De ’twee programma’s’ zijn strategische projecten voor de nationale modernisering en voor een betere veiligheid. Het bijzondere aan dit vorig jaar gelanceerde concept is dat de projecten door de centrale overheid top-down beslist worden binnen een nationale langetermijnvisie en centraal gefinancierd worden door staatsbons met ultra lange looptijd. Dit verschilt van de gebruikelijke vijfjarenplannen die een bottom-up synthese zijn van lokale voorstellen.

两重 liǎng zhòng, de ’twee programma’s’, wordt officieel omschreven als ‘de uitvoering van belangrijke nationale strategieën en het versterken van de capaciteit om veiligheid te garanderen op sleutelgebieden’. Het concept van de ’twee projecten’ werd in maart 2024 goedgekeurd door het Chinese parlement. Het is de praktische uitvoering van het besluit van het congres van de Communistische Partij eind 2022 om een aantal strategische initiatieven voor de modernisering van China op lange en middellange termijn te lanceren.
Omwille van dit strategisch belang pakt de centrale overheid zelf een aantal van de knelpunten aan die de capaciteit of de belangen van lokale overheden overstijgen. Normaal wordt de concrete uitwerking van politieke richtlijnen en de financiering ervan aan de lokale overheden overgelaten. Maar hier zien we een duidelijke versterking van de centrale planning en van de financiële middelen daarvoor.
Centrale planning en financiering
Het eerste programma is gericht op het wegwerken van knelpunten in het Chinese systeem voor een hoogwaardige economische en sociale ontwikkeling. Het gebruikt daarvoor een geïntegreerd instrumentarium van investeringen, fiscaliteit, wetenschap en technologie, onderwijs, sociale maatregelen en milieubescherming.
Het tweede programma betreft veiligheid. Hoe meer de Chinese economie vervlochten geraakt in de globale economie, hoe belangrijker thema’s als voedselzekerheid, energiezekerheid, industriële veiligheid, milieuveiligheid enz. worden. Op deze belangrijke gebieden moet er voldoende capaciteit zijn. De internationale politieke schokken dit jaar tonen aan dat de Chinese leiders de noodzaak daarvan goed hebben ingeschat. Militaire veiligheid valt blijkbaar buiten dit programma.
De centrale overheid heeft in 2024 voor 700 miljard yuan (100 miljard euro) obligaties met extra lange duur uitgegeven. Dat kwam overeen met 0,5% van het bbp. Oorspronkelijk was 1.000 miljard voorzien. In 2025 is 800 miljard yuan voorzien voor de ’twee programma’s’.
Investeren in domeinen die nationaal beslissend zijn op langere termijn
Alle fondsen voor 2024 en 2025 zijn al centraal toegewezen aan specifieke projecten. Voor 2025 gaat het om 1.459 projecten.
De belangrijkste betreffen de milieubescherming van het Yangtze bekken, beter interprovinciaal transport langs de Yangtze, de ‘westelijke land-zee corridor’ – een verbinding van belangrijke in het binnenland gelegen steden als Chongqing met diverse Chinese en buitenlandse havens-, het verbeteren van de productiviteit van landbouwland, grote projecten voor waterbeheer, vernieuwing van de stedelijke nutsvoorzieningen, de ‘grote groene muur’ tegen woestijnvorming en de modernisering van de hospitalen.
Meer algemeen is het gebruik van de fondsen gericht op domeinen die over een langere termijn cruciaal zijn voor een modern welvarend land: de integratie van stad en platteland, regionale samenwerking, een hoogopgeleide bevolking, zekerheid van voedsel, energie en grondstoffen, natuurbehoud en -last but not least- zelfredzaamheid in wetenschap en technologie.
De ’twee programma’s’ moeten ook het algemeen concurrentievermogen van het land versterken. Ze zullen de zekere toegang tot productiemiddelen garanderen en zwakke punten in de economie op de lange termijn oplossen. In een tijdperk van toenemende concurrentie tussen grootmachten zullen ze China’s vermogen om met internationale onzekerheid om te gaan aanzienlijk vergroten.
Het gaat telkens om projecten die alleen de centrale overheid kan aanpakken. De ’twee programma’s’ worden top-down aangepakt, niet zoals gebruikelijk bottom-up. Daardoor is de projectenlijst geen verzameling van lokale voorstellen maar een aan de top opgestelde lijst van nationaal belangrijke zaken. Projecten zijn geïntegreerd in plannen per sector, met klare doeleinden en normen.
Een breed scala aan projecten
Steden: Het vernieuwen en uitbreiden van nutsleidingen in de steden verhoogt de veiligheid en de betrouwbaarheid ervan . Bijvoorbeeld met nieuwe gasleidingen zijn er 30% minder ongevallen. Betere nutsvoorzieningen vergemakkelijken ook de integratie van migranten in de steden.
Voedselzekerheid: Het stelselmatig verbeteren van gewone landbouwgrond tot hoogproductieve akkers stabiliseert een hoge graanproductie. Akkers worden als hoogproductief gerekend wanneer er wetenschappelijke ondersteuning is voor het vermijden van grote tegenslagen en voor het behoud en verbeteren van de kwaliteit van de bodem, en het beheer gesteund is op informatica.
Het uitvaardigen van strengere normen voor de voedselindustrie zorgt voor veiliger producten en stelt de bevolking gerust.
Bescherming van het Yangtze bekken: Het vernieuwen of aanleggen van 60.000 km riolen zal de waterkwaliteit van het bekken veel verbeteren.
Transport: de bouw van een rechtstreekse HSL tussen Shanghai en Chengdu (1.900 km) moet de interprovinciale connectiviteit tussen de Yangtze delta, het gebied langs de middenloop van de stroom en de Chengdu-Chongqing regio sterk verbeteren door de transporttijd te halveren.
Ecologie: de realisatie van de ‘Grote groene muur’ gordel, met 9,3 miljoen hectare (drie keer België) speciale bomen, struiken en grasland met een hoge kans op overleving werpt niet alleen een dam op tegen woestijnvorming maar schept ook veel tewerkstelling in de regio.
Hoger onderwijs: Er moeten 500.000 plaatsen voor bachelor studenten bijkomen. Het aantal plaatsen aan topuniversiteiten steeg in 2024 met 16.000 en in 2025 moeten er nog eens 20.000 bijkomen.
Een combinatie van ‘harde’ en ‘zachte’ maatregelen
De ’twee programma’s’ combineren investeringen in materiële infrastructuur met institutionele ingrepen. Projecten van strategische aard en van lange duur hebben optimaal management nodig tijdens voorbereiding, uitvoering en uitbating. De bevordering van optimale instellingen valt dus ook onder de programma’s.
Een voorbeeld is de vernieuwing en uitbreiding van de stedelijke nutsleidingen. Blijft men bij verliesmakende openbare nutsbedrijven? Zoekt men investeringen of leningen bij institutionele fondsen die men een zekere rente garandeert? Of laat men een marktconforme transportprijs spelen die privé-investeerders kan aantrekken?
Een ander voorbeeld is de uitbreiding en de verhoogde kwaliteit van bachelor programma’s. Universiteiten worden beoordeeld op hun prestatie op dit gebied en krijgen in functie daar van al dan niet steun uit de centrale fondsen.
Een visie op langere termijn
De ’twee programma’s’ zijn geen maatregelen als antwoord op kortetermijnproblemen ( zoals tijdelijk tragere groei) zoals sommige analisten beweren.
Het gaat om uitzonderlijk centraal gepland en op lange termijn gefinancierd ingrijpen met brede doelstellingen voor de ontwikkeling op middellange en lange termijn.
Het is uiteraard zo dat de investeringen in het kader van de ’twee programma’s’ die nu gedaan worden ook helpen om op korte termijn de binnenlandse vraag aan te wakkeren en de groei te stabiliseren.
De ’twee programma’s’ betekenen een nieuwe focus op centrale planning in tandem met lokale initiatieven. In het licht van de doelstellingen die China zichzelf stelt tegen 2049, de honderdste verjaardag van de Chinese Volksrepubliek, lijkt het logisch dat deze langetermijnstrategie zal verder gezet worden. Het vijfjarenplan 2026-2030 dat men nu voorbereidt, zal hierover al meer klaarheid brengen.
Bron: artikel door Dong Yu, Executive Vice President, Institute for China Development Planning, Tsinghua Universiteit op China News Service (in het Chinees, vertaling Pekingnology) .