Schijnt de zon voor elke Chinees?

Wu Shaocai , initiatiefnemer van china-works.be werkt aan een nieuw boek over democratie in China. Op de website van De Wereld Morgen verschenen alvast twee artikels als aperitief. Hier nemen we met toestemming van de auteur deel twee over.

Dit is een Opiniestuk. Het geeft niet noodzakelijk de mening weer van Chinasquare.be. Dit soort artikelen moet wel voldoen aan de minimumeisen die Chinasquare.be aan bijdragen stelt (zie OVER)

Schijnt de zon voor elke Chinees?

Wie ‘China’ denkt, denkt quasi-automatisch aan corruptie. Maar met de corruptie lijkt ook de strijd ertegen, zelfs binnen de communistische partij, te zijn toegenomen. Sociale media spelen hierin een steeds belangrijker wordende rol. Een analyse.
royal china L door Simon Tong http://si.smugmug.com/

royal china L door Simon Tong http://si.smugmug.com/

Op 10 februari doken we het nieuwe Chinese jaar van de Slang in. Volgens het (bij)geloof in de Chinese dierenriem is het Slangenjaar ‘maar’ een klein Drakenjaar, “the little year of the Dragon[1], met geen al te bijzonder positieve verwachtingen.
Het vorige Slangenjaar 2001 was het 9/11-jaar, niet bepaald een vrolijke tijd. Toch zijn er aan het begin van dit jaar 4710 in de klassieke Chinese jaarrekening, enkele zeer interessante en op te volgen ontwikkelingen in het Middenrijk.
Eén zaak probeerde ik alvast duidelijk te maken: er is, zoals eerder in deel 1[2] beschreven, geen Chinese Lente in de maak. Dat kan voor sommigen ontgoochelend zijn; de hoop dat een kwart van de wereldbevolking ‘het juk’ van zich zou afwerpen en een ‘westerse richting’ zou inslaan, lijkt me meer dan ijdel. Hoogst onwaarschijnlijk. Meer nog, geheel niet wenselijk.
Daarvoor zijn er tal van argumenten te bedenken, zeker nu het deficit van het westers politiek-economisch systeem zich steeds duidelijker manifesteert en zijn vorm van democratie (sociaal) hard in elkaar klapt.
Maar minstens even belangrijk als deze fundamentele bevraging, vind ik het ‘kijken achter de dingen’ in China. Zeker nu er pogingen worden ondernomen om welbepaalde excessen en/of structurele mankementen in het Chinese maatschappelijk bestel te corrigeren.
Corruptie à la Chinoise
Uit het vorige deel, ‘Is er een Chinese Lente in de maak?’ is het wellicht duidelijk dat corruptie diep geworteld zit in de Chinese cultuur. Denken we maar aan het fenomeen ‘guanxi[3], (persoonlijke invloeds-) netwerken, waarin dienst en wederdienst mogelijk tot ‘dwang en omerta’ kunnen leiden. Ook in het economisch leven. Daarin is het vaak – zij het niet per definitie – de open deur naar corruptie.
Ook al mogen we zonder zorgen veralgemenen en schrijven dat corruptie in alle soorten samenlevingen voorkomt, toch heeft de Chinese variant een onverwacht verhaal[4]. In de laatste dertig jaar[5] heeft met name het motto ‘To get rich is glorious[6] van hervormer Deng Xiaoping, steil en eenzijdig – in de betekenis van materiële rijkdom – opgang gemaakt.  Corruptie is meer en meer verweven geraakt in de staatsstructuur en de economie.
Men zou kunnen stellen dat de corruptie à rato van de economische groei is verergerd. Ze heeft zich als een parasiet gevoed aan de geldstromen, de maximalisatie van winsten en machtscollusies[7]. Maar ook de bestrijding van corruptie is door de jaren heen opgedreven. In de besluiten van de laatste partijcongressen van de CCP is de strijd tegen de corruptie steeds hoger op de lijst van prioriteiten komen te staan.
Opmerkelijk genoeg spelen de media een katalyserende rol. En die rol wordt, vanuit westers oogpunt al evenzeer bijzonder, versterkt onder stimulans van de centrale partijleiding en regering.
Schandalen in de CCP
In 2012 leek er geen einde te komen aan de reeks schandalen die de media uitbrachten. Eerder hadden we het al over afgezette partijsecretarissen wegens frauduleuze praktijken, onder meer de zaak van rijzende, en intussen neergestorte, ster Bo Xilai (een ware soap met corruptie, verraad en moord).
Daarnaast was er de weggejaagde corrupte partij(dorps)leiding in Wukan, en in Chongqing bleken bepaalde partijleiders zich bezondigd te hebben aan stoeipartijen met escortmeisjes, ingehuurd door projectontwikkelaars die de in het geheim gefilmde beelden als chantagemiddel gebruikten[8]. Vergeten we ook niet de eerdere corruptieschandalen over illegale tewerkstelling, milieuverontreiniging en onveilig voedsel.
De problematiek van omkoperij en machtswellust staat sinds lange tijd in het middelpunt van de (publieke en politieke) belangstelling. En steeds meer blijken sociale media een van de belangrijkste instrumenten om corruptiepraktijken aan te klagen.
Neem bijvoorbeeld Zhu Ruifeng, die intussen een internet-ster is geworden. Hij bracht de zaak van de seksvideo’s en CCP-kaders in Chongqing naar buiten en zou nog “enkele filmpjes” in petto hebben.
Met Weibo op de barricade
Ook een mooi voorbeeld van virtuele ontmaskering overkwam Yuan Zhanting[9], de burgemeester van het noordwestelijke Lanzhou (provincie Gansu). Netizen Zhou Lubao wist hem te spotten tijdens verschillende publieke optredens met waanzinnig dure horloges aan: het meest exclusieve model kostte rond de 23.000 euro en bleek geen Chinese namaak.
Door de publicatie op Weibo (de Chinese tegenhanger van microblogsite Twitter, nvdr) zagen de autoriteiten van de provinciale disciplinaire commissie van de CCP zich genoodzaakt, net zoals in de zaak van Yang Dacai, een onderzoek te starten.
Yang Dacai was een hoge ambtenaar van het provinciebestuur van Shaanxi, die enkele maanden geleden ontslagen werd omdat er foto’s van hem en zijn excessief dure horloges op het internet waren gepubliceerd. De man zijn salaris was niet zo groot dat hij zich dergelijke uurwerken kon veroorloven. Een onderzoek bracht allerlei corruptiepraktijken aan het licht.
In oktober 2012 werd Cai Bin de laan uitgestuurd. Hij was een hoge ambtenaar van het departement Urbanisatie van de Zuid-Chinese provincie Guangdong. Na een post op het web, waarin verwezen werd naar zijn eigendom, namelijk 22 huizen (!), kwam ook aan zijn verhaal een einde.
Het snelst aangepakte schandaal is toch wel dat van Lei Zhengfu, een districtshoofd van de stad Chongqing. Op het internet lekte een videofilmpje uit van zijn ‘sexcapades‘ met een jonge vrouw. Nog geen 63 uur later was hij ontslagen.
Een iets ouder voorbeeld, dat veel zegt over de strengere (maar misschien niet altijd even efficiënte) aanpak, dateert uit 2009.  Zhou Jiugeng, een voormalige ambtenaar in het departement voor Huisvesting van de stad Nanjing, werd veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf wegens het aannemen van smeergeld.
Zijn corruptiepraktijken kwamen aan het licht door enkele foto’s op het internet, waarop hij te zien is terwijl hij erg dure sigaretten rookt.
Het hand in hand gaan van corruptiebestrijding en (sociale) media, verbreedt de democratische ‘ruimte’. Tegelijkertijd versterkt dit de legitimiteit van de leiding van de CCP.
Want ook al zijn het vaak partij(midden)kaders die door virtuele acties worden ontkroond, het blijft diezelfde CCP (meer bepaald de “disciplinaire commissie”) die het onderzoek verricht en de strafmaatregelen oplegt. Volgens de cijfers van 2012 zijn 4.698 partijfunctionarissen, van laag tot hoog, gestraft voor een of andere vorm van corruptie[10].
Oorlog aan de corruptie
Dat woord gebruikte aankomend president Xi Jinping recent voor de Centrale Commissie voor Inspectie van de Discipline, het belangrijkste centrale controle-orgaan van de CCP: “… de ‘oorlog’ tegen corruptie (moet) volgehouden en tegelijkertijd (…) gevoerd worden tegen de ‘tijgers’ (hogere partijkaders) én de ‘vliegen’ (de lagere echelons in de CCP)”[11].
Al een half jaar voor zijn benoeming tot opvolger van president Hu Jintao was Xi Jinping zeer duidelijk: de corruptie moet grondig worden aangepakt, te beginnen in eigen rangen.
In het officiële theoretisch magazine van de CCP[12]: “sommige leden en kaders springen kwistig om met geld, hebben een extravagante en luxueuze smaak ontwikkeld (…) gericht op eigen belang en plezier (…) zijn in de kloof gestort van luxe en corruptie. We moeten grondige lessen trekken” .
Een belangrijke les gaat over de ideologische valkuil van macht en geld. In een editoriaal van The Global Times, de spreekbuis van de partij, zoals dat heet: “Geld is meer en meer de belangrijkste maatstaf van succes geworden in verschillende domeinen. Deze verering van het geld is in onze samenleving vergroeid geraakt. (… ) Corruptie bestrijden heeft niet alleen te maken met het controleren van instellingen maar evenzeer met de herbronning van ons waardensysteem[13].”
Clear the Plate
Intussen is ook een anti-verspillingscampagne gelanceerd, recht in het midden van de Chinese ziel: de maaltijd. ‘Clear the Plate[14] (‘Eet je bord leeg’) wil de invulling van het begrip ‘Chinese gastvrijheid’ anders: niet meer ‘de overvloed’ en het gevoel van ‘meer en meer’. Een halt aan de verspilling.
Bij het grote publiek heeft dat alvast geleid tot onder meer grotere soberheid van nieuwjaarsfeestjes, in casu minder vuurwerk (en ook minder ongelukken). Ook veel ‘welkom-teams’ aan de ingang van restaurants worden uitgedost met slogans als “Eet je bord leeg”, “Bestel niet te veel gerechten” en “Neem overschotjes mee naar huis”. Obers en serveersters krijgen de opdracht de klant aan te geven wanneer hij ‘te veel’ gerechten besteld heeft.
Maar de campagne heeft nog een ander doel: de spilzucht bij overheidsdiensten zwaar aanpakken. Een citaat dat tot nadenken stemt vinden we op de Engelstalige website van de Chinese televisie CCTV.
Partijfunctionaris Xu Zhijun[15]: “Er zijn nog altijd veel mensen die niet genoeg te eten hebben, terwijl andere mensen hele kippen of vissen weggooien, verspillen. Meer nog, wat mensen echt niet meer kunnen aanvaarden, is de enorme verspilling op regeringsrecepties en -diners, (…) betaald met geld van de bevolking.”
Vier gerechtjes en een soep[16]
Wij zouden het een geslaagde marketing pitch noemen. Het beeld van een sobere eettafel met vier gerechtjes en een kommetje soep. Het vat alles samen en klaagt, onuitgesproken en indirect (zoals het in de Chinese cultuur past), het walhalla van de corruptie aan.
Het ontbreken van alcohol op het sobere iconische menu van Xi Jinping is ‘voorbij de symboliek’. De klassieke Chinese (zaken)diners[17] worden namelijk niet alleen gekenmerkt door de grote hoeveelheid gerechten, maar ook door het overdadig proosten met baijiu[18] (sorghum-graanjenever van om en nabij de 50 à 60 procent alcohol, een fles van het duurste merk Moutai of Maotai[19] kan gemakkelijk 300 euro kosten).
De ‘toast met baijiu‘ is zowat het symbool van de corruptie geworden: de ‘private room‘ in restaurants waar, in een grijze wolk van rook van dure sigaretten en met de typische sterke geur van sorghum-graanjenever, ‘gesmeerd en gegoocheld’ wordt met geld.  Dat dit symbool haast vergroeid is met de CCP ligt menig Chinees zwaar op de maag, niet in het minst de eerste man van die partij.
Rest natuurlijk de vraag hoe grondig het fenomeen zal kunnen worden uitgeroeid. Voorlopig krijgt Xi Jinping vrij veel krediet. De soberheidscampagne lijkt ingang te vinden. Zijn oproep tot oorlog tegen corruptie, schijnt ook aan te slaan.
Ook zijn dwingende taal (“the cage of regulations”, de kooi van reglementeringen) om de controle[20] te verstrengen over de machtsuitoefening van overheidsfunctionarissen, werd blijkbaar begrepen. De CCP-leiding (met andere woorden het uitvoerend bestuur van het politiek bureau, de ‘Magnificent Seven‘) trekt de kop en stelde acht richtlijnen op over de werkstijl van de partij, “The Eight Musts[21].
Deze ‘acht richtingaanwijzers’ zijn weliswaar geen concrete directieven, maar eerder een (bekrachtiging van het gekende theoretisch-ideologisch) kader.
Vijfjarenplan
Veel gerichter en wellicht ingrijpender is de aankondiging van een “Vijfjarenplan tegen de Corruptie” door de Centrale Commissie voor de Inspectie van de Discipline[22]. Hoogstwaarschijnlijk zal het concrete plan pas in juni op tafel komen.
In de tussentijd heeft men per provincie, regio en stad een soort toegepaste werkpuntenlijst[23] opgesteld om meteen ook de bureaucratie aan te pakken en een “versobering” van partijactiviteiten en -festiviteiten door te voeren.
Verwelkomingsceremoniën met bloemen, spandoeken en liters alcohol (wie aan ‘Chinese officials’ denkt, ziet de stereotypen meteen voor zich) worden gebannen uit het partijleven.
In sommige partijafdelingen heeft men de leiding verplicht om in de kantines van de stafleden te eten, op andere plaatsen limiteert men de lunchpauzes tot drie kwartier, bespaart men op overzeese reizen, op politie-escortes van partijdelegaties, worden de wegblokkades voor partijcolonnes verboden,…
Het overzicht van deze maatregelen[24] geeft een beeld welke praktijken worden aangepakt. Concreet alvast, hilarisch in sommige gevallen, verbazingwekkend in andere.
Geen blabla, wel boemboem
De eerste resultaten van de strijd tegen bureaucratie zijn er. To the point en geen cliché’s in speeches[25]. Het Beijing People’s Congress, de wetgevende stadsraad, “was veel minder langdradig, er waren geen nietszeggende speeches, er was veel meer inhoud”, weet alvast raadslid Wang Weiping[26], een oudere ingenieur. “Het is goed dat er minder cliché’s worden gebruikt, het verhoogt de efficiëntie.”
Ook in de jaarlijkse vergadering van de provincieraad van Zhejiang in Shanghai was er een opmerkelijke terechtwijzing door een van de hoogste partijkaders, vice-president Wang Qishan. Tijdens een seminarie over corruptie onderbrak hij een spreker bij het begin van de speech.
De man had hem aangesproken met “Distinguished Secretary Wang”. Wang Qishan sprak de zaal toe en zei dat iedereen “to the point” moest zijn en vroeg de spreker niet zo “beleefd-erig” te doen[27].
Ook op het Shanghai People’s Congress is de campagne te voelen. Yang Xiong[28], de burgemeester van Shanghai, somt enkele ingrepen op.
“We hebben minder personeel vrijgesteld voor het congres, er waren kortere speeches (gemiddeld acht minuten minder), sobere maaltijden en veel minder uitgeprint papier. Het budget voor het hele congres was bijna 18 procent kleiner dan vorig jaar.”
Het kan in onze contreien gemaakt, gekunsteld en daardoor leugenachtig klinken. Dat komt wellicht door de immense kloof tussen de Chinese en westerse manier van maatschappelijke ordening. In een volgende bijdrage (voorlopig nog een work in progress) wil ik proberen de organisatie van de Chinese (consultatieve) democratie te ontrafelen.
Maar alvast in de problematiek van de strijd tegen corruptie wordt de praktijk van dit systeem duidelijker. De relatie tussen politiek, media en burger is ook in China fragiel en onderwerp van heftige discussie. Zoveel is zeker.
Wu Shaocai

Het oorspronkelijke artikel vind je hier: http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/02/19/schijnt-de-zon-voor-elke-chinees

Print Friendly, PDF & Email

3 comments for “Schijnt de zon voor elke Chinees?

  1. “Dat kan voor sommigen ontgoochelend zijn; de hoop dat een kwart van de wereldbevolking ‘het juk’ van zich zou afwerpen en een ‘westerse richting’ zou inslaan, lijkt me meer dan ijdel. Hoogst onwaarschijnlijk. Meer nog, geheel niet wenselijk.”
    Leg eens uit….

  2. “Dat dit symbool haast vergroeid is met de CCP ligt menig Chinees zwaar op de maag, niet in het minst de eerste man van die partij.”
    Jaja… WenJiabao zal de enige zijn die miljarden weggesluisd heeft. Dat is nu juist het probleem met een ‘een-partijen-systeem’ Je geeft zelf ook al aan dat de partij zijn eigen mensen bestraft voor corruptie. Alsjeblieft zeg…
    Je kan goed Nederlands schrijven maar je bent duidelijk een Chinees want objectiviteit is ver te zoeken hier.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *