Danny Haiphong (Opinie)*
De standpunten in opiniestukken zijn niet noodzakelijk identiek aan de redactionele lijn van ChinaSquare. De verantwoordelijkheid voor de inhoud ligt bij de auteur.

Het Westen voert zijn offensief tegen China ook op het gebied van opinievorming. De vraag over het buitenlandse beleid van dat land lijkt misschien arrogant, maar het is een kwestie die in verschillende vormen steeds terugkomt binnen het hele politieke spectrum van de VS en het Westen.
De Amerikaanse elite uit kritiek op het buitenlands beleid van China omdat het vol zou zitten met ‘schuldenvallen’ voor arme landen in het Zuiden. Journalisten in de ‘grote media’ beweren dat China een eigen imperium nastreeft, zijn zinnen heeft gezet op Taiwan (nochtans officieel zijn eigen provincie) en op gebieden van zijn buurlanden in de Zuid-Chinese Zee.
Voor de hogere kringen in de VS en hun bondgenoten in Europa is China een op macht beluste concurrent die de ‘op regels gefundeerde’ internationale orde van het Westen (in feite een eufemisme voor het Amerikaanse imperialisme) wil vernietigen.
Er zijn ook veel mensen aan de politieke ‘linkerzijde’, waaronder zelfs communisten, die China op precies dezelfde manier zien. Volgens hen is China ‘staatskapitalistisch’ en ze menen dat het land zonder enige menslievendheid winst nastreeft. En dan zijn er ook nog diegenen die, hoewel ze deze kritiek afwijzen en volhouden dat de basis van de Chinese maatschappij socialistisch is, diep teleurgesteld zijn in het buitenlands beleid van China. Volgens die laatste critici schiet China tekort in de mondiale solidariteit die op dit historische moment vereist is en is het land niet daadkrachtig genoeg in het nastreven van gerechtigheid.
Wie zet schuldenvallen uit?
In werkelijkheid hebben ze het allemaal mis. Ten eerste is het verhaal over de schuldenval keer op keer ontkracht. Deborah Bratigaum, politicoloog aan de John Hopkins University, heeft deze mythe ontmaskerd als een puur verzinsel dat een grimmiger realiteit verhult: de belangrijkste shuldeisers van het Zuiden zijn particuliere westerse kredietverstrekkers, het IMF en de Wereldbank.
Er was veel ophef In de westerse media over het verhaal van de Chinese inbeslagname van de haven van Hambantota in Sri Lanka. Maar in werkelijkheid is 81 procent van de schuld van Sri Lanka in handen van Amerikaanse en westerse financiële instellingen, evenals van Japan en India. In november 2021 verspreidden Amerikaanse en westerse media het gerucht dat China de internationale luchthaven van Entebbe in Oeganda had overgenomen, omdat het land zijn lening niet zou hebben afgelost. Dit verhaal bleek echter volledig verzonnen. De woordvoerder van de burgerluchtvaartautoriteit van Oeganda voelde zich genoodzaakt om de leugen op Twitter te ontkrachten: ‘Ik wil categorisch duidelijk maken dat de bewering dat de luchthaven van Entebbe voor geld is weggegeven, onjuist is… er zit geen greintje waarheid in.’
Achter deze fictieve verhalen schuilt een belangrijke waarheid: de samenwerking van China met andere landen is totaal anders dan hoe de westerse media deze afschilderen. Wanneer Amerikaanse en westerse elites China demoniseren als het land van de ‘schuldvaldiplomatie’, projecteren ze niet alleen hun eigen misdaden op China, maar belasteren ze ook een historisch wereldwijd project dat hen momenteel veel angst inboezemt.
Het project dat de westerse elite niet wil
Dit project is het Belt and Road Initiative (BRI), dat China in 2013 heeft gelanceerd. Het belangrijkste doel ervan is om de connectiviteit tussen de deelnemende landen te ontwikkelen en zo de economische handelsroutes en culturele uitwisselingen onderling te versterken. In 2023 namen meer dan 150 landen en ruim dertig internationale organisaties deel aan het BRI. Er liepen meer dan 200 BRI-samenwerkingsovereenkomsten. In 2025 bedroeg het totale handelsvolume tussen de BRI-landen en China zeker 22 biljoen RMB, wat een stijging van 6,4 procent betekende ten opzichte van het voorgaande jaar.
Infrastructuurontwikkeling staat centraal in het Belt and Road Initiative. Dankzij de samenwerking in het kader van het BRI heeft het door buurlanden omgeven Laos in 2021 met Chinese hulp zijn eigen hogesnelheidstrein in gebruik genomen. Deze trein bereikt een topsnelheid van 220 km/u en verbindt de zuidelijke en noordelijke grens van Laos, om vervolgens door te rijden naar Kunming, een belangrijk economisch knooppunt in China. In 2023 werd de hogesnelheidstrein Jakarta-Bandung in Indonesië, ontwikkeld als een joint venture met Chinese spoorwegmaatschappijen, in gebruik genomen. Van het eerste metrosysteem in Pakistan tot de belangrijkste haven van Griekenland: het BRI heeft moderne infrastructuur gebracht naar landen die in het verleden werden leeggeroofd door de wrede uitbuiting van het westerse kolonialisme, imperialisme en onder financiële dwang.
Het is belangrijk om aan te stippen dat het buitenlands beleid van China via het BRI niet per se ‘hulp’ is. China beschouwt alle samenwerking met partnerlanden als een ‘win-win’-operatie. Het Zuiden heeft de expertise en middelen van China nodig om infrastructuur te ontwikkelen. De bouw van deze infrastructuur heeft bovendien honderdduizenden banen gecreëerd in BRI-landen, dankzij de duizenden lopende of voltooide projecten. Samen met de uitrusting zelf leiden deze banen tot een hogere levensstandaard, waardoor landen wereldwijd goederen met een hogere toegevoegde waarde uit China kunnen kopen en verkrijgen. Dankzij positieve relaties kan China ook het netwerk van connectiviteit wereldwijd uitbreiden, zelfs naar Europa en ‘hooginkomenslanden’. Iedereen wint erbij.
Militair tussenkomen
Wanneer Amerikanen en westerlingen echter aan buitenlands beleid denken, komt militair interventionisme vaak als eerste in hen op. De VS en hun Europese medestanders hebben immers niets anders gekend dan oorlog. Sinds 1945 zijn er triljoenen uitgegeven aan oorlogen van de VS en de NAVO, en zolang het Amerikaanse imperialisme blijft bestaan, zullen er de komende jaren nog eens triljoenen worden uitgegeven. Maar hoe zit het met China?
Ondanks luidkeelse veroordelingen vanuit het door de VS geleide Westen dat China ‘agressief’ en zelfs ‘imperialistisch’ is, houdt China zich in zijn buitenlands beleid strikt aan wat de Communistische Partij van China (CPC) ‘niet-inmenging’ noemt. Dit betekent dat China niet streeft naar expansie of dominantie, maar in alle opzichten de principes van het VN-Handvest volgt. China is tegen unilaterale sancties, militaire of andere vormen van interventie in de interne zaken van andere landen, en heeft sinds 1979 geen oorlog meer gevoerd. Hoewel het Chinese leger beschikt over hypersonische raketten, de grootste marine ter wereld, dronetechnologie, elektronische oorlogsvoering en nog veel meer, besteedt het slechts ongeveer 1,7 procent van zijn bbp aan defensie, of zowat de helft van de 3,5 procent van het totale bbp die de VS hieraan besteedt.
Wie wordt er bedreigd?
In tegenstelling tot de VS wordt China echter geconfronteerd met zeer reële bedreigingen voor zijn soevereiniteit. Het Amerikaanse militair-industriële complex heeft voor tientallen miljarden aan wapens en munitie geleverd aan de Chinese provincie Taiwan. In de afgelopen vijftien jaar heeft de VS meer dan de helft van zijn enorme militaire arsenaal naar de Azië-Pacific regio verplaatst, met het expliciete doel om China ‘in bedwang te houden’. Daarnaast sturen de Verenigde Staten antischeepsraketten naar de Filippijnen, bouwen ze een uitgebreid netwerk van ongeveer 400 basissen van Japan tot Singapore, die de enige kust van China volledig omsingelen. De VS vormt bovendien allianties zoals ‘AUKUS’ (Australië, het VK en de VS zelf) om de weg naar oorlog te effenen.
Onder dat soort omstandigheden heeft China volgens het VN-Handvest het volste recht om militair geweld te gebruiken om zich te verdedigen. Maar dat doet het niet. In plaats daarvan wordt China’s reactie op de agressie van de VS gekenmerkt door een consequente toewijding aan heel andere principes: vrede, win-win-samenwerking en multipolariteit.
Handelspartner en vredesmacht
Deze aanpak heeft China de status van belangrijkste handelspartner van meer dan 145 landen opgeleverd. In plaats van andere landen voorwaarden op te leggen, promoot China een samenwerkingsmodel dat gericht is op wederzijds voordeel. Zo heeft China de handel met 53 landen op het Afrikaanse continent volledig vrijgesteld van invoerrechten, terwijl de regering-Trump op grote schaal invoertarieven oplegt als strafmaatregel voor landen die volgens haar ‘oneerlijk’ en ‘onevenwichtig’ handel drijven met de VS. Tijdens de economische schokgolven van de COVID-19-pandemie heeft China de leningen en de uitstaande rente van 15 Afrikaanse landen kwijtgescholden.
China treedt ook op als een proactieve kracht voor vrede en multipolariteit. China is de enige kernmacht die toegezegd heeft nooit als eerste een kernwapen te zullen gebruiken. Bovendien is China, ondanks dat het nog steeds een ontwikkelingsland is, het land dat met directe financiering van en deelname aan internationale vredesmissies het op een na meeste bijdraagt. Waarschijnlijk is de belangrijkste factor hierin dat China een van de sterkste, zo niet de sterkste economische en politieke steunpilaar is van een opkomend alternatief voor de hegemonie van de VS. China’s directe leiderschap binnen de BRICS, de Shanghai Cooperation Organization en andere multilaterale initiatieven is onmisbaar voor de ontwikkeling van wat experts in de geopolitiek multipolariteit noemen. Een wereld die niet langer gedomineerd wordt door het financiële, militaire en culturele imperialisme van de VS, en die steeds duidelijker mogelijk wordt.
Dit is slechts een oppervlakkig overzicht van het buitenlands beleid van China en het belang ervan. Maar is het goed genoeg?
—————————————————————————————-
Het antwoord op die herhaalde vraag geeft Danny Haiphong* in het volgende deel, dat vooral over de kwestie Gaza gaat. Dat publiceren we volgende week.
Het bovenstaande artikel is van Danny Haiphong, medeoprichter van Friends of Socialist China. Het is een hoofdstuk van de binnenkort te verschijnen bundel China Changes Everything, samengesteld door het FoSC US Committee. Het stond deze week alvast op de website van Friends of Socialist China.
Voor ChinaSquare vertaald door Dirk Nimmegeers.
