Over woestijnen, steppen en bossen

Een kwart van China is woestijn en zandstormen blijven Peking bedreigen. China bestaat ook voor 40 % uit steppen en daarvan zijn 90 % verloederd, waarvan 40 % ernstig. Bij het ontstaan van Volksrepubliek had China maar 10 % bos, maar bebossing verdubbelde dit. Kan de teloorgang van de steppen en de woestijnvorming worden tegen gegaan?
China kent een erge vorm van woestijnvorming want meer dan een kwart van de grond bestaat uit woestijn en dit betekent 7 maal de oppervlakte van Duitsland (meer dan 70 maal België). Volgens het Bosbouwbestuur breiden deze woestijnen zich eind vorige eeuw uit met tussen 2.460 en 10.400 km2 per jaar waardoor 400 miljoen personen in gevaar lopen. De woestijnvorming grijpt vaak plaats op marginale gronden die overbegraasd of overgecultiveerd worden: In Binnen Mongolië werden 133.000 ha weiden overbegraasd. Op het löss plateau is het bewerken van sterk hellende flanken de belangrijkste oorzaak van woestijnvorming en in het Qaidam-bekken (Binnen-Mongolië) verdween sinds 1980 een derde van de begroeiing door het illegaal verzamelen van sprokkelhout en geneeskundige planten.
De voornaamste oorzaken van woestijnvorming zijn winderosie, watererosie en de bouw van infrastructuur en grondverzilting. In Noord-China ontaardt de grond hoofdzakelijk door winderosie over een dor gebied van 379.000 km2 waar de jaarlijkse regenval minder dan 500 mm bedraagt. Het grondverlies door watererosie is de meest ernstige vorm van grondverloedering in China. Het jaarlijks grondverlies door watererosie wordt op 5 miljard ton geschat; twee vijfden van het meegevoerde materiaal komt in zee terecht. De Gele rivier heeft zijn naam niet gestolen. Daarnaast is nog 69.000 km2 grond verzilt en ook de aanleg van infrastructuur voor olievelden of mijnbouw droeg bij tot hogere wind- en watererosie. Elk jaar verzilt 180.000 ha landbouwgrond wat tot een vermindering van het rendement leidt met 25% tot 75%.
Jaarlijks veroorzaakt de woestijnvorming in China voor 40 miljard yuan economisch verlies. In het noordwesten, de regio die het sterkst getroffen is, verergerde het probleem tussen de jaren zeventig en de jaren negentig. Tijdens de jaren 50 deden zandstormen zich voor om de 7 of 8 jaar; tijdens de jaren zeventig om de 2 of 3 jaar en om het jaar tijdens de jaren negentig jaren. De duinen die op 100 km van Peking liggen, rukken jaarlijks met 3,5 km op.
 Acties
De regering heeft onder meer een Nationaal Plan voor Zandpreventie-en controle. Samen met nog andere projecten slaagden dit er tussen 1999 en 2004 in om de gebieden waar de grondkwaliteit verslechtte en deze met woestijnvorming respectievelijk te verminderen met 37.924 km2 en 6.416 km2. Van 1998 tot 2001 heeft de regering 42 miljard yuan in centraal-en west China geïnvesteerd om vegetatie, weiden en groen te beschermen. In 25 provincies werd aan bebossing gedaan en tegen 2003 was al 11 miljoen ha bewerkte grond herbebost Na 2002 werd jaarlijks 6,6 miljoen ha bebost. Ook de Wereldbank financiert 80 miljoen $ voor herbebossing in Ningxia die 3 miljoen personen ten goede zal komen. 19 ministeries werken samen aan China’s programma’s tegen woestijnvorming waar jaarlijks 31 miljard yuan$ wordt voor uitgetrokken. Volgens

Groene aanbouw naast woestijn

Groene aanbouw naast woestijn

onderdirecteur Xu Qing wil China tegen 2020 de helft van de te herwinnen 530.000 km oppervlakte terug groen maken en de totaliteit tegen 2050. Volgens directeur Jia Xiaoxia van “China’s Implementation of the Convention to Combat Desertification” (CICCD) daalde de graad van jaarlijkse woestijnvorming door zand van 3436 km2 in 1999 tot 1283 km2. Ook positieve geluiden bij topman Liu Tuo, de topman van de dienst Zandpreventie- en controle’, die op een forum in Binnen-Mongolië meedeelde dat China op het punt staat de strijd tegen woestijnvorming te winnen, zij het dat het bestrijden nu wel 120 miljard yuan per jaar kost. Leidend onderzoeker op het vlak van de woestijnproblematiek, Wang Tao stelde dat momenteel over het gehele land de woestijngebieden jaarlijks verminderen met 7.585 km² door het planten van bomen, gras en zelfs een speciale heester die wortels heeft tot 10 m diep. Dit is positief vergeleken met de jaarlijkse woestijnuitbreiding van 10.400 km² op het eind van vorige eeuw. De provincie Shaanxi heeft bijvoorbeeld tijdens het laatste decennium 22 miljard yuan uitgegeven om 4,5 miljoen ha bomen te planten. De beboste oppervlakte daar groeide dan ook van 30 % in 2000 tot 37 % nu, aldus Zhang Shenian, hoofd van de provinciale Bosdienst. Het aantal zanddagen in Yulin daalde dan van 30 in de jaren ’60 tot 10 vorig jaar.
Weiden
China telt 400 miljoen ha steppen of meer dan 40 % van het grondgebied, maar 90 % van deze weiden onderging een of andere vorm van degradatie. In Xinjiang zijn zelfs 40 % van de weiden ernstig beschadigd: de grasopbrengst daalde er met percentages tussen 30 en 50 %. In geheel China ondergaan 27 % van de weiden een vorm van woestijnvorming De helft van de ernstig gedegradeerde grond wordt woestijn. Overbegrazing is de hoofdoorzaak van het ontaarden bij de weidegronden. Een wetenschappelijk onderzoek stelde 30% teveel aan veestapel in Binnen Mongolië vast in 1987 en dit te veel liep op tot 100 % op in 1997. Ondertussen naam grasslandesertde beschadiging van de weiden toe met tussen 40 tot 70 %.
266 Chinese arrondissementen worden als herders-kantons geclassificeerd en 146 kantons als semi-herders (herders boeren ook gedeeltelijk) kantons. De inkomens liggen er laag, maar de herders verdienen meer in de volledige herders kantons dan in de semi-herderskantons waar de bevolking talrijker is en de percelen kleiner. De meeste herders hebben weliswaar een vaste woonplaats, maar de armoedegraad bedraagt 41% in Xinjiang, 36% in Qinghai en 20 % in Binnen-Mongolië. Wetenschappelijke studies waarschuwen tegen een te doorgedreven privatisering van de weiden omdat deze ook mede oorzaak is van de ontaarding, terwijl bij een meer socialistische aanpak het minder een probleem is dat vee van de ene herder in een noodgeval gaat grazen op de weiden van een andere herder.
 Acties steppe
Terwijl de regering tussen 1979 en 1994 maar 20 miljard investeerde in de steppen, bedroeg het cumulatief bedrag in 2005 al 100 miljard yuan, nog los van provinciale of andere fondsen. Van 2000 tot 2005 zette de begroting 9 miljard opzij: op het einde van deze periode bedroeg de oppervlakte van de nieuw aangeplante weiden 13 miljoen ha, 14 miljoen ha weiden werden verbeterd en 33 miljoen ha omheind. Een vijfde van de steppen kenden ofwel een graasverbod ofwel een roterende begrazing. Van 2011 tot 2020 wordt 26 miljard uitgegeven om de beschadigde grasoppervlakte opnieuw voor 90 % te herstellen en om ontaarding van degrassland2 bovenlaag met 80 % te beperken.
Ondertussen werd in 2002 de wet op de weiden aangepast en het belangrijke programma “Reduce Livestock Return Grasslands” programma van kracht. Voor de deelnemers geldt ofwel een volledig verbod op begrazing, een beperking per seizoen of een beurtrol om te grazen. Van 2003 tot 2004 waren hiervoor 3,3 miljard fondsen beschikbaar en tijdens het afgelopen elfde vijfjarenplan 26 miljard. Miljoenen worden gespendeerd enkel voor het verdelgen van knaagdieren en sprinkhanen.
China staat ook in voor een belangrijk deel van de ‘s wereld 10 miljoen nomaden die zich jaarlijks blijvend vestigen. China’s programma’s voor nomaden lopen in Tibet, Qinghai, de Tibetaanse gebieden in Sichuan en voor Kazakken en Mongolen in Xinjiang. Het Steppeplan uit 2002 voorzag de blijvende vestiging van 150.000 herders. Van de 200.000 herdersgezinnen in Xinjiang bijvoorbeeld hebben zich 50.000 vast gevestigd en 100.000 hebben een vast verblijf in de winter. 50.000 gezinnen trekken nog rond in Xinjiang. Voor de gevestigde gezinnen die onder het volledig graasverbod vallen, wordt een schadeloosstelling voorzien, een lapje grond en opleiding voor werk in een andere sector. De totale kost wordt op 30.000 yuan per gezin geraamd. Getracht wordt om ook de marketing van de herdersproducten beter te laten verlopen. De wol wordt echter door individuele opkopers verzameld die de neiging hebben de herders een te lage prijs aan te bieden. Als de herder niet beloond wordt voor betere kwaliteit, gaat hij vervallen in overbegrazing…De tientallen bestaande coöperatieven zijn voorlopig nog te losse verbanden om effectief hier tegen te kunnen optreden.
Minister van Financiën Xie Xuren heeft vorig jaar 13 miljard yuan vrijgemaakt om het vestigen van herders te bekostigen. Het programma voorziet 6 yuan toelage per mu (1 hectare is 16 mu) die niet begraasd wordt en ook wordt 500 yuan toelage verleend om de gezinnen te helpen diesel en veevoeder te kopen. Het programma betreft meer dan 60.000 ha in Binnen-Mongolië en is zonder voorgaande qua omvang. Ook uit Tibet komt er positief nieuws. Volgens cijfers uit 2009 groeide het gras in Tibet sinds 2004 met gemiddeld bijna 2 centimeter, namelijk van 5,72 cm in 2004 tot 7,64 cm. Het aantal zanddagen in Lhasa, Xigaze en Shannan daalde met 30 dagen sinds 1980. In de Autonome Regio Xinjiang met zijn 573.000 km2 steppen zullen de komende 5 jaar 1,2 miljoen herders jaarlijks 13 miljard yuan subsidies uit de centrale staatskas krijgen. In ruil daarvoor zal wel 101.000 km² weide (meer dan drie maal België) niet meer mogen begraasd worden. Verder komen er subsidies voor 359.000 km² steppe die moet verbeterd worden door minder begrazing en het planten van de juiste grassoorten.
 Bossen
China is traditioneel een bosarm land. Hoewel vergeleken met voor de bevrijding de beboste oppervlakte verdubbelde, zit China met 20 % bebossing nog ruim onder het wereldgemiddelde van 30 %. Het zuiden heeft 38 % van China’s bossen; het zuidwesten en het noordoosten hebben 22% en 24 % van het totaal. Het noorden en noodwesten hebben weinig bos. De bossen in het zuiden zijn meer aangeplant: deze aangeplante bossen groeiden sinds 2001 jaarlijks aan met 8 miljoen ha en daarmee leidt China de wereld. China had sinds de jaren tachtig jaren 5 soorten bos: bos voor houtvesten, beschermd bos, economisch bos, sprokkelhoutbos en bos voor speciale doeleinden. Later werd dit tot 2 soorten herleid: ecologisch- en economisch bos. De grote ommekeer van meer economisch gericht naar meer ecologische bescherming volgde na de grote overstromingen in 1998. Voor deze politiek die een zestal projecten omvatte, werd tot 2010 530 miljard yuan bostropuitgetrokken. Het zuidwesten had de grootste aangroei in absolute cijfers, het noorden en het zuiden zagen de grootste procentuele aangroei in bosvolume. In 2005 leverde de bosbouw een inkomen van 846 miljard yuan.
De 6 bebossingsprogramma’s liepen in zowat alle arrondissementen en wilden 80 miljoen ha grond bebossen. Het eerste initiatief betrof het “The Natural Forest Protection Program” dat tegen 2005 14 miljoen ha bos toegankelijk maakte en 95 miljoen ha bos beschermde plus de houtkap er met 270 miljoen m3 kon verminderen. Het “Programma ter omvorming van landbouwgrond tot bos” heeft 21 miljoen ha herbebost en dit betrof 30 miljoen gezinnen die voortaan van bosbouw gaan leven. Het “Programma voor zandcontrole rond Peking” heeft de bosoppervlakte met 478.000 ha vermeerderd, de weiden met 324.000 ha en heeft de brakke grond verminderd met 534.000 ha, wat 16 miljoen personen ten goede kwam.
Het “Programma van de beschermingsgordel rond de Jangtse en Parelrivier” verhoogde de bebossing er met 3,3% en 4,9%. Het “Programma ter bescherming van natuurgebieden en wilde dieren” heeft 790 nieuwe natuurreserves aangelegd. Het “Programma voor snelgroeiend- en houtkapbos met hoog rendement” verhoogde het bosareaal met 332.000 ha.
Toch is een kritische noot over dit bebossingsproject niet misplaatst. Hoewel China volgens een UNO-rapport jaarlijks de bosoppervlakte vermeerdert met een oppervlakte zo groot als twee derden van België, toch waarschuwt een artikel door boswetenschapper Shixiong Cao en 5 medeauteurs in het blad “Earth Science Reviews” dat 85 % van de beplantingen in China’s Groene Muur-programma falen. Dit programma wil een dam opwerpen tegen de woestijnvorming. Naar verluidt zijn de geplante bomen niet aangepast aan de lokale voorwaarden. Ze slorpen gewoon te veel water op.
Bosmanagement
Na 1987 werd een systeem van kracht tegen het willekeurig hakken van bomen. De gekapte hoeveelheid mag in principe niet groter zijn dan de nieuw aangeplante oppervlakte en voortaan vallen alle bomen van minstens 5 cm diameter onder het quotasysteem. Voor alle houtkap is een toelating nodig die in het geval van collectieve bossen moet komen van door de bosbureaus op arrondissement -niveau. Iemand die de toelating tot kappen vraagt, moet een identieke oppervlakte herbebossen en de bosbureaus mogen hun jaarlijks toegewezen quotum niet overschrijden. Het elfde vijfjarenplan voorzag in totaal een quotum van 248 miljoen m3 voor houthakken: 158 miljoen in commercieel bos (36% meer) en 90 miljoen in beschermd bos (23% minder). De jaarlijkse quota maken deel uit van “Forest Management Plans” op het niveau van het kanton die normaal over tien jaar lopen, maar in het geval van bossen die uitsluitend voor nijverheidsdoeleinden hout leveren enkel 5 jaar geldig zijn. De herbebossing moet verwezenlijkt zijn binnen 18 maanden na de kap en moet gewaarborgd worden zijn door een geldsom bij een bank, zodat het bosbureau kan in actie schieten in het geval van nalatigheid.
Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgemaakt dat onduidelijke eigendomsrechten een ontbossing enbamboobos verloedering kunnen aanwakkeren. Op dit vlak heeft China een van de grootste hervormingen ooit doorgevoerd, namelijk in zijn collectieve bossen: ze betreffen 100 miljoen ha waarin 400 miljoen personen leven. China telt daarnaast immers ook staatsbossen die nog grotendeels niet hervormd zijn. Het gaat hier dus over de 58 % bossen in handen van collectieven. Deze hervorming werd na testen onder meer in Fujian, officieel op 8/06/2008 veralgemeend en vraagt de collectiviteiten de gebruiksrechten (niet de eigendom) van de gronden opnieuw te beoordelen en te laten stemmen door twee derden van ofwel het dorps-comité ofwel de dorpsraad. Bij die hervorming bestaan verschillende opties: de bosrechten kunnen doorgespeeld worden naar individuele gezinnen, partnerships van gezinnen, privé-contractanten of ze kunnen verder collectief bestuurd worden. De regering heeft enkel in 2008 2,3 miljard yuan uitgetrokken voor het precies afbakenen, betitelen en registreren van deze bospercelen.
Uit een bevraging blijkt dat 70 % van de gebruiksrechten voor collectieve bossen waren doorgespeeld naar de gezinnen; 18 % blijft collectief; het saldo zit bij partnerships of dorpen die zich aaneensluiten. Merkwaardig is dat in Anhui een verschuiving plaats vond terug naar collectief bestuur. Uit gegevens van het Bosbestuur blijkt dat in 60% van de collectieve bossen een hervorming had plaats gevonden en dit gaat om meer dan 100 miljoen ha bos. In de staatssector lopen in samenwerking met Duitsland zes projecten om de rol van de overheid te scheiden van deze van de bosondernemingen. Duitsland brengt vooral kennis aan betreffende bosbeheer. Ook de universiteit van Freiburg heeft een handboek voor duurzaam bosbeheer bijeen geschreven op basis van de ervaringen van het Xiaolongshan Bosbestuur dat 800.000 ha bos beheert tussen Xi’an en Tianshui. De Wereldbank levert eveneens ideeën over hoe de staatsbossen te hervormen zonder dat de economische functie van het houthakken en dus de broodwinning van velen in het gedrang komt. Niet enkel van het westen kan China leren want de 6 miljoen personen van de Yi-minderheid die in het zuidwesten leeft, hebben sinds generaties een uitgebreide kennis en praktijk van de bosbouw.
Kortom de laatste 10 jaar zijn de inspanningen om bossen te planten en goed te besturen, sterk toegenomen. Voor de eerste maal is er vooruitzicht dat de strijd tegen de woestijnvorming kan gewonnen worden. Vele miljarden worden uitgetrokken om de kwaliteit van steppen te verbeteren, herders aan te sporen zich permanent te gaan vestigen en te waarschuwen tegen de gevaren van overbegrazing. China wordt almaar groener op het terrein.
 Selecte bibliografie
World Bank, China Forest Policy, Deepening the Transition, Broadening the Relationship, May 2010
Forest management policies and resource balance in China: an assessment of the current situation; Sylvie Démurger, Hou Yuanzhao, Yang Weiyong, CNRS, Groupe GATE, Avril 2007
State of Environment, http://english.mep.gov.cn
China’s Grassland Contract Policy and its Impacts on Herder Ability to Benefit in Inner Mongolia: Tragic Feedbacks ;Wenjun Li & Lynn Huntsinger, Ecology and Society 16(2): 1. http://www.ecologyandsociety.org/vol16/iss2/art1/
World Bank; China: 3 Million People in Ningxia to Benefit from Desertification Control ;May 17, 2012 http://www.geocases1.co.uk/printable/Desertification%20and%20land%20degredation%20in%20China.htm http://e360.yale.edu/feature/chinas_reforestation_programs_big_success_or_just_an_illusion/2484/
China launches large grassland protection subsidy program, People’s Daily, , May 06, 2011

Print Friendly, PDF & Email

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *