Wetenschappers weerleggen negatieve berichtgeving over Tibetaanse huisvestingspolitiek

Drie wetenschappers hebben na veldwerk in drie  Tibetaanse dorpen een uitgebreid artikel geschreven waarin ze beweringen dat de Tibetanen ontheemd worden en gedwongen moeten verhuizen naar geconcentreerde dorpen vanuit de praktijk weerleggen. Deze beweringen worden door  de administratie van de dalai lama in India (‘Department of Information and International Relations’), het Amerikaanse ‘International Campaign for Tibet’ (ICT) en ‘Human Rights Watch’ (HRW) verspreid en worden overgenomen door onze media.
Deze commentaar werd geschreven door Jean-Paul Desimpelaere, initiatiefnemer van de website infortibet

Het kan verbazen vanop afstand, maar voor wie de laatste dertig jaar enkele malen naar Tibet reisde, is het zichtbaar: de levensstandaard verhoogt er zienderogen. Sneller dan in de rest van het binnenland van China. Dat is een gewilde politiek van de nationale overheid. De laatste vijf jaar (2006-2010) verleende Beijing  per jaar 4 miljard euro ontwikkelingshulp aan Tibet.[1] Dat is 1 miljard meer dan wat de Belgische staat aan alle ontwikkelingsregio’s samen ter wereld geeft. Daarbij moeten we in herinnering brengen dat Tibet ‘slechts’ drie miljoen inwoners telt, de jaarlijkse staatssteun betekent iets meer dan 1000 euro per inwoner. Geen enkele regio ter wereld krijgt zoveel steun. Voor de komende vijf jaar verdubbelt China de jaarlijkse hulp aan Tibet, tot 8 miljard euro. De hoofdmoot zal nu naar ecologie, onderwijs, sociale zekerheid en gezondheidszorg gaan. In het verleden was de steun vooral gericht op infrastructuur: wegen, stadsvernieuwing[2], energie, bebossing, een treinverbinding, vliegvelden[3], woningbouw, scholen, hospitalen, openbare nutsgebouwen.
De economie van Tibet is nu 60 maal groter dan 30 jaar geleden. Voor het geheel van China is dit 70 maal. De inkomens van de mensen zijn ongeveer 30 maal hoger dan 30 jaar geleden. Voor het geheel van China is dit gemiddeld 35 maal. De verdubbelde subsidies zetten een forse inhaalbeweging in gang. Het resultaat is zichtbaar en dit voor ongeveer de ganse bevolking. Het aantal armen is gedaald tot 8 %.[4] Het zijn voornamelijk landbouwers en herders, die in een lastige en afgelegen natuurlijke omgeving leven en werken. Zij krijgen een kleine ‘armenpremie’: enkele tientallen euro per persoon en per jaar. De laatste jaren kon ik een veertigtal boerenfamilies, verspreid over Tibet, ondervragen. Twee ervan leefden nog zeer rudimentair en hadden een geldelijk jaarinkomen dat beneden de 1000 euro lag voor het gehele gezin. Het waren schapenhouders in een dorre streek, zonder gierstvelden. Alle andere families verdienden meer dan 2000 euro per jaar, soms veel meer, indien ze een nevenactiviteit buiten de landbouw hadden, zoals een vrachtwagen bezitten en vervoer in onderaanneming doen. Die kwamen dan al op een jaarinkomen boven de 10.000 euro.
Die cijfers zijn natuurlijk moeilijk te vergelijken met onze levensduurte, ze geven wel een idee. De Tibetaanse landelijke bevolking (80 % van alle Tibetanen) bezit een eigen huis, moet geen land pachten en betaalt geen belastingen op het inkomen. Van huizen gesproken: een meerderheid van de landelijke Tibetaanse families bouwde de laatste vijf jaar een nieuw huis of renoveerde hun oud huis, indien het al min of meer degelijk was. In vijf jaar tijd (2006-2010) heeft ongeveer 80 % van de landelijke bevolking een nieuw huis gebouwd. Dat zijn 220.000 gezinnen, goed voor 1,2 miljoen mensen. Het ging om een grootscheepse campagne van de lokale overheid in Tibet. Gemiddeld gaat het om een subsidie van 6000 euro per familie voor het geheel van de vernieuwde infrastructuur: vernieuwing van hun woning, voorzieningen voor zuiver drinkwater, elektriciteit en telefoon. De aanblik van de woonvoorwaarden op het Tibetaanse platteland is voor een gewone bezoeker inderdaad grondig veranderd op zeer korte tijd. Human Rights Watch (HRW) doet daar schamper over en beschuldigt de Chinese overheid ervan “de Tibetanen te ontheemden, ze verplicht te doen verhuizen naar gegroepeerde dorpen om ze beter te kunnen controleren en aldus hun traditionele levenswijze te doen verdwijnen.”[5] De aanklacht wordt overgenomen in het Amerikaans Bij het bouwen wordt gezongenCongres[6] en door het Europees Parlement.[7]
Precies daarover is een recente studie, ter plaatse in Tibet uitgevoerd door drie befaamde antropologen, twee Amerikanen en één Tibetaan, zeer relevant[8]. Zij besteedden negen maanden aan het onderzoek, waarbij zij alle inwoners van drie grote dorpen betrokken, samen 309 families. Zoals bij vorige onderzoeken uitgevoerd door een van hen, Melvyn Goldstein, die vloeiend Tibetaans spreekt, wordt in het rapport expliciet benadrukt dat hun interviews in geen enkele mate aan beperkingen onderworpen waren. Hun werkmethode (kruiselings toetsen en hercontroleren) liet ook toe om fantasie zoveel mogelijk te bannen. Daarom zijn die heren trouwens befaamd in de wereldwijde middens van de tibetologen.
Wat stellen zij vast?
* Het vernieuwen van de woning of een nieuwe woning bouwen gebeurde op vrijwillige basis, de betrokken families hadden duidelijk het initiatief in handen.
* In de drie dorpen had midden 2009 slechts de helft van de families een nieuw huis gebouwd.
* Een nieuw huis kost 5000 à 8000 euro aan bouwmaterialen. Het bouwen doen de mensen zelf.
* De overheidscampagne stelde subsidies ter beschikkinggaande van 1000 tot 3000 euro. Daarenboven was de lening om de rest te bekostigen gedurende de eerste drie jaar renteloos.
* In de drie dorpen was er geen sprake van ‘verhuizen’, het dorp bleef op dezelfde plaats, het sociaal netwerk werd niet verbroken, in tegenstelling met wat HRW en anderen beweren.
* Er werd zorgvuldig overlegd in de dorpen om geen of weinig landbouwgrond op te offeren.
* Families die een vrachtwagen bezaten, verkozen om dichter bij de hoofdweg te bouwen.
* Alle nieuwe huizen zijn in traditioneel Tibetaanse bouwstijl en zijn ruimer dan de kleien woningen van tevoren.
Tijdens een vorig onderzoek had M. Goldstein een streek bezocht waar seminomaden leven. HRW schiet ook hier met scherp: “Nomaden worden verplicht om te sedentarisen”. Dit weerlegt Goldstein gewoonweg door te zeggen: 100% nomaden bestaan quasi niet meer in Tibet, zij hadden al een huis, verblijven er echter minder dan de helft van het jaar. Voor hen ook werden woonsubsidies verleend. Hun nieuwe huizen staan op dezelfde grond als hun oude, geen sprake van ‘verplicht sedentariseren’”. Hierbij wil ik opmerken dat het zuidelijke deel van de provincie Qinghai om ecologische redenen wél ontvolkt wordt: het gras is op, er dreigt woestijnvorming. De overheid daar heeft niet gewacht tot de yaks uitdroogden en heeft enkele tienduizenden mensen gedelokaliseerd. Nu wordt daar opnieuw hard gras geplant.
Tijdens hun extensief onderzoek in de drie dorpen deden de vorsers ook navraag naar andere sociale voordelen. Alle families bleken aangesloten te zijn op de ‘ziekteverzekering’: zij betalen 5 euro per jaar en zijn gedekt voor 60 euro ambulante kosten per jaar. Daarnaast  worden de hospitalisatiekosten voor 90 à 95 % terugbetaald. Er is ook een miniem begin van pensioen voor de landelijke bevolking: 60 euro per jaar aan personen boven de 55 jaar die slechts één zoon of twee dochters hebben. Vanaf 80 jaar krijgt iedereen 30 euro premie per jaar.  Er waren ook enkele arme families in die drie dorpen. Die kregen 15 à 40 euro per persoon per jaar als kleine steun. Belangrijk zijn echter de subsidies voor diversifiëring van de landbouwactiviteit. Serres voor groenten bijv. worden gratis ter beschikking gesteld. Het opstarten van kippenkwekerijen in een nabijgelegen dorp kon genieten van 1 miljoen euro opstarttoelage (installatie, aankopen van kuikens en voeding). De bedoeling is om de niet verafgelegen stad Xigaze te bevoorraden in kippenvlees. Het aankopen van kleine landbouwmachines is eveneens gesubsidieerd: 30%. Meststoffen zijn dat voor 50 %. Om het rijtje af te sluiten, is er nog een algemene landbouwtoelage van 50 euro per gecultiveerde hectare.
Kortom, de overheid heeft een ‘mensen eerst’-programma gelanceerd in Tibet, dat ook effectief de levensstandaard van de gewone Tibetaan verhoogde, gemiddeld met meer dan 10 % per jaar, sinds 2000. Dat is zichtbaar. Wie het tegenovergestelde beweert, moet opnieuw gaan kijken. En dan heb ik het nog niet gehad over enkele andere campagnes van de overheid: een deftige weg naar alle dorpen, overal veilig drinkbaar water, elektriciteit in alle dorpen. Vergeten we niet: Tibet is zeer uitgestrekt, dorpen liggen soms op tientallen kilometers van elkaar verwijderd. De bevolkingsdichtheid in Tibet is twee inwoners per vierkante km.
De Chinese overheid wil de loyauteit van de Tibetanen voor zich winnen via die enorme subsidies, dat is duidelijk. Deze subsidies zijn een voorkeursbehandeling tegenover de rest van het armere binnenland van China. China ligt onder vuur van Europese en Amerikaanse middens, die Tibet graag willen ontfutselen van China. De Chinese overheid wenst de stabiliteit te bewaren en deelt zelfs aankoopbonnen uit onder de Tibetanen bij belangrijke lokale feesten, zoals nu bij het herfstfestival.

 Jean Paul Desimpelaere


[1] Perscommuniqué, Lhasa 17/3/2010
[2] Denk maar aan de riolering bijvoorbeeld, die was in grote delen van alle steden gewoon nog afwezig in 1980.
[3] Vergeten we niet dat Tibet qua oppervlakte 2,5 maal Frankrijk is. Tibet heeft nu vijf vliegvelden, dat is evenveel als in België, dat 40 maal kleiner is.
[4] De overheid in Tibet bestempelt personen als ‘arm’, indien zij geldelijk over minder dan 1 dollar per dag beschikken. Daarbij is Tibet bevoordeeld tegenover de rest van China, waar de armoedegrens nog iets lager ligt.
[5] Website HRW, mei 2007.
[6] US, Congressional executive commission on China, annual report, october 2007.
[7] Commission pour les droits de l’homme du parlement Européen, 27 novembre 2007.
[8] Melvyn Goldstein, Geoff Childs en Puchung Wangdui. De studie is verschenen in ‘Journal of East Asian Studies’, n°63, january 2010.

Print Friendly, PDF & Email

6 comments for “Wetenschappers weerleggen negatieve berichtgeving over Tibetaanse huisvestingspolitiek

  1. Niks aan het handje dus in Tibet dat sinds de opstand van het volk tegen de bezetting door China nog steeds onder ‘n staat van beleg zwoegt. De ontwikkeling van Tibet heeft niets te maken met de culturele genocide dus waar maken we ons zorgen over, toch?

  2. De feiten in het artikel zijn nauwkeurig vastgesteld ter plaatse, gecontroleerd en vergeleken. Bovendien zonder begeleiding van de lokale autoriteiten en niet gebaseerd op slechts enkele Tibetaanse families, wel op honderden. Er is geen “staat van beleg” in Tibet, wel zichtbare politiebewaking in de hoofdstad Lhasa. Ik ben al tweemaal in Lhasa geweest sinds de onlusten van 2008. De politie is in het straatbeeld aanwezig. Ik heb geen identiteitscontroles of andere intimidaties gezien. In het station van Lille, in Frankrijk, zag ik die recent wel bij het uitstappen uit de TGV. Ik bedoel maar: in maart 2008 zijn toch 22 mensen omgekomen in Lhasa tijdens de etnische rellen. De lokale overheid wil beslist nieuwe voorkomen.

  3. Want Westerse ooggetuigen in maart 2008 hadden het niet over een “volksopstand”, zoals u suggereert, wel over “georganiseerde bendes”. “Het volk”, als ik het zo mag zeggen en wat ik er van voelde, wenst geen herhaling van dat blind geweld van toen. En tenslotte iets over uw term “culturele genocide”. Het verbinden van die twee woorden lijkt mij ‘straf’. Om maar twee dingen te noemen: de Tibetaanse bevolking is niet onderworpen aan de ‘één-kind-per-gezin-politiek’ van de rest van China en verdriedubbelde ongeveer in vijftig jaar tijd. Dat is al geen ‘genocide’. Tweede voorbeeld: nog nooit in de geschiedenis waren er zoveel boeken, tijdschriften, kranten, TV en radio-uitzendingen in het Tibetaans als nu. De Tibetanen kunnen nu ook hun eigen taal lezen, vroeger waren ze ongeletterd. Dus geen ‘culturele achterstelling’. Nog één ding: van alle mensen met verantwoordelijkheid in Tibet (lokaal parlement, functionarissen, dorpschefs, enz.) zijn 80% Tibetaan. Tibet wordt ‘concreet’ bestuurd door Tibetanen, krijgt veel geld van de centrale Chinese overheid om dat te doen en past de nationale wetgeving aan volgens wat lokaal best lijkt. Natuurlijk zijn er problemen. Daar kunnen we het ook op een serene manier over hebben.

  4. Zeker mee eens dat westerse media nogal eens ongenuanceerd schrijven als het gaat om Tibet (maar dat doen ze ook wel over andere onderwerpen en, niet onbelangrijk: vrije nieuwsgaring is in Tibet niet mogelijk)
    Dit onderzoek in drie dorpen is op zich interessant. Ik geloof onmiddellijk dat de feiten kloppen al wordt er wel een erg harmonisch beeld geschetst. Iedereen blij, een grote harmonie. Het spijt me, maar dit wekt wat argwaan in me op.
    Bijvoorbeeld: het wordt niet duidelijk (uit dit artikel) in hoeverre deze drie dorpen model staan voor heel Tibet? Is de realiteit overal zo mooi? Of hebben we hier te maken met zorgvuldig georkestreerde demonstratie-dorpjes?

  5. De keuze van de 3 dorpen gebeurde op basis van de eenvoudige selectie: ééntje vrij ontoegankelijk in de bergen; omgekeerd eentje dat in nauwe symbiose leeft met de stad in de omgeving en één tussengeval half tussen stad en bergen

  6. Drie dorpen zijn inderdaad maar een beperkte monstername. En allicht zijn er hier en daar wel problemen en conflicten rond de verdeling van de subsidiepot uit Beijing (Beijing levert 90% van het overheidsbudget van Tibet). Mochten er echt ‘zorgvuldig georchestreerde demonstratie-dorpjes ‘ bestaan dan zouden die normaal al aangeklaagd zijn door de Tibetaanse bannelingen, denk ik .

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *