te volgen en toch het risico op escalatie te beperken. Alles hangt natuurlijk af van de grote strategieën van de grote mogendheden. De ander stokken in de wielen steken mag geen doel op zich worden. De EU en de VS moeten geen duistere complotten zien waar er geen zijn. China en Rusland moeten dan weer hun belangen nastreven zonder andere staten onder druk te zetten. Hoe agressiever hun strategieën worden, hoe meer zij de EU en de VS zullen aanzetten tot een confronterende houding.
Het Russische regime voelt zich misschien al zodanig misprezen dat het de schouders ophaalt voor het risico van verdere isolatie. Maar het Chinese regime heeft er nog altijd meer belang bij om invloed te verwerven in de wereldorde dan om die omver te werpen.

Een wereld behouden waarin alle staten vrij zijn om handel te drijven en te investeren waar en met wie ze willen, en samenwerken om mondiale problemen aan te pakken: dat is de uitdaging voor de wereldpolitiek in de eerste helft van de 21ste eeuw. Een (koude) oorlog voorspellen is makkelijk. Maar de vrede voorspel je niet – die bouw je op.

Vertaling: D. Nimmegeers

* Sven Biscop is de directeur van het Europe in the World-programma aan het Koninklijk Egmontinstituut voor Internationale Betrekkingen in Brussel en professor aan de Universiteit Gent. Hij is Honorary Fellow van het European Security and Defence College (ESDC) en Officier in de Kroonorde van het Koninkrijk België.

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *