Jason Hickel (opinie)
De standpunten in opiniestukken zijn niet noodzakelijk identiek aan de redactionele lijn van ChinaSquare. De verantwoordelijkheid voor de inhoud ligt bij de auteur.

Uit een groot aantal opiniepeilingen en studies van de afgelopen jaren blijkt dat de mensen in China opvallend veel steun geven aan hun regering en hun politiek-economische systeem, meer dan in de meeste andere landen.
Zo toont de World Values Survey stelselmatig aan dat meer dan 90% van de mensen in China aangeeft ‘veel’ of ‘behoorlijk veel’ vertrouwen te hebben in de nationale overheid. In 2018, volgens de meest recente peiling, was het vertrouwen 94,6%, een van de hoogste niveaus ter wereld. Dit resultaat wordt bevestigd door de Asian Barometer Survey, die in 2015 vaststelde dat 86,7% van de respondenten in China ‘veel’ of ‘heel veel’ vertrouwen hebben in de nationale overheid.
Ook het Ash Center for Democratic Governance van Harvard heeft sinds 2003 regelmatig onderzoek gedaan naar de publieke opinie in China. Uit het onderzoek blijkt dat in het meest recente jaar de tevredenheid over de nationale overheid 93% bedroeg, een percentage dat over het algemeen in de loop van de tijd is gestegen. De tevredenheid over de provinciale overheden was met 82% eveneens hoog.
Daarnaast publiceert de Deense NGO Alliance for Democracies gegevens over de perceptie van mensen over hun politieke systemen in meer dan 50 landen. Volgens het meest recente rapport (2024) hebben mensen in China een positief beeld van hun politieke systeem. Van de respondenten zegt 91% dat de regering de belangen van de meeste mensen dient in plaats van die van een kleine groep. Uit het onderzoek blijkt dat 85% van de respondenten vindt dat alle mensen gelijke rechten hebben voor de wet. Deze cijfers liggen veel hoger dan in de VS, Frankrijk en Groot-Brittannië.
Tot slot vroeg een recent onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Political Psychology, mensen in 42 landen of ze denken dat hun systeem eerlijk en rechtvaardig is. Ze gebruikten de volgende vragen: ‘Over het algemeen vind ik dat de samenleving eerlijk is’, ‘Over het algemeen functioneert het politieke systeem van mijn land zoals het hoort’, ‘Iedereen in mijn land heeft een eerlijke kans op rijkdom en geluk’ en ‘De samenleving van mijn land is zo ingericht dat mensen meestal krijgen wat ze verdienen.’ De resultaten laten zien dat mensen in China het vaker eens zijn met deze stellingen dan in elk ander land uit de geselecteerde groep landen.
Opmerkelijk veel steun
Dit zijn allemaal opmerkelijke resultaten. Maar sceptici hebben de gegevens in twijfel getrokken door te stellen dat respondenten hun steun voor de regering mogelijk overschatten als ze in een systeem leven waar ze bang zijn voor onderdrukking bij het uiten van hun politieke mening. In de gedragspsychologie staat dit bekend als ‘strategic misreporting’, een opzettelijke vertekening van de feiten. Het onderzoek van de Alliance for Democracies is ontworpen om deze vertekening te vermijden, maar andere onderzoeken kunnen kwetsbaarder zijn.
Hebben de sceptici gelijk?
Onderzoekers hebben hierop gereageerd door deze kwestie empirisch te beoordelen. Eén manier om partijdigheid door een opzettelijke vertekende weergave uit te sluiten, is het gebruik van indirecte ondervragingstechnieken, de zogenaamde ‘list experiments’, die garanderen dat mensen niet gekoppeld kunnen worden aan hun antwoorden. Deze aanpak wordt toegepast in situaties waarin mensen geneigd zijn zichzelf te censureren wanneer hen gevraagd wordt naar sociaal of politiek gevoelige onderwerpen. Een meta-analyse toonde aan dat wanneer deze methode wordt gebruikt, mensen een lagere mate van steun voor de overheid laten blijken dan bij een directe manier van vragen stellen.
In China zijn verschillende studies met ‘list experiments’ uitgevoerd. Wenfang Tang (2016) nam deze methode op in een World Values Survey voor 2013 en vond iets lagere niveaus van vertrouwen in de nationale overheid (met een daling van 4 procentpunten). Als deze discrepantie geldt voor de resultaten van de World Value Survey van 2018, zou dat betekenen dat het vertrouwen in de nationale overheid nog steeds hoog is (90%).
Enkele beperkingen in die enquête inspireerden onderzoekers echter om een reeks robuustere listexperiment-studies uit te voeren. Met behulp van meer geavanceerde methoden ontdekten Li, Shi en Zhu (2018) dat het vertrouwen in nationale leiders 62% is. Volgens Robinson en Tannenberg (2019) is het vertrouwen in de nationale overheid 66%. Nicholson en Huang (2022) rapporteerden 77% steun voor de centrale en 67% voor de lokale overheid. Tot slot concludeerden Carter, Carter en Schick (2024) dat 65 tot 70% van de mensen Xi Jinping steunt, en dat ongeveer 65% van mening is dat de regering werkt voor het volk en rekening houdt met signalen vanuit de bevolking.
Hoewel de resultaten van de lijstexperimenten lager uitvallen dan wat we zien bij directe ondervraging, wijzen ze nog steeds op een aanzienlijke steun onder de bevolking, variërend van 62 tot 77%. Dit ligt veel hoger dan het vertrouwen in de overheid dat we zien in de Verenigde Staten (33%), Frankrijk (31%) en Groot-Brittannië (29%), volgens de meest recente resultaten van de World Value Survey. En het is zelfs hoger dan wat we vaststellen in de Scandinavische landen, die anders tot de landen met de hoogste resultaten in de wereld behoren: Denemarken (39%), Finland (42%), Noorwegen (59%), Zweden (51%).
Lijstexperimenten hebben echter hun eigen problemen: onderzoekers hebben ontdekt dat de complexiteit van de vraagtechniek kan leiden tot onbedoelde rapportagefouten, die zelfs groter kunnen zijn dan fouten door een opzettelijk verkeerde weergave. Met andere woorden, het kan zijn dat de meer eenvoudige methoden met directe vragen nauwkeurigere resultaten opleveren.
Een alternatieve techniek om een opzettelijk onjuiste weergave te voorkomen is het gebruik van Impliciete Associatietests. Daarbij beoordelen de onderzoekers het impliciete, indirecte vertrouwen dat mensen in de overheid tonen, in plaats van zich te verlaten op expliciete uitspraken. Huang, Intawan en Nicholson (2022) passen deze aanpak toe in een onderzoek naar China en concluderen dat de impliciete vertrouwensniveaus vergelijkbaar zijn met de expliciete vertrouwensniveaus, wat aangeeft dat het hoge gerapporteerde vertrouwen in China niet te wijten is aan politieke angst of sociale wenselijkheid. Zij besluiten: ‘het vertrouwen van het Chinese publiek in zijn overheid is grotendeels oprecht… zowel hun impliciete als expliciete reacties over de overheid zijn grotendeels geloofwaardig.
Andere relevante onderzoeksmethoden
In hun artikel beschrijven ze ook interessante resultaten van andere relevante onderzoeken:
‘Lei en Lu (2017) wezen deelnemers willekeurig toe aan ofwel een standaard face-to-face interview (de controlegroep) of een procedure waarin deelnemers werd verteld dat de enquête was gesponsord door de CPC. De verwachting was dat mensen in het laatste geval minder geneigd zouden zijn gebrek aan vertrouwen in de regering te uiten. Toch vertoonden deelnemers van de groep met de ‘CPC-procedure’ geen significant hoger non-responspercentage of wendden ze geen groter vertrouwen voor in het politieke systeem van China dan deelnemers in de controlegroep (normale interviews).
En, ‘Op basis van de ‘affectoverdrachtstheorie’ vonden Stockmann, Esarey en Zhang (2018) geen bewijs dat de waarschuwing over de centrale overheid aan de deelnemers hen angstig maakte als ze niet bereid waren de overheid te bewieroken’.
Geen zelfcensuur
Met andere woorden, het lijkt erop dat mensen in China niet aan zelfcensuur doen op basis van angst. De auteurs concluderen: ‘In vele studies met een uiteenlopende aanpak door het gebruik van verschillende methodologieën, blijkt er veel bewijs te vinden dat de Chinese bevolking bereid is om politiek gevoelige vragen op een waarheidsgetrouwe manier te beantwoorden’.
Zoals ik altijd benadruk, betekent dit niet dat China geen problemen en interne tegenstellingen heeft die overwonnen moeten worden. Dat is zo, net als in alle andere landen. Maar deze studies wijzen op een belangrijke realiteit die we onder ogen moeten zien: de Chinese bevolking toont aanzienlijk meer respect voor hun regering en geeft veel meer steun aan het politieke en economische systeem van China dan mensen in het Westen geneigd zijn aan te nemen.
—————————————————————
Support for government in China: is the data accurate?, de originele Engelse tekst is gepubliceerd op de substack van Jason Hickel.
Vertaald door Dirk Nimmegeers

Jason Hickel is een bekende antropoloog. Hij heeft zowel de Britse nationaliteit als die van Eswatini, waar hij is geboren en opgegroeid. Zijn expertise ligt in politieke economie, ongelijkheid en ecologische economie. Hickel doceert aan een aantal prestigieuze universiteiten, waaronder Barcelona en Londen.
(disclaimer foto website auteur overgenomen met zijn toestemming)
ChinaSquare publiceerde eerder een vertaling van andere artikelen van Jason Hickel over het thema ‘steun van het volk voor de regering in China’.
Het politieke systeem geniet brede steun onder de Chinese bevolking volgens westerse studies
en Is uw samenleving eerlijk?
Nog een belangrijke bijdrage is: De echte reden waarom het Westen aanstuurt op oorlog tegen China
