Chinese economie: vooruit maar niet zonder risico's

De voorbije dagen zijn weeer interessante cijfers gepubliceerd over eigendomsverhoudingen, inflatie, buitenlandse handel en overheidsschulden. Ze geven vooral een idee van de complexiteit van de huidige ontwikkelingsstrategie 
 

steeds duurder


 Securities Daily, overgenomen doot ondermeer het  gezaghebbende Volksdagblad, meldt dat de privé-sector nu voor de helft van het Bruto Industrieel Product van het land instaat. Het blad heeft dit vernomen van Huang Mengfu, de voorzitter van de Chinese Federatie voor Nijverheid en Handel en ondervoorzitter van de nationale Raadgevende Vergadering (de Chinese senaat) . In de eerste vier maanden van 2011 tekende de privé-sector voor 57,7% van de totale investeringen, tegen 35,1% voor de staat. Of buitenlandse investeringen in de privé-sector meegerekend zijn is uit het artikel niet duidelijk op te maken.
Intussen gaat de inflatie nog steeds de slechte weg uit: 6,4% op jaarbasis in juni, het hoogste peil sinds het begin de de wereldcrisis drie jaar geleden. Nochtans denken analisten dat men nu zowat de piek bereikt heeft en de verschillende maatregelen van de regering stilaan effect zouden moeten sorteren. Vooral voedselprijzen stijgen, met liefst 14,4%, waarbij varkensvlees met 57% voorop loopt. De meeropbrengst zou niet zozeer naar de boeren gaan maar naar speculanten. Goed nieuws zijn de prijzen van het vastgoed waar zich eindelijk toch een stabilisering en zelfs dalende tendens begint door te zetten.
Inflatie is slecht nieuws voor de vele Chinese spaarders en ook voor de laagste inkomens. Het terugdringen van de inflatie tot de geplande 4% voor heel 2011 is dan ook een absolute prioriteit van de regering, die toegeeft dat het eerder 5% zal worden. De interestvoeten werden sinds oktober al vijf keer opgetrokken om het krediet moeilijker te maken, en een verdere verhoging ligt in het verschiet. De huidige inflatie is een grotendeels een uitloper van de enorme hoeveelheden geld die in omloop gebracht zijn voor het anti-crisisplan van 2008-10. Verwacht wordt dat de diverse afkoelingsmaatregelen ook de economische groei zullen doen dalen in vergelijking met de halsbrekende groei van 10.3% in 2010; in het tweede kwartaal van dit jaar bedroeg de groei nog steeds 9,5% maar er is een dalende trend die zich volgend trimester moet doorzetten.
Verbonden met een meer realistische groei is ook de evolutie van de buitenlandse handel. Die schijnt opnieuw te vertragen; dat heeft te maken met de onzekere financiële toestand in de VS en Europa, de politieke onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, en de rampen in Japan. In juni lag de uitvoer 17.9% hoger dan vorig jaar, en de invoer 19.3%. Beide cijfers zijn minder dan wat analisten verwacht hadden. De vertragende uitvoer komt ook voort uit hogere productiekosten in China en de stijgende wisselkoers van de yuan; die factoren maken dat de internationale druk op China om zijn munt sneller te revalueren nu toch wat afneemt.
Tenslotte is er de ‘berg’ schulden van de locale overheden, die meestal gemaakt werden voor projecten onder het anti-crisisplan. Het totale bedrag is onlangs voor het eerst officieel bekend gemaakt. Analisten debatteren nu  over de interpretatie van het cijfer. Veel of minder dan verwacht? Moody’s heeft de rating van de Chinese locale besturen prompt verlaagd, maar andere analisten merken op dat Moody’s de Chinese situatie niet echt begrijpt, in het bijzonder het feit dat de centrale regering de staatsbanken als instrument voor schuldbeheer gebruikt. Moody’s beweert verder dat de bekend gemaakte schuld nog een onderschatting met 30% meest risicovolle schuld zou kunnen zijn, maar ook dat wordt door andere analisten betwist. Toch lijkt het erop dat het bekend maken van het schuldentotaal een begin is van een programma om die schulden effectief op een lager niveau terug te dringen. Zo schreef de China Daily dat locale bestuurders voortaan ook zullen beoordeeld worden op de schulden die ze gemaakt hebben. Een afgeleid problem is dat locale besturen zoveel mogelijk gronden proberen te verkopen om schulden voor onrendabele projecten af te betalen, wat dan weer tot conflicten met onteigende boeren of huiseigenaars kan leiden. Bijna een kwart van de leningen door locale besturen zouden ook afgesloten zijn met grond alds onderpand.   
Bronnen : Xinhua, AFP, Reuters

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *