Yushu, een jaar later

noodhospitaal Rode Kruis Hong Kong


Een jaar geleden was er in de provincie Qinghai een aardbeving met een kracht van 7,1. Ongeveer 2.700 slachtoffers vielen er in de prefectuur Yushu en de schade in de bergachtige streek was enorm (200.000 huizen stortten in), de hulpverlening moeilijk. De getroffen bevolking is er overwegend etnisch Tibetaans. De aardbeving in Yushu werd in de Chinese pers genoemd als een van de 10 markantste gebeurtenissen in 2010 en Yushu is beslist niet vergeten (net zomin als de aardbeving in Sichuan die 68.000 doden heeft gekost). Gisteren werd er een sobere en ontroerende herdenking gehouden waarbij scholieren en monniken de voornaamste inbreng hadden.
Hoewel een school met 1000 leerlingen zwaar beschadigd werd vielen er in Qinghai onder deze kinderen geen slachtoffers. De verschillende bevolkingsgroepen werkten goed samen bij de reddingswerken, de opvang en doen dat nog steeds bij de wederopbouw. De rol van boeddhistische monniken was erg positief en werd sterk gewaardeerd. De overheid, nationaal en provinciaal (ook vanuit andere provincies) investeert grote geldsommen om de prefectuur niet alleen herop te bouwen, maar er een gebied van te maken dat veiliger, moderner en welvarender moet worden dan ooit. Volgens de provinciale regering is er vorig jaar al 5 miljard yuan aan het project uitgegeven, maar daar is dit jaar 20 miljard aan toegevoegd. Dat zijn de zaken die in de officiële media het meeste aandacht krijgen.
Een kritischer en minder optimistisch verhaal staat in de South China Morning Post (SCMP), de grote particuliere krant uit Hong Kong. Voor de wederopbouw is drie jaar voorzien, maar volgens sommigen zijn veel wegen nog nauwelijks hersteld en de reporter van de SCMP ziet in de voornaamste stad van Yushu, die helemaal in puin was gelegd, nog uiterst weinig nieuwe woonhuizen. Aan de bouw van scholen en ziekenhuizen wordt inderdaad, zoals beloofd, de voorrang gegeven, maar die grote panden zijn nog lang niet af. Onderwijs, gezondheidszorg, commercie en administratie, het gebeurt allemaal in prefabgebouwen. De meeste mensen wonen nog in tenten en de onzekerheid over wanneer ze weer gewoon een huis zullen hebben en hoe dat er zal uitzien begint zwaar te wegen. Sommige burgers ontvangen al een tijdlang geen financiële familiale noodhulp meer.
De overheid zegt dat er nog steeds puin moet worden geruimd. Ze belooft dat de bouw nu goed gaat beginnen en dat alles zal af zijn in augustus. Bijna tweeduizend kaderleden en 30.000 arbeiders uit Beijing, Liaoning en van vier staatsbedrijven zijn het afgelopen jaar naar Yushu gestuurd om daarvoor te zorgen. Een aantal specifieke problemen bemoeilijkt het herstel in Yushu. Het ligt op 3,700 meter hoogte wat het zeker voor hulpverleners en bouwvakkers uit andere streken zwaar werken maakt. Daarbij komt dat door de lange winter en het onvoorspelbare weer het werk enkel mogelijk is tussen april en september. Het is een natuurgebied met drie grote rivieren waar dus geen fabrieken staan: het bouwmateriaal moet komen van verafgelegen steden, een reistijd van 15 uur is geen uitzondering. Veel Tibetanen vinden dat ze te weinig compensatie krijgen voor de grond die moet worden onteigend voor de aanleg van wegen en ze zouden liever contant geld krijgen en zelf hun traditioneel grote huizen heropbouwen dan de bouw aan de staatsbedrijven over te laten. Er zijn ook klachten over weeskinderen en bejaarden voor wie de opvang niet ideaal is. Wordt vervolgd.
Bronnen: Xinhua, SCMP

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *