Achtergronden van het geweld in Xinjiang

Recentelijk werd Xinjiang opnieuw opgeschrikt door aanslagen. In The Diplomat vonden we deze interessante opinie vanwege een specialist ter zake.

Achtergronden van het geweld in Xinjiang

door Ross Anthony

Werkloze jongeren in Yesheng


Een opflakkering van geweld in Xinjiang in de voorbije weken, waarbij minstens dozijnen dodelijke slachtoffers vielen, illustreert het voortdurend tekortschieten van de Chinese politiek in deze westelijke regio van China. De aanvallen die in de prefectuur Kashgar plaatsvonden, zijn een echo van de veel grotere etnische rellen in de hoofdstad van de regio, Urumqi, in juli 2009, waarbij 196 mensen op één dag vermoord werden. Zoals bij de rellen in Urumqi, waren het ook deze keer Turkstalige islamitische Oeigoeren die willekeurig Han Chinezen vermoordden. De juiste oorzaak van deze rellen is nog niet gekend, maar de bredere politieke en economische factoren die bijdragen tot het geweld zijn nu wel al goed te verstaan.
In 1940, vormden de Han Chinezen 6 procent van de totale bevolking van Xinjiang ( meer dan 80% waren Oeigoeren). Vandaag zijn er ongeveer 50% Han. Deze verhuis kwam er oorspronkelijk omwille van socialistische staatsprojecten met de bedoeling ‘het Westen te ontwikkelen’. Sinds de jaren 90 en de economische liberalisering van China, is de Han bevolking sterk toegenomen: miljoenen Han migranten die niet langer door het systeem van vaste domicilie van de socialistische periode in hun eigen streek vastzitten, komen nu in groten getale naar de regio, op zoek naar een betere economische toekomst.
Xinjiang draagt zoals andere streken in het Westen van China een stigma van achterlijkheid tegenover de Oostelijke kustprovincies die genieten van een geostrategische groei. Daardoor streven de provinciale overheden, dikwijls in concurrentie met elkaar, economische groei na boven alles anders. Binnen Xinjiang komt dit tot uiting in pogingen om ten allen prijze investeringen door Chinese firma’s uit de oostelijke provincies aan te trekken. Om die investeringen aan te moedigen legt de lokale overheid geen enkele verplichting aan deze firma’s op om Oeigoeren te werk te stellen. Deze bedrijven brengen dikwijls Han Chinese arbeiders mee of werven Han Chinezen aan die al ter plaatse leven.
Dat heeft zin voor een Chinees bedrijf dat zich gaat vestigen in afgelegen streken: iedereen spreekt dezelfde taal, eet hetzelfde voedsel en leeft in dezelfde slaapzalen. Wanneer het bedrijf verplicht wordt Oeigoeren aan te werven, dan staat het voor veel grotere problemen qua aanpassing aan lokale culturele verschillen en krijgt het misschien te maken met interetnische wrijvingen.
Het ontbreken van een dergelijke verplichting tot aanwerven kan leiden tot grotere Chinese investeringen in Xinjiang, maar dit wordt meer dan tenietgedaan door spectaculaire daden van interetnisch geweld die de investeerders wegjagen. Bijvoorbeeld, na de rellen in Urumqi in 2009 stortten de vastgoedprijzen en het toerisme in mekaar, en omdat die van vitaal belang zijn voor de regionale economie, ging die ook neerwaarts. Dus zelfs vanuit het standpunt van de regionale overheid van Xinjiang heeft de politiek van geen verplichtingen voor investeerders van buitenaf  de economische groei verstoord. Indien het de lokale regering ernst is met het bewaren van de stabiliteit in de regio dan moet ze overwegen Chinese bedrijven uit de kuststreek een minimum quota aan lokale Oeigoerse tewerkstelling op te leggen wanneer ze naar Xinjiang komen.
Zowel in de Chinese als in de Westerse media bestaat de neiging om het geweld in Xinjiang te verbinden met Moslim terrorisme. Maar je hoeft slechts enkele dagen met Oeigoeren gaan praten om vast te stellen dat hun belangrijkste klacht (buiten politieke onderdrukking) is dat het zo moeilijk  is om werk te vinden. Maar dat is slechts de helft van het verhaal. De volledige klacht klinkt ongeveer zo:” Het is ongelooflijk moeilijk werk te vinden voor een Oeigoer, en kijk eens naar al die Han Chinezen die van elders komen, die zijn allemaal welvarend, die hebben geld!” . Indien dit klopt (en er zijn aanwijzingen dat het klopt) dan is het niet moeilijk in te zien hoe deze wijdverspreide perceptie van de Han Chinezen tot een diepe afkeer voor hun aanwezigheid leidt.
Het is zo dat veel van het geweld in de regio de laatste jaren in termen van taal en godsdienst en etnisch separatisme kan gegoten worden, maar de feiten wijzen erop dat het geweld dikwijls ontvlamt door zeer praktische klachten. Zo werden de rellen in Urumqi uitgelokt door de overtuiging dat de politie niet tussenbeide kwam om de Chinezen tegen te houden bij het vermoorden van Oeigoeren in een interetnisch conflict in een speelgoedfabriek in Guangdong. Ik zou niet verwonderd zijn indien mocht blijken dat de aanleiding van het recente geweld in de streek van Kashgar te maken heeft met een incident waarbij de perceptie van de Han Chinezen als relatief bevoordeelde groep een rol speelt.
Door zich ernstig te engageren om aan de Oeigoeren betere vooruitzichten op tewerkstelling te bieden kan de regering twee vliegen in één klap slaan. Ten eerste zou dat de perceptie tegengaan dat nieuw aangekomen Han in Xinjiang snel erg welvarend worden terwijl de Oeigoeren arm blijven. Ten tweede hebben Oeigoeren met een goede job veel te verliezen wanneer ze gewelddadig worden.  Sommige van de ergste rellen in Urumqi in 2009 gebeurden door jonge rechteloze Oeigoeren met veel opgekropte woede en weinig economische vooruitzichten.
Om correct te blijven moet ik vermelden dat na de rellen van 2009 de staat al kleine stappen gezet heeft om de situatie recht te trekken. Wang Lequan, de onpopulaire partijleider van de harde aanpak werd snel vervangen door de jongere meer verzoeningsgezinde Zhang Chunxian. Sindsdien worden door de lokale overheid grotere belastingopbrengsten uit de olieproductie (in Xinjiang bevinden zich ongeveer 30% van de Chinese oliereserves) bestemd voor ontwikkelingsprojecten op het platteland zoals het bouwen van scholen, hospitalen en  aardbevingbestendige woningen. Maar in tegenstelling tot argumenten van nationalisten die de Chinese aanwezigheid in Xinjiang verdedigen door te wijzen op dingen zoals verhoogde levensverwachting en opleidingsniveau, mogen we ontwikkeling niet verwarren met politieke legitimiteit. De regering heeft de voorbije 60 jaar niets anders gedaan dan Xinjiang ontwikkelen, maar staat er politiek toch niet beter voor. Totdat de ontwikkeling zonder aarzelen in een richting gestuurd wordt waarbij de Oeigoerse bevolking in staat gesteld wordt de economische concurrentie met de Han aan te gaan, mogen we nog meer geweld verwachten zoals we er recent zagen.
In vergelijking met de huidige onrust heeft Xinjiang veel erger geweld meegemaakt tijdens de Qing dynastie en de Republiek.Maar het verschil was dat die vroegere uitbarstingen meestal gebeurden in periodes van grootschalige politieke omwenteling toen de aanwezigheid van de staat in de regio zwak was. Vandaag is de Chinese staat sterk, er is een stevig nationaal gevoel en de economische groei is zonder voorgaande. In deze context vormen de voortdurende problemen in streken als Tibet en Xinjiang een ernstige uitdaging voor een over het algemeen goed gezondheidsrapport. Alhoewel de regering  zich regelmatig op de borst slaat voor succesvolle maatregelen in deze regio’s is het duidelijk dat deze maatregelen gefaald hebben. Er zal veel moed vereist zijn vanwege de ambtenaren om rechtsomkeer te maken, maar de toekomst van Groter China zou ervan kunnen afhangen.
Ross Anthony behaalde recentelijk een doctoraat aan de Universiteit van Cambridge dat zich toespitste op Xinjiang ; hij deed meer dan een jaar research ter plaatse.
Dit artikel verscheen in het Engels in The Diplomat; lees het origineel hier
Vertaling Frank Willems

Print Friendly, PDF & Email

22 comments for “Achtergronden van het geweld in Xinjiang

  1. Een paar weinig gekende feiten in de gekakel over discriminatie van Oeigoeren.
    In de jaren 90 was een uitstroom van Han Chinezen uit Xinjiang. Veel Oeigoeren en nog meer Han Chinezen maakten gebruik van de vrijheid om in de rijkere kuststreken te werken en te vestigen.
    Binnenlandse en buitenlandse bedrijven klagen over de werk ethos van Oeigoeren. Ze komen opdagen wanneer ze willen. In de kantine moeten anderen aan hun gewoonte aanpassen als ook maar een Oeigoer in dienst treedt.
    Politie knijpen een oogje dicht als Oeigoeren “kleine misdaden” tegen Han Chinezen begaan. (Dat in de kade van “vrede tussen bevolkingsgroepen” bewaren).
    Ontwikkelingsprojecten worden gesaboteerd door onbekenden. (‘s avonds worden irrigatie leidingen kapot gesneden).
    De meeste Chinezen en Oeigoeren kunnen goed met elkaar opschieten ondanks de vele irritaties over en weer.
    Positief discriminatie is volgens veel Han Chinezen een van de hoofd oorzaken van de onrust in Xinjiang. En niet discriminatie.

  2. De moordenaars van 2009 kwamen hoofdzakelijk uit Zuidelijk Xinjiang die bijna 1000 kilometer hebben gereisd om in Urumqi te moorden.
    De diepe oorzaak is niet dat de Chinese regering Xinjiang niet wil ontwikkelen. Maar tegenwerking van mensen die ontwikkelingen om wat voor reden dan ook willen tegen gaan.
    Redenen zijn o.a.:
    Onafhankelijkheidsstreven. Behoudt van traditie. Geo politiek van buitenlanden zoals Turkije, Amerika en Rusland.
    Ross Anthony heeft alleen dingen gezien en gehoord die hij wil zien en horen.

  3. “Positieve discriminatie is volgens veel Han Chinezen een van de hoofdoorzaken van de onrust in Xinjiang. En niet discriminatie.” De economische bovenlaag vindt dat de onderlaag haar problemen aan zichzelf te wijten heeft. Het is een mooie samenvatting van de problematiek. Het wantrouwen zit diep. Een overheid moet zich daar kunnen boven stellen en objectief naar een oplossing zoeken. Uiteraard spelen ook onafhankelijkheidsstreven, traditie en geopolitiek een rol en is de situatie iets complexer dan Ross Anthony ze in een kort artikel uiteenzet. Maar mijn eigen indruk na een reis doorheen Xinjiang komt overeen met de zijne: meer positieve discriminatie is vereist om de harten van de Oeigoerse minderheid te winnen.

  4. Wie ook maar in een klein deel van Xinjiang is geweest weet dat de grote afstanden, klimaat en bodem de grootste belemmering is voor ontwikkeling.
    De Chinese regering doen veel maar ze kunnen ook niet toveren. Zelfs in de rijke provincie Guangdong zijn in de berggebieden met de grootste gemak gebieden te vinden die nog armer zijn dan de gemiddelde arme dorpje in Xinjiang.
    Voor de ontwikkeling en modernisatie van Xinjiang is kennis, techniek en kunde nodig. Aan alle drie is in Xinjiang een nijpend gebrek. De enige uitvoerbare oplossing op dit moment is met veel geld en gunstige voorwaarden mensen en bedrijven uit andere streken van China en het buitenland naar Xinjiang te lokken. Dat doet de Chinese regering dan ook.
    Armoede is geen schande. Het is wel een schande om de schuld van je armoede in andermans schoenen te schuiven. Rebiya Kadeer was een van de succesvolste zakenvrouw in Xinjiang. Totdat ze vanwege haar ideologische overtuiging met de Chinese regering in ongenade viel.

  5. Er heerst veel wantrouwen tussen de bevolkingsgroepen in Xinjiang. Maar een ding wel positief.
    Volgens een onderzoek (uit Hong Kong uit 2009) is ruim de meerderheid van de bevolkingen van Xinjiang trost op het feit dat ze Chinees zijn! De percentage was ruim boven de 80 procent. (Geldt zowel voor Han als Oeigoer Chinezen).
    Wie in Nederland als Chinees met Marokannen spreekt krijgt ongeveer hetzelfde te horen als wat Oeigoeren tegen buitenlanders zeggen. Maar ze voelen zich wel in de eerste instantie Nederlander.
    Ik durf te stellen dat de Chinese regering meer doet aan positief discriminatie dan de Nederlandse regering. Nadeel is dat sommige Oeigoeren zich boven de wet waant.

  6. Geen reden om de inspanningen van de Chinese regering en vrijwilligers in twijfel te trekken.
    Klinkt zo hol als “Ik geeft geen geld aan Afrika, want het geld komt toch niet bij de juiste mensen”.

  7. Nou, zo bedoelde ik het nou ook weer niet (die vergelijking met Afrika). Maar ik denk dat veel van het goedbedoelde geld van de centrale overheid, door corruptie verdwijnt in de zakken van partij-functionarissen. Dat dat wrevel oproept bij de bevolking lijkt me dan logisch.

  8. Ja en nee. Rekening houdend met de bestaande omstandigheden (die op dit vlak niet veel verschilt met de situatie van voor de communistische machtsovername) zouden Chinezen (dus ook Oeigoer Chinezen ) juist vreemd vinden als er geen grote sommen geld achterover gedrukt worden door o.a. ambtenaren, zakenmensen en aannemers
    Wrevel en woede onder de bevolking? Ja
    Reden voor terroristische daden? Mijn antwoord is nee. De oorzaken moeten ergens anders gezocht worden.

  9. Corruptie als oorzaak of aanleiding van de rellen in Xinjiang bekijken lijkt me wel bij de haren getrokken, daarin heeft Kwai gelijk. Anderszijds is de mening dat de huidige corruptie niet zo veel verschilt van het rotte Kuomintang regime van voor 1949 op zijn minst twijfelachtig.

  10. In de literatuur uit de PRC werd de Guomintang periode zwart-wit weergegeven. Gelukkig komen tegenwoordig steeds meer op feiten gebaseerde boeken uit.

  11. @kwai: Ik kan Kwai en Frank verzekeren dat de gewone Chinees corruptie van partij notabelen WEL vreemd vindt en er geen goed woord voor over heeft.
    @Frank: Hoe kom je nou weer op die vergelijking met de Guomintang? Wie had het daarover? Da’s bijna 2 generaties geleden !! Wat zei Wen:” Als problemen citeerde Wen inkomensongelijkheid, gebrek aan geloofwaardigheid en corruptie. ” !! Corruptie van CPC officials is wel degelijk een enorm probleem. Het is gepaard aan de wetteloosheid die een 1-partij-regiem met zich meebrengt. En de frustraties van de bevolking, of die nou plaatsvinden in Xinjiang, Tibet of Wukan komen uit dezelfde bron voort.

  12. Bij een verkiezing op dorpsniveau in de provincie Guangdong vroeg een verslaggever uit Hong Kong aan een paar dorpelingen wat ze ervan vonden dat de kandidaten geld uitdelen. Het antwoord is: “vanzelfsprekend, als ze verkozen worden dan verdienen ze dat dubbel en dwars terug! We behoren daar ook wat aan over te houden”
    Kennis vertelde tros hoe hij door zijn positie voordeeltjes wist te behalen.
    Conclusie: Woede over corruptie is er als het eigenbelang direct wordt benadeelt zoals in Wukan.
    Ik heb het al eerder gezegd: Corruptie en wetteloosheid is in veel democratieën erger dan in China.
    Corruptie en wetteloosheid wordt in alle samenlevingen als ongewenst beschouwd maar heeft niets met één-partij systeem of communisme te maken. Gaarne niet steeds weer hetzelfde onzin uitkramen.
    Uit alle internationale onafhankelijke onderzoeken blijken dat de Chinezen bovengemiddeld tevreden zijn met hun regering. Je moet niet steeds uitzonderingen tot regel verheven.

  13. De meeste frustraties komen door de druk die de snelle modernisering met zich meebrengt. Dat zag je in Het Westen. Dat zien je in ontwikkelingslanden.

  14. Wie uiten in China de scherpste kritieken op corruptie en andere misstanden? De linkse rakkers van de CCP.
    报道称,延安儿女联谊会会长胡木英致辞说:“经过这三十多年的改革开放,经济上取得了举世瞩目的成就!可是伴随辉煌成就的却是两极分化,贪污腐败泛滥,人们精神空虚,思想混乱,道德沦丧;娼妓、吸毒、黑社会等等在新中国建立之初已消灭的丑恶现象又卷土重来,甚至有过之而无不及!”
    http://chn.chosun.com/site/data/html_dir/2012/03/16/20120316000023.html
    http://hi.baidu.com/ja6212522/blog/item/f0c353dd115ef00c48540318.html

  15. @kwai:
    1)Je zegt: “Corruptie en wetteloosheid is in veel democratieën erger dan in China.” Ik heb met die vergelijkingen niks. Jij vindt corruptie en wetteloosheid blijkbaar ook erg in China en laten we daar dan over van gedachten wisselen en niet over andere landen.
    2)Je zegt: “Je moet niet steeds uitzonderingen tot regel verheffen”, Is jouw kennis (Kennis vertelde tros hoe hij door zijn positie voordeeltjes wist te behalen.) wel een uiuzondering op de regel?
    3) Op Chinasquare worden te vaak misstanden in China weggewuifd door een vergelijking met een ander land waar het gelijk of erger is dan in China. Ik denk dat je China moet beoordelen op zijn eigen merites. Ik vind China een prachtig land, met prettige mensen, ik ga d’r heel graag, jaar op jaar, terug naar toe, maar ik ben niet blind voor tekortkomingen en het soms regelrecht misdadige optreden van de overheid.

  16. Ik heb het idee dat je niet wilt begrijpen wat ik wil zeggen.
    Je geeft als oorzaak van corruptie en wetteloosheid in China de één-partij systeem en communisme aan. Ik zeg: nee, dat is niet zo. Want in landen met democratische systemen is corruptie en wetteloosheid vaak nog erger. Als wat ik beweer waar is dan is jouw bewering niet waar.
    Het heeft niets te maken met China met andere landen vergelijken. Het heeft te maken met logica.
    Je redeneringen komen steeds weer neer op: In China regeert de CCP, in China is veel corruptie, dus corruptie in China komt door de CCP. Een klassiek denk fout. Zie Plato.
    Je dramt altijd maar door over hoe slecht de CCP is. Dat is je goed recht. Maar je wilt gewoon niet inzien dat je logische denkfouten maakt door de slechte zaken in China automatisch op de conto van de CCP te schrijven.
    Ik heb dat al eerder gezegd. Dus als je Oost Indisch doof wilt blijven dan is dat ook je goed recht.

  17. Ik heb geen behoefte om met jou over corruptie en wetteloosheid in China te hebben. Daarover zijn we snel uitgepraat. Want we zijn denk ik wel over eens dat het veel te vaak voorkomt en dat het schandalig is.
    Ik wordt alleen boos als mensen corruptie en andere negatieve kanten van China ontkennen. Met die mensen wil ik wel over corruptie en wetteloosheid in China praten.

  18. Neen, mijn kennis (jongen uit zeer arm boerengezin, die door hard werken en studie is opgeklommen) is geen uitzondering op de regel. Ik heb niet voor niets ook het voorval van de dorps-verkiezing in Guangzhou aangehaald. Soortgelijke voorvallen lees men vaak genoeg in overzeese media. Zeg me niet dat het jou niet bekent in de oren klinkt. Want dan maak je je in mijn ogen nog minder geloofwaardig.

  19. Voordeel van Chinasquare is dat ze nieuws melden die andere media onvermeld laten.
    Ik vind Chinezen helemaal geen leuke mensen. Ik kom er vaak. Maakt veel onaangename zaken mee.
    Ik kan begrip opbrengen voor de Chinese overheden die moeten kiezen uit verschillende kwaden. De ene nog erger dan de andere. Ik hou niet de beste stuurman die aan wal staat.

  20. “Maar je wilt gewoon niet inzien dat je logische denkfouten maakt door de slechte zaken in China automatisch op de conto van de CCP te schrijven.” ehm… wie dan?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *