De Chinese Nationale Volksvergadering – het parlement – zetelt in het kader van zijn jaarlijkse voltallige vergadering. Premier Li kondigde voor 2025 een ambitieuze groeidoelstelling van 5% aan. Hij erkent dat er een neerwaartse binnen- en buitenlandse druk is, maar heeft toch vertrouwen in het Chinese groeipotentieel. Hij annonceerde een pallet van stimulerings- en structurele maatregelen, sommige nieuw, andere doorlopend, waarbij vooral de soepelere fiscale politiek opvalt.

De jaarlijkse voltallige bijeenkomst van de Nationale Volksvergadering begon met het verslag van de premier en het rapport inzake het budget. Premier Li Qiang maakte het beoogde groeicijfer van ‘ongeveer 5%’ voor 2025 bekend.
Groeidoel voor 2024 gehaald
Premier Li begon met de positieve resultaten van 2024. Het streefdoel van 5% groei werd gehaald. Het totale Chinese bbp bedroeg omgerekend 17,4 biljoen euro, wat overeenkomt met 12.225 euro per persoon.
In de steden groeide de tewerkstelling met 12,5 miljoen banen. De werkloosheidsgraad bleef stabiel op 5,1% (dit cijfer omvat alle werklozen in de stad, zowel permanente bewoners als werkkrachten van het platteland die tijdelijk in de stad verblijven). De inflatie bleef beperkt tot 2%.
De buitenlandse handel in goederen bereikte het hoogste niveau ooit, en het gewicht van China in de wereldhandel bleef stijgen (in 2024 iets meer dan 20%). De uitvoer lag een derde hoger dan de invoer. Tegenover het overschot op de balans inzake goederen staat een tekort op de dienstenbalans (financiën, toerisme, ..), zodat de betalingsbalans ongeveer in evenwicht was.
De oogst van graangewassen en soja klom tot boven 700 miljoen ton, een record. (Ter vergelijking: vóór de Grote Sprong Voorwaarts bedroeg dit 165 miljoen ton.)
De toegevoegde waarde van hoogtechnologische productie en machinebouw steeg respectievelijk met 8,9% en 7,7%. Er werd een recordaantal van 13 miljoen voertuigen op elektriciteit, waterstof of hybride gebouwd.
Het fijn stof in de lucht van de steden daalde met 2,7%, zodat die kwaliteit nu 87,2% van de tijd goed is (weliswaar met minder strenge criteria dan in Europa). De oppervlaktewateren verbeterden ook en zijn nu voor 90,4% OK.
Het energieverbruik per eenheid bbp daalde met 3%. Er kwam voor 370 Gigawatt hernieuwbare energiecapaciteit bij (een kernreactor levert ongeveer 1 gigawatt). Reeds 40% van de opgewekte electriciteit komt uit niet-fossiele bronnen.
67% Van de Chinese bevolking leeft al (permanent of tijdelijk) in steden.
Uitdagingen, sterke punten en zelfvertrouwen
Premier Li ging vervolgens in op de uitdagingen waar China voor staat.
Internationaal had hij het – zonder de VS te noemen – over een steeds complexer en moeilijker klimaat. Dit kan een grote invloed uitoefenen op de Chinese handel, wetenschap en technologie.
Over binnenlandse problemen laten we Li zelf aan het woord: ‘Intern is de basis voor een verder economische herstel en groei nog niet sterk genoeg. De effectieve vraag blijft te zwak, vooral de consumptie. Sommige ondernemingen ervaren moeilijkheden op vlak van de productie en de bedrijfsvoering, en te late betalingen door de overheid blijven een belangrijk probleem. Werkgelegenheid en inkomensgroei staan onder druk. Bovendien zijn er zwakke schakels in ons werk om het publieke welzijn te waarborgen en hebben sommige lokale overheden financiële problemen. …
Op sommige gebieden van ons werk ontbreken coördinatie en samenwerking. Het tempo van de implementatie van sommige beleidsmaatregelen is te traag, wat leidt tot mindere resultaten dan verwacht. Sommige overheidsafdelingen zijn niet volledig gericht op dienstverlening en zijn daarom vaak inefficiënt. Bepaalde ambtenaren handelen willekeurig of missen de inzet en het vermogen om hun werk goed te doen. Corruptie blijft een veelvoorkomend probleem in sommige sectoren en op bepaalde plaatsen …’.
Toch vertrouwt de premier erop dat China dit jaar zijn doelstelling kan halen. ‘China heeft specifieke institutionele sterktes en veel voordelen, waaronder een enorme markt, een compleet industrieel systeem en een overvloed aan mankracht en talent. We hebben effectieve bestuursmechanismen met lange-termijnplannen, gezonde regelgeving en coördinatie tussen centrale en lokale overheden. We beschikken eveneens over enorme kansen voor verdere groei door een upgrade van de vraag, structurele verbeteringen en een verschuiving naar nieuwe groeimotoren. De onderliggende trend van economische groei gedurende een lange termijn is niet veranderd en zal niet veranderen.’
Ambitieuze doelstellingen voor 2025
De doelstelling voor het bbp blijft ongeveer 5% groei. Rekening houdend met de vermelde uitdagingen is dat hoog gegrepen. Het blijkt ook ambitieus wanneer men het vergelijkt met de verwachte groei (of krimp) van andere grote economieën in de wereld. Maar het is coherent met de lange-termijndoelstellingen voor groei.
Li zelf gaf deze uitleg: ‘Bij het vaststellen van de groeivoet op ongeveer 5 procent hebben we rekening gehouden met de noodzaak om de werkgelegenheid te stabiliseren, risico’s te voorkomen en het welzijn van de mensen te verbeteren, evenals met het potentieel voor groei en de omstandigheden die groei ondersteunen. Een doelstelling van ongeveer 5 procent is goed afgestemd op onze ontwikkelingsdoelen op de middellange en lange termijn. Deze onderstreept onze vastberadenheid om moeilijkheden recht in de ogen te kijken en hard te werken om resultaat te halen’.
Ook de andere belangrijke economische objectieven lijken grotendeels een doorslagje van 2024, maar dat maakt ze in een snel veranderende omgeving niet minder ambitieus.
Er zullen meer dan 12 miljoen stedelijke banen bijkomen (ongeveer evenveel als in 2024). De stedelijke werkloosheid zal echter stijgen tot 5,5%. Dit duidt erop dat de ontwikkeling van hoogtechnologische sectoren op korte termijn dit jaar niet zal volstaan om de vertraging in laagtechnologische sectoren (zoals in de bouw, als gevolg van de vastgoedcrisis) en het banenverlies door nieuwe technologie op te vangen.
De inflatie zal net als vorig jaar 2% bedragen. De sterke concurrentie in sectoren waar overproductie dreigt zullen de betrokken bedrijven immers niet toelaten hun prijzen sterker te verhogen.
De betalingsbalans moet opnieuw ongeveer in evenwicht zijn. De graanproductie dient ongeveer hetzelfde niveau te halen als in 2024. De energieconsumptie per eenheid moet nog eens 3% dalen, en het leefmilieu moet verdere verbetering zien.
Soepeler fiscale en monetaire politiek
Om de doelstellingen te bereiken zal de overheid dieper dan voorheen in de buidel (moeten) tasten. Dit is het meest opvallende deel van het rapport van de premier.
Het budgettair tekort van de overheden (nationaal en lokaal) zal in 2025 globaal oplopen tot ongeveer 4% van het bbp; in 2024 was dit slechts ongeveer 3%. (De totale Chinese overheidsschuld, nationaal en lokaal samen, bedroeg einde 2024 72% van het bbp.)
Er zullen speciale nationale kasbons op lange termijn uitgegeven worden voor een totaal van 1,3 biljoen yuan (167 miljard euro). Dat is 300 miljard yuan meer dan in 2024.
800 miljard daarvan is bestemd voor nationale strategische projecten en veiligheid op diverse gebieden. 200 miljard gaat naar vernieuwing van grootschalige uitrustingen en 300 miljard naar premies voor de consumenten die verouderde apparaten willen inruilen.
Speciale kasbons ter waarde van 500 miljard yuan (64 miljard euro) dienen om het kapitaal van staatsbanken te versterken.
Lokele overheden krijgen quota om in totaal voor 4,4 biljoen yuan (566 miljard euro) speciale obligaties uit te geven. Dat is 500 miljard yuan meer dan in 2024. Deze fondsen dienen voor de bouw en onderhoud van infrastructuur, maar ook voor het terugkopen van door promotoren ongebruikte bouwgronden, het opkopen van onafgewerkte appartementen om er sociale woningen van te maken, en last but not least, het afbetalen van achterstallige schulden.
Premier Li belooft dat dit vele geld verantwoord zal besteed worden. ‘We zullen er voor zorgen dat regeringen op alle niveaus hun respectievelijke verantwoordelijkheden nakomen en dat op lokaal niveau in de basisbehoeften wordt voorzien, salarissen worden betaald en regeringen normaal functioneren. Wij in de regering zullen onze broeksriem blijven aanhalen en een gezond financieel beheer blijven voeren. Wij zullen een strikte financiële en economische discipline handhaven en verspillende uitgaven verbieden, om zo meer fondsen vrij te maken om ontwikkeling te ondersteunen en te voldoen aan de verwachtingen van de mensen voor een beter leven.’
Ook de monetaire politiek wordt soepeler. Li beloofde dat de banken steeds ‘… voldoende geld in omloop zullen brengen … voor een sterkere ondersteuning van de gezonde ontwikkeling van de vastgoedsector en van de beurs. Dit gebeurt ook ten gunste van wetenschappelijke en technologische innovatie, groene ontwikkeling, het stimuleren van de consumptie en voor privé-, micro- en kleine ondernemingen’. Dat zal vooral gebeuren door aanpassingen (verlagingen) van de rentevoet door de centrale bank en nieuw te creëren monetaire instrumenten.
Na dit financiële luik ging premier Li verder in op de grote werven voor 2025. Daarover gaat een volgend artikel.
Bronnen: Engelse versie van het rapport van premier Li en van het rapport over het budget