Is uw samenleving eerlijk?

Is uw samenleving eerlijk? Deze vraag houdt onderzoekers die werkzaam zijn in de theorie van systeemrechtvaardiging bezig. Ze willen begrijpen of – en waarom – mensen het economische en politieke systeem waarin ze leven als eerlijk, rechtvaardig en legitiem beschouwen.

Kaart: substack Jason Hickel Disclaimer

Om dit te meten, worden enquêtes gehouden door mensen vier stellingen voor te leggen:
‘Over het algemeen vind ik de samenleving eerlijk’
‘Over het algemeen functioneert het politieke systeem van mijn land zoals het hoort’
‘Iedereen in mijn land heeft een eerlijke kans op welvaart en geluk’
‘De samenleving van mijn land is zo ingericht dat mensen meestal krijgen wat ze verdienen’

Mensen wordt gevraagd te antwoorden op een schaal van 1 tot 7: Helemaal oneens/ Oneens/ Enigszins oneens/ Neutraal/ Enigszins eens/ Eens/ Helemaal eens.

Een recente studie, vorig jaar gepubliceerd in het tijdschrift Political Psychology, onderzocht enquêtegegevens van 24.000 mensen in 42 landen wereldwijd. De resultaten laten zien dat mensen gemiddeld het systeem waarin ze leven niet rechtvaardigen. De gemiddelde respons over alle landen in de steekproef is 3,2, dicht bij “enigszins oneens”.

Als we dit verder uitsplitsen, zien we dat in 26 landen mensen het gemiddeld enigszins oneens zijn met de stelling dat hun systeem eerlijk is. Dit geldt bijvoorbeeld voor Nigeria (2,5), Italië (2,8) en Taiwan (3,4). In 15 landen ligt het gemiddelde antwoord aan de onderkant van de neutrale bandbreedte, waaronder in het VK (3,6) en de VS (3,7), met Nieuw-Zeeland (4) precies neutraal.

Er is slechts één land waar de enquêteresultaten aangeven dat burgers over het algemeen zeggen dat het systeem waarin ze leven eerlijk is, en dat is China. China haalt een gemiddelde score van 4,8, met een 95%-betrouwbaarheidsinterval van 4,7-4,9, wat duidt op “enigszins mee eens”. China heeft met ruime voorsprong de hoogste score in de steekproef. Opvallend is dat er geen landen zijn waar het gemiddelde antwoord “mee eens” of “helemaal mee eens” is, wat aangeeft dat er over de hele linie veel verbetering nodig is.

Commentaar

De resultaten voor China lijken misschien verrassend, aangezien China een vrij hoge inkomensongelijkheid kent, gemeten aan de hand van de Gini-coëfficiënt, die de afgelopen jaren slechts marginaal gedaald is. Aan de andere kant zijn er de afgelopen tien tot twintig jaar dramatische materiële verbeteringen in het leven van de meeste mensen geweest. De lonen van arbeiders in de industrie zijn sinds 2005 verachtvoudigd en de overheid heeft krachtige maatregelen genomen om armoede te verminderen en universele toegang tot goede huisvesting, voedsel, gezondheidszorg en onderwijs te garanderen. Het is redelijk om aan te nemen dat deze veranderingen van invloed zijn geweest op de perceptie van mensen over hun systeem.

We zien vergelijkbare positieve beoordelingen in eerdere studies – een van Harvard’s Ash Center en een van de Alliance of Democracies – waaruit blijkt dat mensen in China steeds tevredener zijn over hun regering, geloven dat hun regering democratisch is en de belangen van de bevolking dient, en geloven dat hun regering gelijke rechten voor de wet biedt aan iedereen, en dat ze op deze criteria zelfs beter presteren dan de VS en de meeste Europese landen.

Een mogelijke kritiek is dat mensen in China terughoudend kunnen zijn om negatieve dingen over hun systeem te zeggen uit angst voor repressie. Deze studies zijn ontworpen om dit soort vertekening te vermijden. Als de onderliggende methodologie echter kwetsbaar zou zijn in dit opzicht, zouden we vergelijkbare positieve resultaten verwachten in landen die vaak worden beschouwd als landen met een repressieve regering, maar dit is niet het geval.

Zoals ik al eerder heb aangegeven, wil dit niet zeggen dat China geen problemen en interne tegenstrijdigheden heeft die overwonnen moeten worden. Het heeft er wel degelijk, net als alle andere landen – en we zouden uiteraard nog hogere beoordelingsscores willen zien. Maar deze studies wijzen op een belangrijke realiteit waarmee we rekening moeten houden: de Chinese bevolking heeft veel meer respect voor haar politieke en economische systeem dan mensen in het Westen geneigd zijn aan te nemen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de substack van Jason Hickel. De Nederlandse vertaling is van ChinaSquare

Jason Hickel is een antropologisch economist en hoogleraar aan het Instituut voor Milieuwetenschappen en Technologie van de Autonome Universiteit van Barcelona. Hij houdt zich vooral bezig met de gevolgen van de economie op het milieu en de wereldwijde ongelijkheid.